Ivo Belet (PPE). - Voorzitter, commissaris, collega's, in deze moeilijke financieel-economische context is het inderdaad bijna een mirakel dat we erin geslaagd zijn om de middelen voor Erasmus op peil te houden en zelfs om ze op te trekken. Felicitaties daarvoor aan de commissaris, mevrouw Vassiliou, en uiteraard aan rapporteur Pack, want hun verdienste in deze kan moeilijk overschat worden.

Het spreekt voor zich collega's dat deze programma's essentieel zijn voor de toekomst van Europa en ik weeg mijn woorden. De samenwerking en de uitwisseling tussen studenten en leraren over de grenzen heen is een van de beste en een van de meest efficiënte instrumenten tegen de verzuring en tegen het oprukkende populisme. Het zijn echte investeringen in de diepte, in de integratie van Europa. Tegen uiterlijk 2020 het aantal studenten, het aantal leerlingen, het aantal leraren dat een ervaring over de grens kan opdoen, verdubbelen is natuurlijk een goede zaak.

Uiteraard willen we ook een beroep doen op de lidstaten om ervoor te zorgen dat zij níet gaan beknibbelen op die Erasmus-beurzen, want dat zij moeten investeren in de toekomst van hun leerlingen. Ik denk dat dat een win-winsituatie is. Het is in het belang van de lidstaten zelf dat ze hun studenten de kans geven om die ervaring over de grens op te doen.

En dan inderdaad – mevrouw Pack heeft het al gezegd en collega McClarkin ook – kunnen we eindelijk ernaar verwijzen dat er met dit programma ook een budgettaire basis wordt gelegd voor de Europese dimensie van de sport. Europa moet uiteraard, collega's, de sport níet reguleren, integendeel. Maar een aantal fenomenen die bedreigend zijn voor de sport – ik verwijs naar de strijd tegen match fixing en tegen doping – dat zijn fenomenen die we veel efficiënter en veel doelmatiger kunnen aanpakken op Europees niveau. Daar is er werkelijk een toegevoegde waarde vanuit dit programma.