Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B7-0089/2012Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B7-0089/2012

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de doodstraf in Japan

15.2.2012

ingediend overeenkomstig artikel 122, lid 5, van het Reglement
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de fracties:
PPE (B7‑0089/2012)
S&D (B7‑0090/2012)
Verts/ALE (B7‑0091/2012)
GUE/NGL (B7‑0092/2012)
ALDE (B7‑0093/2012)

Cristian Dan Preda, Elmar Brok, Sandra Kalniete, Mario Mauro, Bernd Posselt, Roberta Angelilli, Tunne Kelam, Monica Luisa Macovei, Elena Băsescu, Eija-Riitta Korhola, Sari Essayah, Zuzana Roithová, Sergio Paolo Francesco Silvestris, Giovanni La Via, Csaba Sógor, Lena Kolarska-Bobińska, Bogusław Sonik namens de PPE-Fractie
Véronique De Keyser, Christel Schaldemose, David Martin, Georgios Stavrakakis, Pino Arlacchi, Tanja Fajon, Liisa Jaakonsaari namens de S&D-Fractie
Marietje Schaake, Sonia Alfano, Kristiina Ojuland, Robert Rochefort, Ramon Tremosa i Balcells, Edward McMillan-Scott, Marielle De Sarnez, Graham Watson, Leonidas Donskis, Louis Michel, Izaskun Bilbao Barandica, Jelko Kacin namens de ALDE-Fractie
Keith Taylor, Frieda Brepoels, Sandrine Bélier, Raül Romeva i Rueda, Barbara Lochbihler, Carl Schlyter namens de Verts/ALE-Fractie
Marie-Christine Vergiat namens de GUE/NGL-Fractie

Procedure : 2012/2542(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B7-0089/2012
Ingediende teksten :
RC-B7-0089/2012
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de doodstraf in Japan

Het Europees Parlement,

–   gezien resolutie 63/168 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties waarin wordt aangedrongen op de tenuitvoerlegging van resolutie 62/149 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 18 december 2007 waarin wordt opgeroepen tot een wereldwijd moratorium op de doodstraf en op executies,

–   gezien resolutie 65/206 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 21 december 2010 over een moratorium op de doodstraf,

–   gezien de richtsnoeren van de EU inzake de doodstraf,

–   gezien zijn resolutie van 27 september 2007 over een wereldwijd moratorium op de doodstraf,

–   gezien zijn resolutie van 13 juni 2002 over de afschaffing van de doodstraf in Japan, Zuid-Korea en Taiwan,

–   gezien zijn resolutie van 7 oktober 2010 over de Werelddag tegen de doodstraf,

–   gezien de gezamenlijke verklaring van Catherine Ashton, hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, en Thorbjørn Jagland, secretaris-generaal van de Raad van Europa, ter gelegenheid van de Europese dag en de Werelddag tegen de doodstraf op 10 oktober 2011,

–   gezien de verklaring van de Europese Unie van 6 april 2011 over de afschaffing van de doodstraf waarin de landen die waarnemer bij de Raad van Europa zijn, met inbegrip van Japan, ertoe worden aangespoord de doodstraf af te schaffen,

–   gezien het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, dat Japan in 1999 heeft geratificeerd,

–   gezien artikel 122, lid 5, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de Europese Unie met grote inzet ijvert voor de afschaffing van de doodstraf overal ter wereld en streeft naar de universele aanvaarding van het grondbeginsel van het recht op leven,

B.  overwegende dat 2011 het eerste jaar was waarin geen executie in Japan heeft plaatsgevonden sinds 1993; overwegende echter dat de nieuwe minister van Justitie Toshio Ogawa volgens persberichten heeft aangekondigd dat hij het "behoedzame" beleid van zijn voorganger Hiraoka Hideo niet wenst voort te zetten en bereid zou zijn opnieuw executiebevelen te ondertekenen;

C. overwegende dat in de wereld aanzienlijke vooruitgang is geboekt op weg naar de afschaffing van de doodstraf en dat een toenemend aantal landen de doodstraf heeft afgeschaft;

D. overwegende dat een officiële verbintenis van Japan, als een leidende democratie in Azië en een zeer belangrijk lid van de internationale gemeenschap, de doodstraf te zullen afschaffen, niet alleen strookt met de internationale tendens, maar tevens een krachtig signaal aan de hele wereld is dat het recht op leven moet worden geëerbiedigd en beschermd;

E.  overwegende dat in Japan momenteel rond 130 ter dood veroordeelden op hun executie wachten;

F.  overwegende dat gedetineerden en hun advocaten pas op de dag zelf van de executie op de hoogte worden gesteld en dat families pas worden geïnformeerd nadat de executie is voltrokken, hetgeen buitengewoon wreed is in het licht van de vele jaren dat de ter dood veroordeelden op hun executie hebben zitten te wachten;

1.  is verheugd over het feit dat de betrekkingen van de EU met Japan zijn gebaseerd op een gedeelde gehechtheid aan de vrijheid, de democratie, de rechtsstaat en de rechten van de mens;

2.  is ingenomen met het feit dat in Japan sedert juli 2010 geen executies meer hebben plaatsgevonden en dat in 2010 binnen het ministerie van Justitie een studiegroep inzake de doodstraf is opgezet;

3.  doet een dringend beroep op minister van Justitie Toshio Ogawa om niet langer executiebevelen goed te keuren en de werkzaamheden van de studiegroep te ondersteunen;

4.  verzoekt Japan te blijven streven naar een terugkeer naar het feitelijke moratorium dat van november 1981 tot maart 1993 van kracht was, en de openbare autoriteiten, parlementsleden, maatschappelijke organisaties en media ertoe aan te sporen een nationaal debat te houden over de inzet van de doodstraf in het land;

5.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Commissie, de parlementen van de lidstaten, de Secretaris-generaal van de VN en de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de VN, alsmede aan de premier en minister van Justitie van Japan en het Japanse parlement.