ONTWERPRESOLUTIE over de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot Schengen

6.10.2011

naar aanleiding van vragen voor mondeling antwoord B7‑0440/2011, B7‑0621/2011 en B7‑B7‑0439/2011
ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het Reglement

Mara Bizzotto, Nikolaos Salavrakos namens de EFD-Fractie

B7‑0533/2011

Resolutie van het Europees Parlement over de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot Schengen

Het Europees Parlement,

–   gezien de vragen van 29 september 2011 aan de Commissie en de Raad over de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot Schengen (O-000224/2011 – B7‑0440/2011, O-000225/2011 – B7‑0621/2011, O-000223/2011 – B7‑0439/2011),

–   gezien artikel 115, lid 5, en artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat er bij de stemming in de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 22 september 2011 over de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Schengenzone geen unaniem besluit is genomen als gevolg van het door Nederland en Finland uitgesproken veto;

B.  overwegende dat Frankrijk en Duitsland twijfels hebben over deze kwestie;

C. overwegende dat Roemenië en Bulgarije niet hebben weten voldoen aan het Schengenacquis betreffende de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad en, in het geval van Bulgarije, betreffende de vaststelling van maatregelen om de verwachte toename van de migratiestromen aan de grenzen met Griekenland en Turkije het hoofd te bieden;

D. overwegende dat het afschaffen van controles aan de binnengrenzen de emigratie van verdachte criminelen naar andere lidstaten kan aanmoedigen en dus kan leiden tot toename van de criminaliteit, overbevolkte gevangenissen en verslechtering van de veiligheid en de openbare orde;

E.  overwegende dat het niet juist is om landen toe te laten tot de Schengenzone als ze problemen hebben met hun grenscontroles, aangezien dit zou leiden tot toename van de migratie naar andere EU-lidstaten die nu al aan de zuidelijke grenzen te kampen hebben met illegale immigratie uit Noord-Afrika die zich uitbreidt naar Noord-Europa;

1.  benadrukt dat de Raad en de Commissie met betrekking tot de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Schengenzone het unanimiteitsbeginsel moeten eerbiedigen;

2.  is van mening dat toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Schengenzone om de hierboven vermelde redenen absoluut niet passend is;

3.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, en de regeringen en parlementen van de lidstaten.