Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B7-0346/2010Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B7-0346/2010

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de overstromingen in Midden-Europese landen, met name Polen, de Tsjechische Republiek, Slowakije en Hongarije

16.6.2010

ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 4, van het Reglement
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de fracties:
PPE (B7‑0346/2010)
ALDE (B7‑0399/2010)
GUE/NGL (B7‑0400/2010)
S&D (B7‑0402/2010)
ECR (B7‑0403/2010)

Bogusław Sonik, Lambert van Nistelrooij, Anna Záborská, Jan Březina, Tamás Deutsch, Danuta Maria Hübner, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska, László Surján, György Schöpflin, Bogdan Kazimierz Marcinkiewicz, Joanna Katarzyna Skrzydlewska, Krzysztof Lisek, Barbara Matera, Nuno Teixeira, Jan Olbrycht, Jan Kozłowski, Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, Lívia Járóka, Jolanta Emilia Hibner, Monika Hohlmeier, Andrzej Grzyb, Kinga Gál, Ildikó Gáll-Pelcz, Tadeusz Zwiefka, Richard Seeber, Filip Kaczmarek, Markus Pieper, Sabine Verheyen, Lena Kolarska-Bobińska, Peter Šťastný, Csaba Sógor, Jarosław Leszek Wałęsa, Artur Zasada, Paweł Zalewski, Enikő Győri, Csaba Őry, Jerzy Buzek, Jacek Saryusz-Wolski, Róża Gräfin Von Thun Und Hohenstein, Piotr Borys, Jarosław Kalinowski, Miroslav Mikolášik, Czesław Adam Siekierski, Edit Bauer, Danuta Jazłowiecka, Rafał Trzaskowski, Marian-Jean Marinescu, Ádám Kósa, András Gyürk, Jacek Protasiewicz, Małgorzata Handzlik, Sławomir Witold Nitras namens de PPE-Fractie
Constanze Angela Krehl, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Zigmantas Balčytis, Wojciech Michał Olejniczak, Vilija Blinkevičiūtė, Georgios Stavrakakis, Justas Vincas Paleckis, Monika Smolková, Edit Herczog, Edite Estrela, Zuzana Brzobohatá, Csaba Sándor Tabajdi namens de S&D-Fractie
Giommaria Uggias, Ramona Nicole Mănescu namens de ALDE-Fractie
Elisabeth Schroedter, Bas Eickhout namens de Verts/ALE-Fractie
Michał Tomasz Kamiński, Zbigniew Ziobro, Marek Józef Gróbarczyk, Tadeusz Cymański, Jacek Olgierd Kurski, Jacek Włosowicz, Adam Bielan, Ryszard Antoni Legutko, Janusz Wojciechowski, Mirosław Piotrowski, Tomasz Piotr Poręba, Ryszard Czarnecki, Oldřich Vlasák, Lajos Bokros, Paweł Robert Kowal, Konrad Szymański, Marek Henryk Migalski namens de ECR-Fractie
Jaromír Kohlíček, Miloslav Ransdorf, Willy Meyer, Helmut Scholz, João Ferreira namens de GUE/NGL-Fractie


Procedure : 2010/2713(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B7-0346/2010

Resolutie van het Europees Parlement over de overstromingen in Midden-Europese landen, met name Polen, de Tsjechische Republiek, Slowakije en Hongarije

Het Europees Parlement,

–   gelet op artikel 3 van het EU‑Verdrag en de artikelen 191 en 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien het voorstel van de Commissie voor een verordening tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (COM(2005)0108) en het standpunt van het Parlement van 18 mei 2006,

–   onder verwijzing naar zijn resoluties van 5 september 2002 over overstromingen in Europa[1], van 8 september 2005 over natuurrampen (branden en overstromingen) in Europa[2], van 18 mei 2006 over natuurrampen (bosbranden, droogtes en overstromingen) – landbouwaspecten, regionale-ontwikkelingsaspecten en milieuaspecten[3], en van 7 september 2006 over bosbranden en overstromingen[4],

–   gezien het witboek van de Commissie met als titel “Aanpassing aan de klimaatverandering: naar een Europees actiekader” (COM(2009)0147) en de mededeling van de Commissie over een communautaire aanpak van de preventie van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen (COM(2009)0082),

–   gezien het interne werkdocument van de Commissie met als titel “Regions 2020 - an assessment of future challenges for EU regions” (SEC(2008)2868),

–   gezien de verklaring van de Commissie over de grote natuurramp die op 24 februari 2010 heeft plaatsgevonden in de autonome regio Madeira, en onder verwijzing naar zijn resolutie van 11 maart 2010 over de grote natuurramp in the autonome regio Madeira en de gevolgen van de storm Xynthia in Europa[5],

–   gelet op artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,

A. overwegende dat diverse lidstaten van de Europese Unie, met name Polen, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Hongarije, Duitsland en Oostenrijk, zijn getroffen door een zware natuurramp in de vorm van overstromingen, waarbij gewonden en doden zijn gevallen en duizenden mensen moesten worden geëvacueerd,

B.  overwegende dat deze natuurramp aanzienlijke schade heeft toegebracht aan onder meer infrastructuur, bedrijven en landbouwgrond, voorts ook elementen van het natuurlijke en culturele erfgoed heeft vernield en mogelijk aanleiding heeft gegeven tot risico’s voor de volksgezondheid,

C. overwegende dat wederopbouw van de door de natuurramp vernielde of beschadigde gebieden noodzakelijk is om de economische en sociale verliezen in die gebieden ongedaan te maken,

D. overwegende dat de frequentie, ernst, complexiteit en impact van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen in geheel Europa de afgelopen jaren snel zijn toegenomen,

1.  geeft uiting aan zijn empathie en solidariteit met de inwoners van de door de natuurramp getroffen gebieden, beseft dat deze ramp ernstige economische gevolgen kan hebben en betuigt zijn medeleven aan de families van de slachtoffers;

2.  uit zijn erkentelijkheid voor de niet-aflatende inspanningen van de zoek- en reddingsteams om levens te redden en de schade in de getroffen gebieden te beperken;

3.  waardeert de acties van de lidstaten die de getroffen gebieden te hulp zijn gekomen, aangezien Europese solidariteit ook inhoudt dat men elkaar in moeilijke tijden steunt;

4.  vraagt de Commissie en de lidstaten om in het licht van het verhoogde overstromingsgevaar dat een gevolg is van de manier waarop grond, woningen en afvoersystemen beheerd worden, een evaluatie uit te voeren van het beleid inzake planning en duurzaam grondgebruik, het absorptievermogen van het ecosysteem en beste praktijken, en verzoekt hen de capaciteiten van de infrastructuur voor overstromingsbeheersing en drainage te vergroten, met als doel schade als gevolg van extreme neerslag te beperken;

5.  verzoekt de door de natuurramp getroffen lidstaten en regio’s bijzondere aandacht te besteden aan de duurzaamheid van hun wederopbouwplannen en de haalbaarheid te onderzoeken van investeringen op lange termijn in het beleid van de lidstaten inzake de preventie van en de reactie op rampen;

6.  vraagt de lidstaten te voldoen aan de eisen die zijn vastgelegd in de Europese Overstromingsrichtlijn, en deze richtlijn ten uitvoer te leggen; vraagt met aandrang dat bij het beheer van de ruimtelijke ordening rekening wordt gehouden met overstromingsrisicokaarten; benadrukt dat efficiënte overstromingspreventie op grensoverschrijdende strategieën moet berusten; moedigt naburige lidstaten ertoe aan hun samenwerking op het vlak van de preventie van natuurrampen te intensiveren en daarbij te zorgen voor een optimaal gebruik van de hiervoor toegewezen EU‑middelen;

7.  verzoekt de Commissie en de lidstaten zo spoedig mogelijk steun te verlenen aan de gebieden die getroffen worden door de economische en sociale gevolgen van de ramp;

8.  wijst er andermaal op dat een nieuwe verordening voor het Solidariteitsfonds, gebaseerd op het Commissievoorstel (COM(2005)0108), onontbeerlijk is om de gevolgen van natuurrampen op soepeler en doeltreffender wijze aan te pakken; laakt het feit dat de Raad het voorstel tegenhoudt, hoewel het Parlement zijn standpunt in mei 2006 in eerste lezing met een overweldigende meerderheid heeft vastgesteld; dringt er bij het Belgische voorzitterschap en de Commissie op aan dat zij onverwijld een oplossing zoeken om het proces van de herziening van deze verordening weer op gang te brengen, met als doel een krachtiger en soepeler instrument in het leven te roepen waarmee doeltreffend kan worden gereageerd op de nieuwe uitdagingen van de klimaatverandering;

9.  verzoekt de Commissie om zodra de nationale en regionale overheden hun respectieve wederopbouwplannen hebben ingediend, maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat het Solidariteitsfonds de nodige financiële middelen zo snel, efficiënt en flexibel mogelijk ter beschikking stelt;

10. verzoekt de Commissie om, naast de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds, blijk te geven van openheid en flexibiliteit tijdens de onderhandelingen met de nationale en regionale autoriteiten over de herziening van de regionale operationele programma's 2007‑2013, die gefinancierd worden door het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds; verzoekt de Commissie deze herziening zo snel mogelijk te doen plaatsvinden;

11. vraagt de Commissie rekening te houden met de verschillen tussen de getroffen regio’s, die onder meer berg- en riviergebieden omvatten, zodat de slachtoffers optimaal hulp kan worden geboden;

12. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten en de regionale en lokale autoriteiten in de getroffen gebieden.