Ontwerpresolutie - B7-0160/2009Ontwerpresolutie
B7-0160/2009

ONTWERPRESOLUTIE over een politieke oplossing voor de piraterij voor de Somalische kust

23.11.2009

naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement

Luis de Grandes Pascual, Filip Kaczmarek, Michael Gahler, Arnaud Danjean, Mario Mauro, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra namens de PPE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0158/2009

Procedure : 2009/2780(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0160/2009
Ingediende teksten :
B7-0160/2009
Aangenomen teksten :

B7‑0160/2009

Resolutie van het Europees Parlement over een politieke oplossing voor de piraterij voor de Somalische kust

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de toestand in Somalië,

–   gezien de eerdere verklaringen van de hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en secretaris-generaal van de Raad van de Europese unie, Javier Solana,

–   gezien de recente conclusies van de Europese Raad over Somalië,

–    gezien het vredesakkoord van Djibouti waarin de contouren van het federaal overgangshandvest worden aangegeven,

–   gezien resolutie 1872 (2009) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties over Somalië,

–   gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de nieuwe vijandelijkheden van de laatste tijd tussen de opstandelingen van de Unie van Islamitische Rechtbanken en de federale overgangsregering en de Amisom-troepen van de Afrikaanse unie Somalië meer instabiliteit en groter verlies aan mensenlevens gebracht hebben,

B.  overwegende dat de internationale gemeenschap de soevereiniteit, territoriale integriteit, politieke onafhankelijkheid en eenheid van Somalië eerbiedigt,

C. overwegende dat Somalië sinds de omverwerping van het regiem van Siad Barre in 1991 geen echte regering meer gehad heeft en dat de politieke toestand er sindsdien één van anarchie geweest is, met gevechten tussen elkaar bestrijdende clans en banditisme,

D. overwegende dat de veiligheid in de Somalische hoofdstad Mogadishu erop achteruitgaat en de nationale en internationale ngo's verhindert om zich met de humanitaire katastrofe bezig te houden die zich aan het ontwikkelen is, en op de noodtoestanden te reageren,

E.  bezorgd over de aanhoudende burgeroorlog in Somalië en zijn weerslag op het vredes- en verzoeningsproces in het land en de veiligheid en stabiliteit in de Hoorn van Afrika in zijn geheel,

F.  overwegende dat de Raad op 8 december 2008 besloten heeft om als onderdeel van het algemeen optreden van de Europese unie in de Hoorn van Afrika haar allereerste vlootoperatie - EU NAVFOR Atalanta - uit te voeren, met opdracht om piraterij en gewapende overvallen voor de kust van Somalië te onderdrukken, te ontmoedigen en te verhinderen en de veiligheid van de handelscheepvaart - meer in het bijzonder de schepen van het Wereldvoedselprogramma die de ontheemden in Somalië voedselhulp brengen - te helpen verzekeren,

G. overwegende dat de Raad op 27 juli ll. besloten heeft om de inzet van de Europese unie voor vrede en ontwikkeling in Somalië uit te breiden, in nauwe samenwerking met alle belanghebbende partijen, vooral de Verenigde Naties en de Afrikaanse unie, en daarom onderzocht heeft hoe de Europese unie aan het internationaal optreden kan deelnemen, ook in veiligheidsaangelegenheden,

H. overwegende dat de Raad op 17 november ll. een crisisbeheersingsconcept voor een eventueel optreden volgens het Europees veiligheids- en defensiebeleid goedgekeurd heeft om 2000 man veiligheidstroepen voor de Somalische federale overgangsregering te helpen opleiden,

I.   overwegende dat de bijstand van internationale partners op lange termijn alleen bij een stabiele veiligheidstoestand doeltreffend kan zijn,

J.   overwegende dat de opstandelingen van de Unie van Islamitische Rechtbanken alle politiek contact en verzoening volgens het vredesproces van Djibouti, dat een raamwerk voor een blijvende politieke oplossing in Somalië biedt, van de hand wijzen,

1.  spreekt zijn krachtige veroordeling over de ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht en de rechten van de mens door alle partijen in het Somalisch conflict uit; roept tot onmiddellijke staking van de vijandelijkheden op en vraagt alle gewapende groepen om op staande voet hun wapens neer te leggen en zich bij een echte ruim opgevatte dialoog met de federale overgangsregering aan te sluiten ; vraagt alle oorlogvoerende partijen om zich van willekeurige aanvallen op de burgerbevolking te onthouden en dat de oorlogsmisdaden en schendingen van de rechten van de mens door een onafhankelijke commissie onderzocht worden;

2.  betuigt nogmaals zijn steun voor de federale overgangsregering onder leiding van president Sheikh Sharif Sheikh Ahmed, en zijn toezeggingen om de princiepen te eerbiedigen die in de vredesovereenkomst van Djibouti neergelegd zijn, ook de geest van verzoening en het streven naar een algemeen integrerende politieke werkwijze; spreekt zijn veroordeling uit over de aanvallen op de Somalische federale overgangsregering, de Verenigde Naties en de ngo's;

3.  herinnert eraan dat de internationale gemeenschap en alle partijen in het huidige conflict verantwoordelijkheid dragen om burgers te beschermen, de verlening van de hulp mogelijk te maken en de humanitaire ruimte en de veiligheid van humanitaire werkers te eerbiedigen; wenst derhalve dat onverwijld de juiste voorwaarden worden gecreëerd voor een passend antwoord op de humanitaire ramp in Somalië;

4.  stelt met groot genoegen vast dat EU NAVFOR Atalanta met succes de veiligheid van de scheepvaart voor de kust van Somalië blijft helpen verzekeren door de charterschepen van het Wereldvoedselprogramma die hulp voor Somalië aanvoeren, de schepen die centraal belangrijke vrachten voor de vredesoperatie van de Afrikaanse unie naar Somalië brengen en andere bedreigde schepen bescherming te bieden; vraagt de Raad om de operatie aan het einde van het lopend mandaat per 12 december as. met een verder jaar te verlengen; geeft zijn steun voor een mogelijke uitbreiding van het operatiegebied in zuidelijke richting naargelang van de activiteiten van de piraten, maar benadrukt dat de uitbreiding geen invloed op het essentieel oogmerk van de operatie mag uitoefenen, namelijk de konvooien van het Wereldvoedselprogramma en andere bedreigde schepen, zoals de handelsvloot en vissersboten, in bescherming te nemen;

5.  benadrukt dat piraterij alleen maar met succes te bestrijden is door er de diepere oorzaken van te behandelen, die zich aan land bevinden en met armoede en een tekortschietend staatsgezag te maken hebben en enkel uit te roeien zijn door in Somalië vrede, ontwikkeling en staatsvorming te verwezenlijken;

6.  meent, zolang als er geen politieke oplossing voor de betrouwbaarheid van de Somalische staat in de ogen van de internationale gemeenschap is, dat de veiligheidstrategie die met de operatie Atalanta gevolgd wordt, voorrang moet blijven krijgen en zelfs over uitgebreider middelen en een ruimer actiegebied voor het optreden van de strijdkrachten moet kunnen beschikken;

7.  vraagt de Raad daarom om de mogelijkheid na te gaan om parallel met de operatie Atalanta een nieuwe kleinschalige operatie in het buitenlands en veiligheidsbeleid op te zetten om de veiligheidstroepen van de federale overgangsregering te helpen opleiden, in aansluiting op bestaande initiatieven - meer in het bijzonder van Frankrijk in Djibouti, en Oeganda in het opleidingsprogramma van de Amisom; verheugt zich daarom ook over de goedkeuring van het crisisbeheersingsconcept voor een eventuele nieuwe operatie van het buitenlands en veiligheidsbeleid in Somalië, maar benadrukt dat de goedkeuring van het concept op geen enkele manier op het besluit over een nieuwe opdracht vooruit mag grijpen, dat enkel na gedetailleerder onderzoek van de toestand ter plaatse genomen kan worden, om zeker te zijn dat er soldij uitbetaald wordt, uitrusting voorhanden is en dat de opgeleide veiligheidstroepen in een staats- en bevelstructuur geïntegreerd zijn, zodat ze zich na hun terugkeer niet tegen de regering keren die ze geacht worden te beschermen;

8.  betreurt de al te toegeeflijke houding van bepaalde lidstaten voor de eisen van de Somalische piraten, en dat de beloofde dwangmaatregelen, ook als ze naderhand niet uitgevoerd worden, averechtse gevolgen na zich kunnen slepen door nieuwe gevallen van piraterij in het gebied aan te moedigen;

9.  betuigt zijn blijvende steun voor de Amisom, gezien zijn centraal belangrijke rol in het vredesproces; stelt met nadruk dat verdere inzet aan de zijde van de Afrikaanse unie en Amisom door stappen voorafgegaan moet worden om de onmiddellijkste noden aan te spreken en de aanvullende bijstand te omlijnen die de Europese unie kan verlenen om de Amisom de mogelijkheden te helpen ontwikkelen die aan zijn mandaat beantwoorden;

10. vraagt aanvullende steun van de Europese unie voor de veiligheid, aan de hand van een goed gecoördineerde strategie, vooral met de Afrikaanse unie, de Verenigde Naties en andere bondgenoten van de Europese unie, vooral de Verenigde Staten; stelt met nadruk dat de strategie een Somalische nationale veiligheidstrategie moet ondersteunen, die uitgaat van de rechtstaat, eerbied voor de rechten van de mens, gelijkheid van man en vrouw, en die een verbinding tussen veiligheid en ontwikkeling legt;

11. roept de internationale gemeenschap en de EU in het bijzonder op om de humanitaire hulpverlening aan binnenlandse ontheemden en de noodlijdende bevolking op te voeren;

12. dringt op strikte nieuwe toepassing - met alle overeenkomstig toezicht - van het wapenembargo van 1992 van de Verenigde Naties tegen Somalië aan, dat nauwelijks in acht genomen wordt, en vraagt dat diegenen die het wapenembargo tegen Somalië schenden, aansprakelijk gesteld worden;

13. verzoekt zijn Voorzitter om deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de secretaris-generaal van de Afrikaanse Unie, de VN en de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD), en de President van de Federale Overgangsregering van Somalië, de regering van Ethiopië en het Pan-Afrikaans Parlement.