Tenuitvoerlegging van de overeenkomst tussen de EU en de VS voor het opsporen van de financiering van terroristische activiteiten

24.10.2012

Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000175/2012
aan de Commissie
Artikel 115 van het Reglement
Sophia in 't Veld, Renate Weber, Sonia Alfano, Alexander Alvaro, Baroness Sarah Ludford, Gianni Vattimo, Cecilia Wikström, Ramon Tremosa i Balcells, Marielle de Sarnez
namens de ALDE-Fractie

De Joint Supervisory Board (JSB) van Europol stelt dat niet kan worden vastgesteld dat artikel 4 van de overeenkomst EU-VS ten uitvoer wordt gelegd (zie de verklaring over zijn verslag betreffende de tweede inspectie van de tenuitvoerlegging door Europol van zijn taken onder het programma voor het opsporen van de financiering van terroristische activiteiten (TFTP) en betreffende de tenuitvoerlegging van de JSB-aanbevelingen naar aanleiding van de inspectie van vorig jaar). De JSB concludeert dat er klaarblijkelijk geen sprake is van een beperking in tijd of ruimte. Met andere woorden: alle gegevens worden doorgegeven. Deelt de Commissie onze opvatting dat dit een uiterst verontrustende conclusie is?

Is de Commissie het met ons eens dat indien de opmerkingen van de JSB kloppen één van de belangrijkste doelstellingen van de overeenkomst, te weten bewerkstelligen dat niet langer alle gegevens worden doorgegeven, niet wordt verwezenlijkt?

Is de Commissie niet van oordeel dat de tenuitvoerlegging van de overeenkomst EU-VS volledig moet voldoen aan de Europese normen op het gebied van transparantie? Kan de Commissie verduidelijken op welke gronden de toegang tot het volledige verslag van de JSB wordt geweigerd, ondanks het feit dat de JSB zelf niet tegen de openbaarmaking ervan is?

Is de Commissie op de hoogte van bestaande jurisprudentie, te weten In 't Veld tegen de Raad (T‑529/09), die zegt dat er geen automatische en algemene vrijstelling is van de transparantieregels voor documenten in verband met internationale betrekkingen? Deelt de Commissie de zienswijze dat er geen sprake kan zijn van een betekenisvolle democratische controle zonder toegang tot alle relevante informatie?

Vindt de Commissie niet dat hier fundamentele rechten van burgers op het spel staan en dat zij derhalve het recht hebben te weten of de overeenkomst EU-VS volledig en op correcte wijze ten uitvoer wordt gelegd?

Kan de Commissie aangeven of gegevens inderdaad worden gebruikt zoals beschreven in artikel 5 van de overeenkomst? Was de Commissie tijdens de onderhandelingen over de overeenkomst met de VS op de hoogte van het verschil tussen 'data mining' en analyses van sociale netwerken en zo niet, waarom niet, en zo ja, waarom heeft zij het Parlement en de Raad hier niet van op de hoogte gesteld?

Kan de Commissie meedelen wanneer zij van plan is het systeem voor de extractie van gegevens op Europees grondgebied te ontwikkelen, hetgeen één van de belangrijke voorwaarden was voor de toestemming van het Europees Parlement?

Ingediend: 24.10.2012

Doorgezonden: 26.10.2012

Uiterste datum beantwoording: 2.11.2012