Ontwerpresolutie - B6-0251/2007Ontwerpresolutie
B6-0251/2007

ONTWERPRESOLUTIE

18.6.2007

naar aanleiding van vragen voor mondeling antwoord B6‑0127/2007 en B6‑0128/2007
ingediend overeenkomstig artikel 108, lid 5 van het Reglement door
over de resultaten van de onderzoeksmissie naar de regio's Andalusië, Valencia en Madrid namens de Commissie verzoekschriften

Procedure : 2007/2587(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0251/2007
Ingediende teksten :
B6-0251/2007
Aangenomen teksten :

B6‑0251

Resolutie van het Europees Parlement over de resultaten van de onderzoeksmissie naar de regio's Andalusië, Valencia en Madrid namens de Commissie verzoekschriften

Het Europees Parlement,

–  gelet op artikel 194 van het EU-Verdrag dat aan alle burgers en ingezetenen van de EU het recht verleent om een verzoekschrift in te dienen,

–  gelet op artikel 6 van het EU-Verdrag waarin wordt bepaald dat de Unie de grondrechten eerbiedigt zoals die worden gewaarborgd door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en dat zij zich voorziet van de middelen die nodig zijn om haar doelstellingen te verwezenlijken en haar beleid ten uitvoer te leggen,

-   gelet op artikel 108, lid 5 van zijn Reglement,

A.  gezien de inhoud en de aanbevelingen van het verslag van de derde onderzoeksmissie naar Spanje (PE 386.549v02-00), dat op 11 april 2007 door de Commissie verzoekschriften is goedgekeurd, en waarin een onderzoek wordt ingesteld naar de beweringen in een groot aantal verzoekschriften over misbruik van de legitieme eigendomsrechten van Europese burgers en in detail beschreven zorgen in verband met duurzame ontwikkeling, milieubescherming, watervoorziening en - kwaliteit en overheidsopdrachten, in het algemeen gerelateerd aan onvoldoende controle op de urbanisatieprocedures door plaatselijke en regionale autoriteiten,

B.  onder verwijzing naar zijn resolutie van december 2005 (A6-0382/2005) over misbruik van de rechten van burgers en ingezetenen van de EU in verband met de wetgeving inzake grondbezit van de provincie Valencia die bekend staat onder de benaming LRAU,

C.  overwegende dat wordt bericht over gevallen van corruptie in verband met grootschalige urbanisatieprojecten op grond waarvan plaatselijke ambtenaren en gekozen politici zijn gearresteerd en veroordeeld,

D.  overwegende dat Spanje onlangs nieuwe nationale kaderwetgeving inzake het grondbezit heeft vastgesteld die op 1 juli a.s. in werking moet treden,

E.  overwegende dat de Commissie inbreukprocedures tegen Spanje heeft ingeleid wegens het niet toepassen van de EU-richtlijnen inzake overheidsopdrachten in verband met urbanisatieprogramma's in Valencia,

1.  is van mening dat de verplichting om legitiem verworven privé-eigendom zonder vorm van proces en behoorlijke compensatie op te geven, gekoppeld aan de plicht om willekeurige kosten te betalen voor ongevraagde en vaak onnodige ontwikkeling van de infrastructuur, neerkomt op schending van de fundamentele rechten van het individu zoals verankerd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, de jurisprudentie over de mensenrechten (zie bijvoorbeeld Aka versus Turkije) en het EU-Verdrag;

2.  betreurt ten zeerste dat dergelijke praktijken op grote schaal voorkomen in verschillende autonome regio's van Spanje, met name in de regio Valencia en andere delen van het kustgebied van de Middellandse Zee, maar bijvoorbeeld ook in de regio Madrid;

3.  is ten zeerste gekant tegen en spreekt zijn scherpe veroordeling uit over grootschalige, door bouwbedrijven en projectontwikkelaars opgezette urbanisatieprojecten die geen verband houden met de werkelijke behoeften van de betreffende steden en dorpen, ecologisch niet duurzaam zijn en desastreuze gevolgen hebben voor de historische en culturele identiteit van de desbetreffende gebieden;

4.  veroordeelt de stilzwijgende goedkeuring van sommige gemeenten voor bouwprojecten die vervolgens onwettig worden verklaard en als gevolg daarvan leiden tot sloop of dreiging met sloop van onroerend goed dat in goed vertrouwen door Europese burgers is gekocht via officiële commerciële projectontwikkelaars en verkoopagenten;

5.  erkent de inspanningen van de Commissie om ervoor te zorgen dat Spanje de richtlijnen inzake overheidsopdrachten naleeft, maar is van mening dat de Commissie speciaal aandacht dient te besteden aan de gedocumenteerde gevallen van overtreding van de richtlijnen betreffende het milieu, het water en vraagstukken op het gebied van het consumentenbeleid;

6.  dringt er bij de Commissie en de Raad en de desbetreffende lidstaat op aan te zorgen voor de correcte toepassing van de communautaire wetgeving en de fundamentele rechten van de burgers en ingezetenen van de EU te waarborgen;

7.  doet een beroep op de Spaanse autoriteiten en regionale regeringen, met name de regering van de regio Valencia, die de plicht hebben de bepalingen van het EU-Verdrag en de EU-wetgeving te eerbiedigen en toe te passen, het legitieme recht van het individu op legaal verworven onroerend goed te erkennen en in de wetgeving nauwkeuriger omschreven criteria vast te stellen voor de toepassing van artikel 33 van de Spaanse grondwet inzake het openbaar belang, ten einde misbruik van eigendomsrechten van burgers door besluiten van plaatselijke en regionale autoriteiten te voorkomen en te verbieden;

8.  zet vraagtekens bij de methoden voor het aanstellen van "urbanisators" en projectontwikkelaars en de vaak buitensporige bevoegdheden die hun in de praktijk worden verleend door bepaalde plaatselijke autoriteiten ten nadele van plaatselijke gemeenschappen en burgers die er wonen en legaal onroerend goed hebben gekocht;

9.  dringt er bij de plaatselijke autoriteiten op aan de burgers te raadplegen en hun te betrekken bij urbanisatieprojecten ten einde aanvaardbare en duurzame stedelijke ontwikkeling te bevorderen indien dit nodig is, in het belang van plaatselijke gemeenschappen, en niet uitsluitend in het belang van projectontwikkelaars, makelaars en andere investeerders;

10.  spreekt zijn krachtige veroordeling uit over de heimelijke praktijken van bepaalde projectontwikkelaars om met drogredenen legitiem verkregen onroerend goed van Europese burgers te ondermijnen door zich te mengen in de landregistratieprocedures en verzoekt de plaatselijke autoriteiten om tegen deze praktijken de juiste wettelijke voorzorgsmaatregelen te treffen;

11.  verzoekt de regionale autoriteiten om speciale administratieve commissies in te stellen in samenwerking met plaatselijke ombudsmannen, waaraan onafhankelijke inspectiediensten dienen te rapporteren, en waaraan arbitragebevoegdheden voor geschillen over urbanisatieprojecten moeten worden toegekend, en die gratis toegankelijk dienen te zijn voor personen die direct betrokken zijn bij urbanisatieprogramma's, met inbegrip van de slachtoffers van illegale afspraken over hun eigendom in verband met onrechtmatige urbanisatieprojecten;

12.  is van oordeel dat, indien compensatie vereist is voor verlies van eigendom, dit dient te geschieden in de juiste financiële verhoudingen conform de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie en het Europees Hof voor de rechten van de mens;

13.  verzoekt de Commissie een voorlichtingscampagne te starten voor Europese burgers die onroerend goed kopen in een andere dan hun eigen lidstaat;

14.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de Spaanse autoriteiten en regionale regeringen.