AANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de toetreding van de Europese Unie tot het Protocol van 2002 bij het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee van 1974, wat betreft de artikelen 10 en 11

11.10.2011 - (08663/2011 – C7‑0143/2011 – 2003/0132B(NLE)) - ***

Commissie juridische zaken
Rapporteur: Klaus-Heiner Lehne
PR_NLE-AP_art90

Procedure : 2003/0132B(NLE)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0341/2011
Ingediende teksten :
A7-0341/2011
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de toetreding van de Europese Unie tot het Protocol van 2002 bij het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee van 1974, wat betreft de artikelen 10 en 11

(08663/2011 – C7‑0143/2011 – 2003/0132B(NLE))

(Goedkeuring)

Het Europees Parlement,

–   gezien het ontwerp van besluit van de Raad (08663/2011),

–   gezien het Protocol van 2002 bij het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee van 1974,

–   gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 81, lid 1, en artikel 82, lid 2, onder a) en c), juncto artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), en artikel 218, lid 8, eerste alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C7‑0143/2011),

–   gezien artikel 81 en artikel 90, lid 7, van zijn Reglement,

–   gezien de aanbeveling van de Commissie juridische zaken (A7‑0341/2011),

1.  hecht zijn goedkeuring aan de toetreding tot het protocol;

2.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Internationale Maritieme Organisatie.

TOELICHTING

Het Protocol van 2002 bij het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee van 1974 is bedoeld om bepaalde tekortkomingen in de regeling op internationaal niveau van de aansprakelijkheid van vervoerders te verhelpen.

Het grootste deel van de artikelen van het Protocol van Athene betreft amendementen op het Verdrag van Athene met betrekking tot de aansprakelijkheid van de vervoerder, verplichte verzekering, de aansprakelijkheidsgrens bij overlijden en persoonlijk letsel of bij verlies of beschadiging van bagage en voertuigen, en kwesties inzake boekhouding en omrekening. Omdat al deze onderwerpen betrekking hebben op vervoer, heeft de Commissie vervoer de taak de wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het ontwerp van besluit over deze artikelen op te stellen.

Overeenkomstig bijlage VII bij het Reglement is de Commissie juridische zaken onder meer bevoegd voor de interpretatie en toepassing van het recht van de Unie, de conformiteit van EU-besluiten met het primaire recht, met name de keuze van rechtsgronden, de interpretatie en toepassing van het internationaal recht, voor zover dit de Unie betreft, en maatregelen betreffende justitiële en bestuurlijke samenwerking in civiele zaken. Aangezien de artikelen 10 en 11 van het Protocol van Athene betrekking hebben op de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, wordt de relevante rechtsgrond voor die artikelen gevormd door artikel 81, lid 1, VWEU inzake justitiële samenwerking in civiele zaken en is de Commissie juridische zaken derhalve de voor dit aspect van de toetreding tot het protocol verantwoordelijke commissie.

Verordening (EG) nr. 392/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers over zee bij ongevallen[1] werd goedgekeurd om uitvoering te geven aan de amendementen op het Verdrag van Athene. Overweging 11 van deze verordening bepaalt dat de aangelegenheden die geregeld worden door de artikelen 10 en 11 deel zullen uitmaken van de communautaire rechtsorde wanneer de Unie toetreedt tot het Verdrag van Athene, voor zover zij van invloed zijn op de voorschriften van Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken[2].

In het ontwerp van besluit van de Raad wordt aangegeven welke bevoegdheidsverklaring de Unie bij de neerlegging van de akte van toetreding moet afleggen met betrekking tot Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad, de uitzonderingspositie van Denemarken op grond van de artikelen 1 en 2 van Protocol (nr. 22) bij het VWEU en de erkenning van beslissingen door een rechtbank van een derde land dat is gebonden door het Verdrag van Lugano betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken van 30 oktober 2007. De Unie legt haar akte van toetreding tot het Protocol van Athene wat betreft de artikelen 10 en 11 daarvan, uiterlijk op 31 december 2011 neer.

Artikel 81 van het Reglement bepaalt dat het Parlement, wanneer het wordt verzocht een voorgesteld besluit goed te keuren, een besluit neemt op basis van een aanbeveling van de bevoegde commissie strekkende tot goedkeuring of verwerping ervan. Het Parlement spreekt zich bij een enkele stemming uit en er kunnen geen amendementen worden ingediend.

Uw rapporteur stelt voor dat het Parlement zijn goedkeuring hecht aan toetreding tot het Protocol.

  • [1]  PB L 131 van 28.5.2009, blz. 24.
  • [2]  PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

11.10.2011

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

24

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Raffaele Baldassarre, Luigi Berlinguer, Sebastian Valentin Bodu, Françoise Castex, Christian Engström, Marielle Gallo, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Sajjad Karim, Klaus-Heiner Lehne, Antonio Masip Hidalgo, Jiří Maštálka, Alajos Mészáros, Bernhard Rapkay, Evelyn Regner, Francesco Enrico Speroni, Dimitar Stoyanov, Diana Wallis, Rainer Wieland, Cecilia Wikström, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Kurt Lechner, Eva Lichtenberger, Toine Manders

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Giuseppe Gargani