VERSLAG over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden (COM(96)0296 - C4-0388/96 - 96/0160(CNS))

7 april 1997

Commissie visserij
Rapporteur: Gordon Adam

Bij schrijven van 9 juli 1996 verzocht de Raad, overeenkomstig artikel 43 van het EG-Verdrag, het Parlement om advies inzake het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden.

Op 15 juli 1996 gaf de Voorzitter van het Parlement kennis van de verwijzing van dit voorstel naar de Commissie visserij als commissie ten principale.

De Commissie visserij benoemde op haar vergadering van 22 en 23 juli 1996 mevrouw Izquierdo Rojo tot rapporteur.

Zij behandelde het Commissievoorstel en het ontwerp-verslag op haar vergaderingen van 9 en 10 september, 18 en 19 november, 25 en 26 november en 9 december 1996.

Op laatstgenoemde vergadering hechtte zij met 15 stemmen voor en 1 tegen bij 1 onthouding haar goedkeuring aan de wetgevingsresolutie.

Aan de stemming namen deel: de leden Arias Cañete, voorzitter; Kindermann, ondervoorzitter; Izquierdo Rojo, rapporteur; d'Aboville, Adam, Apolinario (verving Pery), Baldarelli, Fraga Estévez, Frutos Gama (verving Perez Royo, overeenkomstig artikel 138, lid 2), Langenhagen, Macartney, McKenna, Olsson, Souchet, Teverson, Vallvé (verving Kofoed) en Varela Suanzes-Carpegna.

Het verslag werd bij de Griffie ingediend op 9 december 1996 (A4-0409/96).

Op de vergadering van 13 december 1996 werd het verslag overeenkomstig artikel 59, lid 3 van het Reglement naar de commissie terugverwezen. Op 17 februari 1997 werd het verslag op verzoek van de commissie overeenkomstig artikel 129 van het Reglement terugverwezen.

De Commissie visserij benoemde op haar vergadering van 20 en 21 januari 1997 de heer Adam tot rapporteur.

Zij behandelde het Commissievoorstel en het tweede ontwerpverslag op haar vergaderingen van 25/26 februari, 11 maart en 7 april 1997.

Op laatstgenoemde vergadering hechtte zij met 16 stemmen voor en 2 tegen haar goedkeuring aan de ontwerpwetgevingsresolutie.

Aan de stemming namen deel: de leden Fraga Estévez, voorzitter; Kindermann en Macartney, ondervoorzitters; Adam, rapporteur; d'Aboville, Apólinario, Arias Cañete (verving Provan), Baldarelli, Cunha, Dührkop Dührkop, Hardstaff (verving Crampton), Imaz San Miguel (verving Bébéar), Kofoed, Langenhagen, McMahon (verving Pery), Medina Ortega, Pérez Royo (verving Roubatis) en Varela Suanzes-Carpegna.

Het tweede verslag werd bij de Griffie ingediend op 7 april 1997.

Termijn voor de indiening van amendementen: dinsdag 8 april 1997 om 16.00 uur.

A. WETGEVINGSVOORSTEL - ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden (COM(96)0296 - C4-0388/96 - 96/0160(CNS))

Dit voorstel wordt goedgekeurd met de volgende wijzigingen:

Door de Commissie voorgestelde tekst (1)

Door het Parlement aangebrachte wijzigingen

(Amendement 1)

Derde visum bis (nieuw)

- gelet op de resolutie van het Europees Parlement van 25 oktober 1996 (1) over de mededeling van de Commissie betreffende de tenuitvoerlegging van technische maatregelen in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid,

(1) PB C ...

(Amendement 2)

Zevende overweging bis (nieuw)

overwegende dat technische maatregelen (maaswijdtes, netsoorten, minimummaten en beperkingen op de visserij) slechts met succes bijgesteld of geïnnoveerd kunnen worden als een flankerend beleid wordt gevoerd met betrekking tot:

- de wetenschappelijke validering van de technische en commerciële aspecten;

- onderzoekprogramma's als onderdeel van het communautair kaderprogramma;

- een compensatieregeling in het geval van inkomensverlies voor vissers als gevolg van de tenuitvoerlegging van technische maatregelen;

dat de vissers zelf zoveel mogelijk actief moeten worden betrokken bij en geraadpleegd moeten worden over deze vormen van onderzoek en deze maatregelen, in het kader waarvan ook rekening moet worden gehouden met de diversiteit van de soorten die in onderscheiden gebieden voorkomen;

(1) PB C 292 van 4.10.1996, blz. 1.

(Amendement 3)

Zevende overweging ter (nieuw)

overwegende dat teruggooi een zinloze verspilling van hernieuwbare mariene hulpbronnen is en dat het communautaire beleid erop gericht moet zijn de teruggooi tot een minimum te beperken,

(Amendement 4)

Achtste overweging

overwegende dat, in het licht van wetenschappelijke adviezen, grotere maaswijdten moeten worden vastgesteld voor gesleept vistuig waarmee op mariene organismen van bepaalde soorten wordt gevist, en dat, in het licht van wetenschappelijke adviezen, het gebruik van netdelen met vierkante mazen verplicht moet worden gesteld, aangezien dit aanzienlijk kan bijdragen tot vermindering van de vangst van jonge exemplaren van mariene organismen,

overwegende dat, in het licht van wetenschappelijke adviezen en in overleg met de vissers, de maaswijdten van sleepnetten op gezette tijden moeten worden aangepast en de toepassing van selectieve maatregelen zoals het gebruik van netdelen met vierkante mazen of andere maatregelen waardoor de vangst van jonge vis sterk kan worden teruggedrongen verplicht moet worden gesteld en dat de Commissie en de lidstaten zulke maatregelen grondiger moeten bestuderen,

(Amendement 5)

Drieëntwintigste overweging bis (nieuw)

overwegende dat het voor de instandhouding van de visbestanden en de optimalisering van de visserij-activiteiten op communautair en internationaal niveau wenselijk is dat de technische maatregelen voor het beheer van de visbestanden in de wereld zoveel mogelijk op elkaar aansluiten; dat de Commissie in de internationale visserijorganisaties waarin ze zetelt maximaal moet ijveren voor deze eenvormigheid, vooral wat de minimummaten van de vis zelf als het soort vistuig en de kenmerken ervan betreft,

(Amendement 6)

Artikel 1 bis (nieuw)

1 bis. Onderhavige verordening wordt toegepast op basis van een overgangsperiode van drie jaar, waarna de Commissie een eindverslag opstelt over de uitvoering ervan en over de wetenschappelijke/technische waarde van de voorgestelde maatregelen.

(Amendement 7)

Artikel 7, lid 1

1. Het is verboden sleepnetten, Deense zegennetten of soortgelijke netten aan boord te hebben of te gebruiken waarvan het aantal mazen in de omtrek van de kuil, met uitsluiting van de aanslag en de naadlijn, groter is dan 100.

1. Het is verboden sleepnetten, Deense zegennetten of soortgelijke netten aan boord te hebben of te gebruiken waarvan het aantal mazen in de omtrek van de kuil, met uitsluiting van de aanslag en de naadlijn, groter is dan 100. Dit verbod geldt evenwel niet voor vaartuigen die vissen met netten met een maaswijdte van minder dan 80 mm, waarbij gebruik mag worden gemaakt van kuilen met ten hoogste 120 mazen in de omtrek met uitsluiting van de aanslag en de naadlijn.

(Amendement 8)

Artikel 8, lid 1

1. Gesleepte netten met een maaswijdte van 70 mm of meer moeten in het bovenste deel van het net voorzien zijn van een gedeelte (een paneel) met vierkante mazen met een maaswijdte die ten minste gelijk is aan die van de kuil.

1. Gesleepte netten met een maaswijdte van 70 mm of meer moeten in het bovenste deel van het net voorzien zijn van een gedeelte (een paneel) met vierkante mazen met een maaswijdte die ten minste gelijk is aan of groter dan 80 mm.

1 bis. Onverminderd het bepaalde in lid 1 geldt voor sleepnetten met een maaswijdte van 70 tot en met 110 mm een overgangsperiode van ten hoogste vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening, tijdens dewelke zij worden aangepast aan het bepaalde in lid 1. De Commissie en de lid-staten stellen te dien einde maatregelen vast om de aanwending van netten met vierkante mazen geleidelijk in de hand te werken wanneer het gaat om vangsten en soorten waarvoor terdege is aangetoond dat het gebruik van deze netten de selectiviteit ten goede komt.

1 ter. Aangezien het uit wetenschappelijk oogpunt nog niet vaststaat in hoeverre netten met vierkante mazen doeltreffend zijn voor de vangst op bepaalde soorten, kan de Commissie op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende lidstaat terugkomen op de overeenkomstig lid 1 bis geleidelijk in te voeren verplichting, op voorwaarde dat zij daarbij kan steunen op gedegen en beproefde wetenschappelijke informatie.

(Amendement 9)

Artikel 8, lid 2

2. Alle in lid 1 bedoelde net gedeelten met vierkante mazen moeten:

2. Alle in lid 1 bedoelde net gedeelten met vierkante mazen moeten:

a) ten minste drie meter lang zijn,

a) ten minste drie meter lang zijn,

b) zodanig langs elke lengterand aan het net bevestigd zijn dat het deel van het net waaraan het netgedeelte met vierkante mazen is bevestigd, in gestrekte toestand even lang is als het gestrekte netgedeelte met vierkante mazen langs die lengterand,

b) zodanig langs elke lengterand aan het net bevestigd zijn dat het deel van het net waaraan het netgedeelte met vierkante mazen is bevestigd, in gestrekte toestand even lang is als het gestrekte netgedeelte met vierkante mazen langs die lengterand,

c) ten minste 90% bedekken van de breedte van het deel van het net waarin ze zijn aangebracht.

c) ten minste 90% bedekken van de breedte van het deel van het net waarin ze zijn aangebracht.

Onverminderd het voorgaande en gezien het feit dat de communautaire wateren worden bevist door uiteenlopende soorten vaartuigen mogen de lidstaten overeenkomstig het subsidiariteitsprincipe in bepaalde, met redenen omklede gevallen wetgevingsvoorschriften uitvaardigen met betrekking tot de optimale aanbrenging van het netgedeelte met vierkante mazen in het net. In geen geval mag het uit de onderhavige verordening voortvloeiende verplichte gebruik van netten met vierkante mazen door deze wetgeving worden omzeild.

(Amendement 10)

Artikel 8, lid 2, sub d) (nieuw)

d) zijn vervaardigd uit knooploos materiaal of ander materiaal zonder gebruikmaking van schuifknopen, en zodanig aangebracht dat de mazen bij het vissen onder alle omstandigheden volledig open blijven,

(Amendement 11)

Artikel 9

1. Vaartuigen die gesleepte netten met een minimummaaswijdte van 110 millimeter of meer aan boord hebben of gebruiken, mogen niet tegelijk gesleepte netten met een minimummaaswijdte van minder dan 110 millimeter aan boord hebben of gebruiken.

2. Vaartuigen mogen netten met twee verschillende minimummaaswijdten aan boord hebben of gebruiken op voorwaarde dat de ene minimummaaswijdte van 0 tot en met 60 millimeter bedraagt en de andere van 70 tot en met 109 millimeter.

In dit geval, en in afwijking van het bepaalde in artikel 5, moet het minimumpercentage doelsoorten dat zich aan boord bevindt 85% bedragen. Dit percentage heeft betrekking op de doelsoorten zoals vastgesteld voor het zich aan boord bevindende net of de zich aan boord bevindende netten met de grootste van de twee maaswijdten.

3. Vaartuigen die niet aan de bepalingen van lid 1 en lid 2 voldoen, mogen geen sleepnetten, Deense zegennetten of soortgelijke netten gebruiken.

1. Vaartuigen die gesleepte netten met een minimummaaswijdte van 110 millimeter of meer aan boord hebben of gebruiken, mogen niet tegelijk gesleepte netten met een minimummaaswijdte van minder dan 110 millimeter aan boord hebben of gebruiken.

2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 mogen vaartuigen netten met twee verschillende maaswijdten aan boord hebben of gebruiken.

In dit geval, en in afwijking van het bepaalde in artikel 5, moet het minimumpercentage doelsoorten dat zich aan boord bevindt 90% bedragen. Dit percentage heeft betrekking op de doelsoorten zoals vastgesteld voor het zich aan boord bevindende net of de zich aan boord bevindende netten met de grootste van de twee maaswijdten.

3. Vaartuigen die niet aan de bepalingen van lid 1 en lid 2 voldoen, mogen geen sleepnetten, Deense zegennetten of soortgelijke netten gebruiken.

(Amendement 12)

Artikel 10

1. Het is verboden sleepnetten aan boord te hebben of te gebruiken die volledig of gedeeltelijk zijn vervaardigd van netmateriaal waarvan het getwijnde garen een diameter van meer dan 8 mm heeft.

2. Het is verboden sleepnetten aan boord te hebben of te gebruiken die volledig of gedeeltelijk zijn vervaardigd van netmateriaal van meervoudig getwijnd garen.

1. Met ingang van 31 december 1999 is het verboden sleepnetten aan boord te hebben of te gebruiken waarvan de kuil volledig of gedeeltelijk is vervaardigd van netmateriaal waarvan het getwijnde garen een diameter van meer dan 8 mm heeft. Dit verbod geldt evenwel niet voor pelagische sleepnetten, waarvoor maaswijdten tot 80 mm zijn toegestaan.

2. Met ingang van 31 december 1999 is het verboden sleepnetten aan boord te hebben of te gebruiken die volledig of gedeeltelijk zijn vervaardigd van netmateriaal van meervoudig getwijnd garen.

(Amendement 13)

Artikel 11, lid 1

1. Het is verboden gesleept vistuig aan boord te hebben of te gebruiken dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit andere dan vierkante of ruitvormige mazen.

1. Het is verboden gesleept vistuig aan boord te hebben of te gebruiken waarvan de mazen in de netkuil niet vierkant of ruitvormig zijn.

(Amendement 14)

Artikel 16

Het sorteren vindt onmiddellijk na de vangst plaats.

Het sorteren vindt onmiddellijk na het verwijderen van de vangst uit het net plaats.

(Amendement 15)

Artikel 17, lid 1

1. De zich aan boord bevindende hoeveelheden mariene organismen die de in de bijlagen II tot en met VI toegestane percentages overschrijden, worden, ongeacht het tijdstip, vóór de terugkeer naar de haven in zee teruggezet.

1. De zich aan boord bevindende hoeveelheden mariene organismen die de in de bijlagen II tot en met VI toegestane percentages overschrijden, worden, ongeacht het tijdstip, vóór de terugkeer naar de haven in zee teruggezet. Wanneer echter gebruik wordt gemaakt van kieuwnetten, warnetten of beugen mag geen vis worden teruggegooid terwijl het tuig geïnstalleerd of verwijderd wordt.

(Amendement 16)

Artikel 21, lid 2, sub a)

a) op haring, horsmakreel en makreel, voor maximaal 10 gewichtspercenten van het totale gewicht van de aan boord gehouden vangsten van die soorten,

a) op haring, horsmakreel, sardine, ansjovis en makreel, voor maximaal 10 gewichtspercenten van het totale gewicht van de aan boord gehouden vangsten van die soorten,

(Amendement 17)

Artikel 21, lid 3

3. Echter, ondermaatse ansjovis, horsmakreel of makreel die is gevangen om als levend aas te worden gebruikt, mag zich aan boord bevinden, op voorwaarde dat deze soorten levend aan boord worden gehouden.

3. Echter, ondermaatse ansjovis, sardine, horsmakreel of makreel die is gevangen om als levend aas te worden gebruikt, mag zich aan boord bevinden, op voorwaarde dat deze soorten levend aan boord worden gehouden.

(Amendement 18)

Artikel 27, lid 2

2. Het is verboden tonijn aan boord te houden die met drijfnetten is gevangen in de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Spanje of Portugal vallen in de ICES-vakken VIII, IX en X en in de wateren in de CECAF-gebieden rond de Canarische eilanden.

2. Het is verboden tonijn aan boord te houden die met drijfnetten is gevangen in de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Spanje of Portugal vallen in de ICES-vakken VIII, IX en X en in de wateren in de CECAF-gebieden rond de Canarische eilanden en de archipel van Madeira.

(Amendement 19)

Artikel 31, lid 1, sub a) en b)

Beperkingen op de heekvisserij

Beperkingen op de heekvisserij

1. Het is verboden te vissen met sleepnetten, Deense zegennetten of soortgelijke netten in de geografische zones en tijdens de perioden als hiernavolgend genoemd:

1. Het is verboden te vissen met sleepnetten, Deense zegennetten of soortgelijke netten in de geografische zones en tijdens de perioden als hiernavolgend genoemd:

a) van 1 april tot en met 31 juli in de geografische zone die wordt begrensd door een lijn tussen de punten met de volgende coördinaten:

Sub a) en sub b) schrappen.

- 51Ί35' noorderbreedte, 11Ί40' westerlengte,

- 51Ί35' noorderbreedte, 11Ί25' westerlengte,

- 51Ί25' noorderbreedte, 11Ί25' westerlengte,

- 51Ί25' noorderbreedte, 11Ί40' westerlengte,

b) van 1 mei tot en met 31 juli in de geografische zones die worden begrensd door een lijn tussen de punten met de volgende coördinaten:

- 51Ί00' noorderbreedte, 11Ί35' westerlengte,

- 51Ί00' noorderbreedte, 11Ί25' westerlengte,

- 49Ί40' noorderbreedte, 11Ί25' westerlengte,

- 49Ί40' noorderbreedte, 11Ί35' westerlengte,

en

- 50Ί30' noorderbreedte, 10Ί30' westerlengte,

- 50Ί30' noorderbreedte, 9Ί20' westerlengte,

- 50Ί45' noorderbreedte, 9Ί20' westerlengte,

- 50Ί45' noorderbreedte, 10Ί30' westerlengte,

en

- 51Ί45' noorderbreedte, 14Ί30' westerlengte,

- 51Ί45' noorderbreedte, 13Ί00' westerlengte,

- 52Ί30' noorderbreedte, 13Ί00' westerlengte,

- 52Ί30' noorderbreedte, 14Ί30' westerlengte,

en

- 48Ί10' noorderbreedte, 9Ί40' westerlengte,

- 48Ί10' noorderbreedte, 9Ί10' westerlengte,

- 48Ί40' noorderbreedte, 9Ί10' westerlengte,

- 48Ί40' noorderbreedte, 9Ί40' westerlengte,

(Amendement 20)

Artikel 31, lid 1, sub e)

e) van 1 december tot en met de laatste dag van februari van het daaropvolgende jaar in de geografische zone die wordt begrensd door een lijn tussen de punten met de volgende coördinaten:

- 37Ί50' noorderbreedte op de westkust van Portugal,

- 37Ί50' noorderbreedte, 9Ί03' westerlengte,

- 37Ί00' noorderbreedte, 9Ί00' westerlengte,

- 37Ί00' noorderbreedte op de westkust van Portugal;

e) van 1 december tot en met de laatste dag van februari van het daaropvolgende jaar in de geografische zone die wordt begrensd door een lijn tussen de punten met de volgende coördinaten:

- 37Ί50' noorderbreedte op de westkust van Portugal,

- 37Ί50' noorderbreedte, 9Ί08' westerlengte,

- 37Ί00' noorderbreedte, 9Ί07' westerlengte,

- 37Ί00' noorderbreedte op de westkust van Portugal;

(Amendement 21)

Artikel 31, lid 3

3. In de zones en buiten de in lid 1 vermelde perioden is het verboden sleepnetten met een minimummaaswijdte van minder dan 80 millimeter aan boord te hebben of te gebruiken.

3. In de zones en buiten de in lid 1 vermelde perioden is het verboden sleepnetten met een minimummaaswijdte van minder dan 70 millimeter aan boord te hebben of te gebruiken.

(Amendement 22)

Artikel 31, lid 3 bis (nieuw)

3 bis. De Commissie gaat na of bijkomende maatregelen moeten worden getroffen om de volwassen heek die in het gebied voor de zuidkust en de westkust van Ierland het paaibestand vormt te beschermen en brengt binnen 12 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening verslag uit over haar bevindingen.

(Amendement 23)

Artikel 34

Beperkingen op de visserij op demersale vissoorten

Schrappen.

Van 1 maart tot en met 30 april is het verboden met gesleept demersaal vistuig te vissen in de geografische zone die wordt gevormd door een lijn tussen de volgende coördinaten:

- een punt op de westkust van het Verenigd Koninkrijk op 51Ί15' noorderbreedte,

- 50Ί15' noorderbreedte, 6Ί00' westerlengte,

- 51Ί00' noorderbreedte, 6Ί00' westerlengte,

- 51Ί00' noorderbreedte, 4Ί40' westerlengte,

- een punt op de westkust van het Verenigd Koninkrijk op 4Ί40' westerlengte.

(Amendement 24)

(Bijlage I)

De volgende soorten toevoegen:

Wetenschappelijke naamGangbare benaming

Atherina spp. Koornaarvis

Trisopterus minutus Molenaar

Gadiculus argenteus Zilverkabeljauw

Cepolidae

Nezumia spp., Trachyrhyncus spp.,

Malacocephalus spp. Sterrekijker

Mora moro Dwergbolk

Brama brama Braam

Beryx spp. Noordelijke slijmkop

Zeus faber Zonnevis

Aristaeomorpha

foliacea Rode reuzengarnaal

Rajidae Rog

Scyliorhinidae Hondshaai

Galeidae, Squalidae Haai en doornhaai

(Amendement 25)

(Bijlage II)

(DOELSOORTEN)

Maaswijdte 16-31 mm - tweede soortengroep

- Garnaal (Palaemon spp)

Maaswijdte 55-60 mm - vijfde soortengroep

- Steenbolk (trisopterus luscus)

- Gewone zeekat (sepia officinalis) (uit groep 7 geschrapt)

Maaswijdte 70-79 mm - zesde soortengroep

- Garnaal (penaeopsis serrata)

- Rode garnaal (plesiopenaeus edwardsianus)

- Rode diepzeekrab (geryon longipes)

(Amendement 26)

(Bijlage II (doelsoorten))

Aan de maaswijdtecategorie 32-54 mm de volgende soort toevoegen:

Gestreepte tong (Dicologoglossa cuneata)

(Amendement 27)

(Bijlage II)

Na "ansjovis" de volgende soorten toevoegen:

Koornaarvis (Atherina spp.)

Molenaar (Trisopterus minutus)

Zilverkabeljauw (Gadiculus argenteus)Cepolidae

Nezumia spp., Trachyrhyncus spp., Sterrekijker (Malacocephalus spp.)

(Amendement 28)

(Bijlage II)

Na "pelagische koppotigen" de volgende soorten toevoegen:

Geep (Belone belone)

Steenbolk (Trisopterus luscus)

Harder (Mugil spp.)

(Amendement 29)

(Bijlage II)

Na "octopus" de volgende soorten toevoegen:

Dwergbolk (Mora moro)

Gestreepte tong (Dicologoglossa cuneata)

Braam (Brama brama)

Noordelijke slijmkop (Beryx spp.)

Zonnevis (Zeus faber)

Lipvis (Labridae)

(Amendement 30)

(Bijlage II (doelsoorten))

Aan de laatste groep toevoegen:

Hondshaai (Scyliorhinus spp.)

Steenbolk (Trisopterus luscus)

Harder (Liza haematochila)

Zeetong (Dicologoglossa cuneata)

Schelvis (Sebastes spp.)

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor

een verordening van de Raad houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden (COM(96)0296 - C4-0388/96 - 96/0160(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

- gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(96)0296 - 96/0160(CNS)) [1],

- geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 43 van het EG-Verdrag (C4-0388/96),

- gelet op artikel 58 van zijn Reglement,

- gezien het verslag van de Commissie visserij (A4-0409/96),

- gezien het tweede verslag van de Commissie visserij (A4-0122/97),

1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel zoals gewijzigd door het Parlement;

2. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

3. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

4. verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

  • [1] () PB C 292 van 4.10.1996, blz. 1.

B TOELICHTING

De ontwerpverordening van de Commissie heeft als doel het wijzigen van de bestaande technische maatregelen met inachtneming van recente wetenschappelijke gegevens, teneinde de vangst van jonge vis te verminderen. In simpel Nederlands: om meer vis de kans te geven langer te leven en groter te worden. De uiteindelijke doelstelling is het voortbestaan van alle vissoorten waarop gevist wordt in wateren die onder jurisdictie van de Europese Unie vallen.

Mogelijke maatregelen zijn:

a) het aantal netten van verschillende maaswijdte dat tegelijkertijd aan boord van een vissersschip is toegestaan (de Commissie geeft de voorkeur aan een één-net-regel, maar ziet in dat dit momenteel politiek niet haalbaar is);

b) grotere selectiviteit door:

i) een grotere maaswijdte;

ii) het gebruik van panelen met vierkante mazen vooraan de netkuil;

iii) het gebruik van selectieve panelen;

c) gesloten seizoenen en gesloten zones;

d) aanpassing van de minimummaten voor aanvoer aan de selectiviteit van de netten.

Bij overleg in de commissie bleek men over het algemeen van mening te zijn dat de hoeveelheid gevangen jonge vis en de teruggooi verminderd moeten worden. Er waren echter grote verschillen aan te wijzen in het grote aantal amendementen op het voorstel van de Commissie, die terug te voeren waren op de verschillende nationale en plaatselijke gebruiken op het gebied van de visvangst.

Aangezien het onmogelijk is alle standpunten weer te geven, heeft de rapporteur gepoogd een aantal compromisamendementen te formuleren die:

a) serieus overwogen dienen te worden door de Commissie, de Raad en de visserijorganisaties;

b) geen verzwakking betekenen van de technische maatregelen die nu van kracht zijn;

c) de technische maatregelen verbeteren en versterken;

d) gemakkelijker te controleren zijn.

De leden van de commissie waren het eens over de noodzaak van een redelijke overgangsperiode voor de volledige invoering van de verordening.

Tevens was men het erover eens dat het voor een succesvolle werking van de verordening nodig is om een ander flankerend beleid te formuleren waarbij de visserijorganisaties zoveel mogelijk betrokken moeten worden. Het gaat hierbij om de volgende punten:

a) sociaal-economische gevolgen;

b) wetenschappelijke beoordeling van de visbestanden;

c) wetenschappelijke validering van de effectiviteit van de technische maatregelen.

Deze standpunten zijn weergegeven in een voorstel voor een toevoeging aan de preambule van de verordening. De Commissie visserij verzoekt de Commissie om in aansluiting op bovenstaande punten voorstellen in te dienen.

Bijlage

VERKLARING VAN DE COMMISSIE

(Overeenkomstig artikel 56, lid 4 van het Reglement)

Overeenkomstig artikel 56, lid 1 van het Reglement en naar aanleiding van een verzoek van de commissie, verklaarde de vertegenwoordiger van de Commissie dat de diensten van de Commissie momenteel niet bezig zijn met de uitwerking van een nieuw voorstel voor technische maatregelen.