AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen ("ROME II")

22.12.2006 - (9751/7/2006 – C6‑0317/2006 –2003/0168 (COD)) - ***II

Commissie juridische zaken
Rapporteur: Diana Wallis

Procedure : 2003/0168(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0481/2006
Ingediende teksten :
A6-0481/2006
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen ("ROME II")

(9751/7/2006 – C6‑0317/2006 –2003/0168 (COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (9751/7/2006 – C6‑0317/2006),

–   gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt[1] inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003)0427)[2],

–   gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2006)0083),

–   gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

–   gelet op artikel 62 van zijn Reglement,

–   gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie juridische zaken (A6‑0481/2006),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Gemeenschappelijk standpunt van de RaadAmendementen van het Parlement

Amendement 1

Overweging 7

(7) Het materiële toepassingsgebied en de bepalingen van de verordening moeten stroken met Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Brussel I) en met het Verdrag van Rome van 1980 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst .

(7) Het materiële toepassingsgebied en de bepalingen van de verordening moeten stroken met Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Brussel I), met het Verdrag van Rome van 1980 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst en de toekomstige verordening inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst ("Rome I").

Motivering

Het spreekt voor zich dat de verordening consistent moet zijn, niet alleen met het Verdrag van Rome van 1980 - dat gehandhaafd blijft vanwege het feit dat Denemarken niet deelneemt aan de goedkeuring van de verordening en het Verenigd Koninkrijk zich in elk geval momenteel uit Rome I heeft teruggetrokken - maar ook met de nieuwe verordening die zal worden aangenomen. Dit amendement komt overeen met een in eerste lezing aangenomen amendement.

Amendement 2

Overweging 7 bis (nieuw)

(7 bis) Het streven naar samenhang in het Gemeenschapsrecht vereist dat deze verordening geen afbreuk doet aan de bepalingen in instrumenten van afgeleid recht, buiten deze verordening, die regelen welk recht van toepassing is of die een invloed hebben op het recht dat van toepassing is, zoals collisieregels op specifieke gebieden, communautaire bepalingen van bijzonder dwingend recht, en de fundamentele rechtsbeginselen van de interne markt. Uiteindelijk moet de verordening de juiste werking van de interne markt stimuleren, met name het vrije verkeer van goederen en diensten.

Motivering

Dit amendement, dat is gebaseerd op de formulering van overweging 19 in het voorstel van de Commissie, en aangenomen in eerste lezing, moet worden gelezen in samenhang met het amendement op artikel 27. Het is van essentieel belang dat de bepalingen van deze verordening geen afbreuk doen aan de goede werking van de interne markt.

Amendement 3

Overweging 10 bis (nieuw)

(10 bis) De collisieregels in deze verordening gelden ook voor verbintenissen uit hoofde van risicoaansprakelijkheid, en de geharmoniseerde aanknopingsregels gelden ook voor de vraag naar de rechts- of handelingsbekwaamheid voor aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad.

Motivering

Met het oog op vooral (maar niet alleen) de verbintenissen bij verkeersongevallen uit hoofde van een risicoaansprakelijkheid van de eigenaar van het voertuig is het zaak duidelijk te maken dat de conflictregels ook zien op risicoaansprakelijkheid. Ook verdient het vermelding, dat de geharmoniseerde aanknopingsregels gelden voor de vraag naar de bekwaamheid voor aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad. Dit amendement is in eerste lezing aangenomen.

Amendement 4

Overweging 12 bis (nieuw)

 

(12 bis) De noodzaak om concurrentievervalsing te vermijden en rechtszekerheid te waarborgen moet niettemin altijd ondergeschikt blijven aan de noodzaak recht te doen in individuele gevallen, en derhalve moeten de rechtbanken een beoordelingsmarge behouden.

Motivering

Er moet meer flexibiliteit in de voorschriften worden ingebouwd ten einde rechtbanken de mogelijkheid te bieden recht te doen in individuele gevallen. Rechtbanken maken al gebruik van classificatie van kwesties als "procedureel" om een zekere beoordelingsmarge te hebben. Het is beter en strookt meer met de noodzaak van rechtszekerheid rechtbanken openlijk beperkte discretionaire bevoegdheden toe te kennen. Dit amendement is gebaseerd op een in eerste lezing aangenomen amendement.

Amendement 5

Overweging 19

(19) De bijzondere regel in artikel 6 vormt geen uitzondering op de algemene regel in artikel 4, lid 1, maar juist een verduidelijking daarvan. Inzake oneerlijke concurrentie dient de collisieregel bescherming te bieden aan concurrenten, consumenten en het publiek in het algemeen, en tevens garant staan voor het goed functioneren van de markteconomie. Deze doelstellingen zijn in het algemeen te bereiken door aanknoping bij het recht van het land waar de concurrentieverhoudingen dan wel de gezamenlijke belangen van de consumenten worden of dreigen te worden aangetast.

schrappen

Motivering

Er wordt vanuit gegaan dat de algemene regel zeer wel voorziet in gevallen met betrekking tot oneerlijke concurrentie. Bovendien maakt de Raad in overwegingen 20 en 21 wat hij bedoelt met oneerlijke concurrentie en handelingen die de concurrentie beperken, namelijk "inbreuken op nationale als op communautaire mededingingsregels", in het bijzonder inbreuken op artikelen 81 en 82 van het Verdrag. In haar herziene voorstel (COM(2006)83 def), sloeg de Commissie echter een andere weg in met de vastlegging van een regel inzake niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit een oneerlijke handelspraktijk. Zij gaf er de voorkeur aan anticoncurrentiepraktijken, in de zin van artikelen 81 en 82 van het Verdrag onder de algemene regel te laten vallen, vanwege het actuele debat over het Groenboek over Schadevorderingen wegens schending van de communautaire antitrustregels, waarna de Commissie misschien een andere oplossing zal steunen in de loop van de medebeslissingsprocedure. De benadering die de Raad heeft gekozen in het gemeenschappelijk standpunt zou tekort doen aan het initiatiefrecht van de Commissie en vooruitlopen op de beraadslagingen van het Parlement over een toekomstig wetsvoorstel van de Commissie dat specifiek betrekking heeft op het mededingingsrecht. Er zij op gewezen dat een dienovereenkomstig amendement werd aangenomen in eerste lezing.

Amendement 6

Overweging 20

(20) Onder niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit beperking van de mededinging, in de zin van artikel 6, lid 3, moeten zowel inbreuken op nationale als op communautaire mededingingsregels worden verstaan. Het recht dat op dergelijke niet-contractuele verbintenissen van toepassing is, is het recht van het land waar de beperking invloed heeft of zou kunnen hebben op de markt, waarbij wel sprake moet zijn van een rechtstreekse en aanzienlijke invloed. In het geval dat de schade zich in meer dan een land voordoet, moet de toepassing van het recht van elk van de betrokken landen worden beperkt tot de schade die zich in het land voordoet.

schrappen

Motivering

Zie motivering bij amendement op overweging19.

Amendement 7

Overweging 21

(21) Onder artikel 6, lid 3, vallen bijvoorbeeld overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die de handel in of tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen een lidstaat of op de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst, alsmede het misbruiken van een machtspositie in een lidstaat of op de interne markt.

schrappen

Motivering

Zie motivering bij amendement op overweging 19.

Amendement 8

Overweging 22

(22) Met betrekking tot milieuschade vormt artikel 174 van het Verdrag - dat een hoog niveau van bescherming voorschrijft, berustend op het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden, en het beginsel dat de vervuiler betaalt - een afdoende verantwoording voor de toepassing van het beginsel van voorrang voor de persoon die schade lijdt. De vraag op welk tijdstip degene die schadevergoeding vordert het toepasselijke recht kan kiezen, dient te worden beantwoord aan de hand van het recht van de lidstaat van de aangezochte rechter.

schrappen

Motivering

De algemene regels voorzien voldoende in gevallen van milieuschade. Bovendien is niet duidelijk wat wordt bedoeld met "milieuschade" en moet het in deze verordening uitsluitend gaan om de vraag wat de toepasselijke wetgeving moet zijn en niet om de inhoudelijke wetgeving inzake milieuaansprakelijkheid. Indien ervan uit wordt gegaan dat een speciale bepaling voor "milieuschade" noodzakelijk is, moet daarvoor een definitie worden opgenomen. Dit amendement komt overeen met een amendement dat is aangenomen in eerste lezing.

Amendement 9

Overweging 25 bis (nieuw)

(25 bis) Met betrekking tot inbreuken op de persoonlijke levenssfeer en op de persoonlijkheidsrechten belet deze verordening lidstaten niet hun grondwettelijke bepalingen inzake persvrijheid en vrijheid van meningsuiting in de media toe te passen. Het land waar het (de) meest significante element(en) van de schade intreedt (intreden) of kan (kunnen) intreden wordt geacht het land te zijn waarop de publicatie of uitzending voornamelijk is gericht of, indien dit niet duidelijk is, het land waar de redactionele controle wordt uitgevoerd, en dan is de wetgeving van dat land van toepassing. Het land waarop een publicatie of uitzending is gericht, wordt met name vastgesteld aan de hand van de taal van de publicatie of uitzending of de verkoopvolumes of de luister- of kijkdichtheid in een bepaald land in verhouding tot de totale verkoopvolumes of de luister- of kijkdichtheid, of een combinatie van deze factoren. Dergelijke overwegingen gelden ook voor publicatie op Internet of andere elektronische netwerken.

Motivering

De Commissie, in haar gewijzigde voorstel, en de Raad in zijn gemeenschappelijk standpunt hebben de poging laten varen om regels op te nemen over de wet die toepasselijk is op inbreuken op de persoonlijke levenssfeer en op de persoonlijkheidsrechten, maar de rapporteur is van mening dat dit onderwerp aan bod moet komen. Zij is van mening dat het standpunt van het Parlement in eerste lezing een verstandige benadering is, die aansluit bij het arrest in Zaak C-68/93, Fiona Shevill en anderen, Jurispr. [1995], I-415. Deze regel is opgesteld voor situaties waarin een duidelijke nauwere betrekking geacht wordt te bestaan met het land van de eerste plaats van publicatie of uitzending. Dit voorziet in een grotere rechtszekerheid voor uitgevers en uitzenders, en resulteert in een duidelijke regel die van toepassing is op alle publicaties, zelfs op Internet.

Amendement 10

Overweging 28

(28) Om de intentie van partijen te eerbiedigen, alsook ter wille van de rechtszekerheid, moeten de partijen uitdrukkelijk kunnen kiezen welk recht op een niet-contractuele verbintenis van toepassing is. Om zwakke partijen te beschermen moeten aan deze vrije rechtskeuze bepaalde voorwaarden worden verbonden.

(28) Om de intentie van partijen te eerbiedigen, alsook ter wille van de rechtszekerheid, moeten de partijen uitdrukkelijk kunnen kiezen welk recht op een niet-contractuele verbintenis van toepassing is. Om zwakke partijen te beschermen moeten aan deze vrije rechtskeuze bepaalde voorwaarden worden verbonden. Voorts moeten de bedoelingen van partijen worden gerespecteerd wanneer deze een uitdrukkelijke keuze hebben gemaakt ten aanzien van het recht dat van toepassing is op een geschil uit onrechtmatige daad of wanneer een dergelijke rechtskeuze redelijkerwijs door de rechter kan worden afgeleid.

Motivering

Het is belangrijk de autonomie van partijen te respecteren, ook waar een rechtskeuze is afgeleid en niet uitdrukkelijk genoemd. Dit amendement komt overeen met een amendement dat is aangenomen in eerste lezing.

Amendement 11

Overweging 29 bis (nieuw)

(29 bis) Het moet duidelijk worden gemaakt dat bij de begroting van de schade in gevallen van persoonlijk letsel het aangezochte gerecht het beginsel van restitutio in integrum toepast met betrekking tot de feitelijke omstandigheden van het slachtoffer in het land van de gewone verblijfplaats. Hierbij moet in het bijzonder rekening worden gehouden met de werkelijke kosten van nazorg en medische zorg.

Motivering

De Raad heeft het amendement van het Parlement in eerste lezing, volgens welk het nationaal recht van het slachtoffer moest worden toegepast bij de begroting van de schadeclaim bij verkeersongevallen, verworpen. Daarom heeft de rapporteur twee nieuwe amendementen ingediend (één in de overwegingen, en één in de bepalingen) waarin getracht wordt op andere wijze hetzelfde resultaat te bereiken. Gezien de kritiek over de beperking in de oorspronkelijke amendementen tot verkeersongevallen heeft de rapporteur de bepalingen uitgebreid tot persoonlijk letsel in het algemeen.

In geval van persoonlijk letsel is van cruciaal belang rekening te houden met de omstandigheden waarin het slachtoffer zich bevindt in het land van haar of zijn gewone verblijfplaats: de werkelijke kosten van zorg en verzorging, medische nazorg enz. Deze bepaling draagt ertoe bij het vrije verkeer van personen binnen de interne markt aantrekkelijker voor de burger te maken, en laat tegelijk zien dat er aandacht bestaat voor de zorgen van de burgers. Tevens wordt zo vermeden dat een onredelijke last komt te liggen bij de socialezekerheids- en bijstandstelsels van het land van gewone verblijfplaats van een slachtoffer van een ongeval.

Dit amendement is bedoeld om een akkoord met de Raad te vergemakkelijken.

Amendement 12

Overweging 29 ter (nieuw)

 

(29 ter) Een partij in een geding die voor een nationaal gerecht een vordering of tegenvordering instelt in de zin van deze verordening kan aandacht schenken aan punten op het gebied van het toepasselijk recht die uit haar vordering of tegenvordering voortvloeien en kan, indien dit van toepassing is, het gerecht en eventuele andere partijen mededelen welk recht zij geheel of gedeeltelijk op haar vordering van toepassing acht.

Motivering

Deze eenvoudige bepaling, al geïntroduceerd in eerste lezing, kan ervoor zorgen dat de vraag naar het toepasselijke recht door beide partijen en de rechter naar behoren wordt behandeld, hetgeen de rechtszekerheid ten goede komt.

Amendement 13

Overweging 30 bis (nieuw)

 

(30 bis) Evenals in de overeenkomst van Rome geldt hier het beginsel "iura novit curia". Het gerecht moet het vreemde recht zelf uit eigen beweging vaststellen. Bij vaststelling van het vreemde recht mogen de partijen het gerecht helpen en in bepaalde gevallen moet de rechter ook de medewerking van de partijen kunnen verlangen.

Amendement 14

Overweging 31

(31) Voorkomen dient te worden dat verwijzingsregels over verschillende instrumenten worden verspreid en dat deze regels onderling afwijken. Deze verordening belet evenwel niet dat in bepalingen van Gemeenschapsrecht op bepaalde gebieden verwijzingsregels betreffende niet-contractuele verbintenissen worden opgenomen.

(31) Voorkomen dient te worden dat verwijzingsregels over verschillende instrumenten worden verspreid en dat deze regels onderling afwijken. Deze verordening belet evenwel niet dat in bepalingen van Gemeenschapsrecht op bepaalde gebieden verwijzingsregels betreffende niet-contractuele verbintenissen worden opgenomen.

Deze verordening moet de toepassing onverlet laten van andere instrumenten waarin voorschriften ten behoeve van de goede werking van de interne markt zijn vervat, voorzover deze voorschriften niet in combinatie met het door de regels van deze verordening aangewezen recht kunnen worden toegepast.

 

Motivering

Zie nieuwe overweging 7 bis en het amendement op artikel 27.

Amendement 15

Artikel 1, lid 2, letter g)

g) niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer of op de persoonlijkheidsrechten, waaronder begrepen smaad.

schrappen

Motivering

Zie motivering bij amendement dat overweging 25 bis introduceert.

Amendement 16

Artikel 1, lid 3

3. Onverminderd de artikelen 21 en 22 is deze verordening niet van toepassing op de bewijsvoering en de rechtspleging.

3. Onverminderd de artikelen 15 bis, 21 en 22 is deze verordening niet van toepassing op de bewijsvoering en de rechtspleging.

Motivering

Dit amendement houdt verband met het amendement dat artikel 15 bis en overweging 30 bis toevoegt.

Amendement 17

Artikel 6

Artikel 6

Oneerlijke concurrentie en daden die de vrije concurrentie beperken

1. De niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit een daad van oneerlijke concurrentie wordt beheerst door het recht van het land waar de concurrentieverhoudingen of de collectieve belangen van de consumenten worden geschaad of dreigen te worden geschaad.

2. In het geval dat een daad van oneerlijke concurrentie uitsluitend de belangen van een bepaalde concurrent schaadt, is artikel 4 van toepassing.

3. De niet-contractuele verbintenis die uit beperking van de mededinging voortvloeit, wordt beheerst door het recht van het land waar de beperking invloed heeft of dreigt te hebben op de markt.

4. Van het recht dat krachtens dit artikel van toepassing is, kan niet bij overeenkomst op grond van artikel 14 worden afgeweken.

schrappen

Motivering

Zie motivering bij het amendement op overweging 19.

Amendement 18

Artikel 7

De niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit milieuschade dan wel uit letsel- of vermogensschade als gevolg van milieuschade, wordt door het overeenkomstig artikel 4, lid 1, bepaalde recht beheerst, tenzij de persoon die schadevergoeding vordert besluit zijn vordering te baseren op het recht van het land waar de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan.

schrappen

Motivering

Zie motiveringbij het amendement op overweging 22.

Amendement 19

Artikel 7 bis (nieuw)

Artikel 7 bis

Inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en op de persoonlijkheidsrechten


1. Op een niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer of de persoonlijkheidsrechten, is de wetgeving van toepassing van het land waar het (de) meest significante element(en) van het verlies of de schade intreedt (intreden) of waarschijnlijk zal (zullen) intreden.

Wanneer de inbreuk wordt veroorzaakt door een publicatie of uitzending, wordt het land waar het (de) meest significante element(en) van de schade intreedt (intreden) of waarschijnlijk zal (zullen) intreden geacht het land te zijn waarop de publicatie of uitzending voornamelijk is gericht of, indien dit niet duidelijk is, het land waar de redactionele controle wordt uitgevoerd, en is de wetgeving van dat land van toepassing. Het land waarop de publicatie of uitzending is gericht wordt met name vastgesteld aan de hand van de taal van de publicatie of uitzending of de verkoopvolumes of de luister- of kijkdichtheid in een bepaald land in verhouding tot de totale verkoopvolumes of luister- of kijkdichtheid, of een combinatie van deze factoren.

Deze bepaling geldt mutatis mutandis ook voor publicaties op Internet en of andere elektronische netwerken.

 

2. Ten aanzien van het recht van antwoord of soortgelijke maatregelen en eventuele preventieve maatregelen of rechterlijke verbodsvoorzieningen tegen een dagbladuitgeverij of omroeporganisatie met betrekking tot de inhoud van een publicatie of uitzending is het recht van toepassing van het land waar de dagbladuitgeverij of de omroeporganisatie haar gewone verblijfplaats heeft.

 

3. Het bepaalde in lid 2 geldt ook bij inbreuk op de persoonlijke levenssfeer of de persoonlijkheidsrechten als gevolg van de omgang met persoonsgegevens.

Motivering

Zie motivering bij het amendement op overweging 25 bis.

Lid 2 betreffende rechterlijke voorzieningen in kort geding is gebaseerd op het oorspronkelijke voorstel van de Commissie, maar is realistischer, omdat dergelijke voorzieningen snel moeten worden gevorderd en verstrekt en een voorlopig karakter hebben.

Lid 3 is bedoeld als invulling van wat als leemte in de ontwerpverordening wordt ervaren.

Het amendement komt overeen met een amendement dat is aangenomen in eerste lezing.

Amendement 20

Artikel 8, lid 3

3. Van het recht dat krachtens dit artikel van toepassing is, kan niet bij overeenkomst op grond van artikel 14 worden afgeweken.

3. Van het recht dat krachtens dit artikel van toepassing is, kan uitsluitend bij overeenkomst op grond van artikel 14 worden afgeweken als de overeenkomst na individuele onderhandelingen tussen de partijen tot stand is gekomen.

 

De overeenkomst wordt altijd als individueel vastgesteld beschouwd indien zij niet vooraf werd opgesteld en de partijen derhalve de mogelijkheid hadden de voorwaarden inhoudelijk te beïnvloeden.

Amendement 21

Artikel 15 bis (nieuw)

 

Artikel 15 bis

Vaststelling van de inhoud van het vreemde recht

Het aangezochte gerecht stelt de inhoud van het vreemde recht uit eigen beweging vast. Hiertoe kan de rechter ook de medewerking van de partijen verlangen.

Motivering

Het beginsel "iura novit curia" geldt. Het gerecht moet het vreemde recht zelf uit eigen beweging vaststellen. Bij vaststelling van het vreemde recht mogen de partijen het gerecht helpen en in bepaalde gevallen kan de rechter ook de medewerking van de partijen verlangen.

Amendement 22

Artikel 21 bis (nieuw)

Artikel 21 bis

Schade

Bij begroting van de schade in gevallen van persoonlijk letsel past het aangezochte gerecht het beginsel van restitutio in integrum toe met betrekking tot de feitelijke omstandigheden van het slachtoffer in het land van de gewone verblijfplaats.

Motivering

Zie motivering bij amendement dat overweging 29 bis introduceert.

Amendement 23

Artikel 26

De toepassing van een bepaling van het door deze verordening aangewezen recht kan slechts terzijde worden gesteld, indien deze toepassing kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde van het land van de rechter.

1. De toepassing van een bepaling van het door deze verordening aangewezen recht kan slechts terzijde worden gesteld, indien deze toepassing kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde van het land van de rechter.

 

1 bis. Bovendien kan de toepassing van een bepaling van het door deze verordening aangewezen recht, die zou leiden tot de toekenning van een schadevergoeding die geen vergoedend karakter heeft, zoals schadevergoedingen die als voorbeeld of als straf zijn bedoeld, worden beschouwd als zijnde in strijd met de openbare orde van het land van de rechter.

Motivering

Het nieuwe tweede lid is toegevoegd, omdat het bestaan van schadevergoedingen die als voorbeeld of als straf zijn bedoeld forumshopping in de hand kan werken en daarom is in de nieuwe evaluatieclausule een verplichting voor de Commissie opgenomen om de hele kwestie van schadevergoedingen in dit verband opnieuw te bezien, wanneer zij de tenuitvoerlegging van de verordening evalueert.

Dit amendement werd aangenomen in eerste lezing.

Amendement 24

Artikel 27

Deze verordening laat onverlet de toepassing van de in de bepalingen van Gemeenschapsrecht vervatte en op bepaalde gebieden geldende regels inzake het toepasselijke recht op niet-contractuele verbintenissen.

Deze verordening laat onverlet de toepassing of vaststelling van besluiten van de instellingen van de Europese Gemeenschappen:

a) die voor bepaalde gebieden collisieregels bevatten inzake het toepasselijke recht op niet-contractuele verbintenissen, of

 

b) die regels vaststellen die van toepassing zijn ongeacht welk nationaal recht krachtens deze verordening de betrokken niet-contractuele verbintenis beheerst, of

 

c) die de toepassing in de weg staan van een bepaling of bepalingen van het lex fori of het door deze verordening aangewezen recht, of

 

d) die bepalingen vaststellen die moeten bijdragen aan de goede werking van de interne markt, voor zover zij niet kunnen worden toegepast in combinatie met het door de regels van internationaal privaatrecht aangewezen recht.

Motivering

De verordening moet kunnen bestaan naast de wetgeving inzake de interne markt, en het functioneren van de interne markt bevorderen, en niet hinderen. Bijzondere aandacht is gegeven aan de verhouding van de verordening tot de richtlijn televisie zonder grenzen, de e-commerce richtlijn en de dienstenrichtlijnen.

Amendement 25

Artikel 28

Artikel 28

Verhouding tot bestaande internationale overeenkomsten

1. Deze verordening laat onverlet de toepassing van internationale overeenkomsten waarbij een of meer lidstaten op het tijdstip van de vaststelling van de verordening partij zijn en die regels bevatten inzake het toepasselijke recht op niet-contractuele verbintenissen.

2. Deze verordening heeft echter tussen de lidstaten voorrang op uitsluitend tussen lidstaten gesloten overeenkomsten, voorzover deze betrekking hebben op aangelegenheden waarop deze verordening van toepassing is.

schrappen

Amendement 26

Artikel 30

Uiterlijk …* brengt de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de toepassing ervan. Het verslag gaat indien nodig vergezeld van voorstellen tot aanpassing van de verordening. In het verslag wordt in het bijzonder aandacht besteed aan niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit verkeersongevallen en uit inbreuken op de persoonlijke levenssfeer of op de persoonlijkheidsrechten, met inbegrip van laster.

Uiterlijk …* brengt de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de toepassing ervan. Het verslag gaat indien nodig vergezeld van voorstellen tot aanpassing van de verordening.

In haar verslag schenkt de Commissie bijzondere aandacht aan de gevolgen van de wijze waarop het vreemde recht in de verschillende rechtsgebieden wordt behandeld en aan de kwestie van de schadevergoeding, met inbegrip van de in bepaalde rechtsgebieden bestaande mogelijkheid om schadevergoedingen toe te kennen die zijn bedoeld als voorbeeld of als straf.

 

Het verslag bevat ook een analytische studie over de mate waarin gerechten in de lidstaten het vreemde recht in de praktijk toepassen, met inbegrip van aanbevelingen met betrekking tot de wenselijkheid van een gemeenschappelijke aanpak ten aanzien van de toepassing van het vreemde recht.

Uiterlijk ..... legt de Commissie, na uitvoerig overleg met de betrokken sectoren, het Europees Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité een verslag voor over de situatie met betrekking tot inbreuken op de persoonlijke levenssfeer en de persoonlijkheidsrechten, met inachtneming van de vrijheid van meningsuiting en de persvijheid. Het verslag bevat een met feiten gestaafd onderzoek naar de schaal van het verschijnsel, de problemen en een uitgebreide effectbeoordeling. Zo nodig bevat het verslag voorstellen tot wijziging van deze verordening en/of de vaststelling van specifieke wetgeving.

Uiterlijk ..... legt de Commissie, na uitvoerig overleg met de betrokken sectoren, met inbegrip van de Haagse Conferentie voor Internationaal privaatrecht, het Europees Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité een verslag voor over de situatie met betrekking tot het recht dat van toepassing is op verkeersongevallen. Het verslag bevat een met feiten gestaafd onderzoek naar de schaal van het verschijnsel, de problemen en een uitgebreide effectbeoordeling. Zo nodig bevat het verslag voorstellen tot wijziging van deze verordening en/of de vaststelling van specifieke wetgeving.

Motivering

De wens van de rapporteur dat een uitgebreide herzieningsclausule wordt opgenomen, wordt door meer mensen gedeeld. Bovendien moet het met deze clausule mogelijk zijn om met de Raad tot overeenstemming te komen. Aangezien het in de Raad en na het intrekken van het desbetreffende voorstel door de Commissie ondanks intensieve gedachtewisselingen niet mogelijk bleek een oplossing te vinden voor het gebied van de schending van de persoonlijke levenssfeer en persoonlijkheidsrechten, mag deze kwestie de aanneming van de verordening als geheel niet in de weg staan. Het is echter noodzakelijk dat de wetgever dit gebied wegens zijn principiële betekenis goed in het oog houdt. Tenslotte is het niet nodig bijzondere beroepsgroepen als partners voor raadplegingen te noemen.

  • [1]  PB C 157 van 6.7.2006, blz. 370.
  • [2]  Nog niet in het PB gepubliceerd.

TOELICHTING

De rapporteur heeft het gemeenschappelijk standpunt van de Raad zorgvuldig bestudeerd. Zij waardeert de aandacht die de Raad - en de Commissie - hebben besteed aan het standpunt van het Parlement in eerste lezing en het feit dat veel amendementen van het Parlement op een of andere wijze in het gemeenschappelijk standpunt zijn opgenomen.

Bij het opstellen van de ontwerpaanbeveling in tweede lezing was de rapporteur zich echter zeer bewust van de overweldigende meerderheid waarmee het Parlement voor het standpunt in eerste lezing heeft gestemd. Zij wil met name wijzen op het belang dat de leden hechtten aan de bepalingen inzake verkeersongevallen en inbreuken op de persoonlijke levenssfeer en op de persoonlijkheidsrechten. Daarom heeft zij besloten te blijven aandringen op het opnemen van passende bepalingen op deze punten in de uiteindelijke verordening.

Ten aanzien van de persoonlijke levenssfeer en de persoonlijkheidsrechten is uw rapporteur er teleurgesteld over dat de Commissie besloot de bepalingen hierover uit haar gewijzigde voorstel te schrappen. Hoewel zij zich bewust is van en begrip heeft voor de politieke moeilijkheden die in de Raad een rol spelen, is zij toch van mening dat het juist is de amendementen van het Parlement uit de eerste lezing te handhaven om het Parlement de mogelijkheid te geven verder na te denken over deze belangrijke kwestie en eventueel andere mogelijkheden in overweging te nemen.

Wat verkeersongevallen betreft, waardeert de rapporteur de bereidheid van de Raad om de Commissie dit punt te laten oppakken, maar meent dat een meer gerichte aanpak nodig is in de herzieningsclausule. Zij meent ook dat er meer en beter overleg nodig is met betrokken partijen, en dat het tijd is voor de Gemeenschap, nu zij bezig is toe te treden tot de Haagse Conferentie, om haar activiteiten in de sfeer van het internationaal privaatrecht nauwer met de conferentie te coördineren. Tevens is zij van mening dat de kwestie van schadevergoeding in gevallen inzake persoonlijk letsel goed geregeld kan worden in Rome II, en heeft derhalve een nieuwe oplossing voorgesteld, die in de lijn ligt van de bedoelingen van het Parlement in eerste lezing, en zo geformuleerd is dat een akkoord met de Raad kan worden bereikt.

Daarnaast blijft de rapporteur van mening dat de bijzondere bepalingen inzake oneerlijke concurrentie en milieuschade geschrapt moeten worden, om de redenen die zijn aangegeven in de motiveringen van de betreffende amendementen.

Wat betreft de verhouding van Rome II met andere Gemeenschapsinstrumenten kan zij slechts aanhalen wat zij in de toelichting in het verslag in eerste lezing heeft verklaard, namelijk: "De rapporteur heeft met name haar best gedaan ervoor te zorgen dat de verordening in overeenstemming is met wetgeving op het gebied van de interne markt en de goede werking van de interne markt bevordert en niet belemmert. Bijzondere aandacht is geschonken aan het doen aansluiten van de verordening bij de richtlijnen televisie zonder grenzen en e-commerce. De rapporteur heeft er met name naar gestreefd voorstellen te doen die gebaseerd zijn op een principieel holistische benadering, op basis waarvan het mogelijk zou moeten zijn te voorkomen dat nu of in de toekomst verwarrende uitzonderingen en speciale regelingen noodzakelijk zijn, omdat die er alleen maar toe leiden dat onze wetgeving ingewikkelder en minder transparant wordt."

Voor de rest spreken de amendementen in het ontwerpverslag, samen met de motiveringen voor zich.

PROCEDURE

Titel

Gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen ("ROME II")

Document- en procedurenummers

9751/7/2006 – C6-0317/2006 – 2003/0168(COD)

Datum eerste lezing EP – P-nummer

6.7.2005

P6_TA(2005)0284

Voorstel van de Commissie

COM(2003)0427 – C5-0338/2003

Gewijzigd voorstel van de Commissie

 

Datum bekendmaking ontvangst gemeenschappelijk standpunt

28.9.2006

Commissie ten principale
Datum bekendmaking

JURI
28.9.2006

Rapporteur(s)
  Datum benoeming

Diana Wallis
14.9.2004

Vervangen rapporteur(s)

 

Behandeling in de commissie

2.10.2006

20.11.2006

20.12.2006

 

 

Datum goedkeuring

20.12.2006

Uitslag eindstemming

+:

-:

0:

13

2

6

Bij de eindstemming aanwezige leden

Maria Berger, Rosa Díez González, Bert Doorn, Monica Frassoni, Giuseppe Gargani, Klaus-Heiner Lehne, Katalin Lévai, Hans-Peter Mayer, Achille Occhetto, Aloyzas Sakalas, Diana Wallis, Rainer Wieland, Jaroslav Zvěřina, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Nicole Fontaine, Jean-Paul Gauzès, Malcolm Harbour, Wolf Klinz, Kurt Lechner, Eva Lichtenberger, Toine Manders, Manuel Medina Ortega, Alexander Radwan

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid  2)

Sharon Bowles

Datum indiening

22.12.2006

Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar)

...