Vorige 
 Volgende 
Reglement van het Europees Parlement
Zevende zittingsperiode - Juli 2013
PDF 1539k
INHOUD
ZAAKREGISTER
BERICHT AAN DE LEZER

TITEL II  : WETGEVING, BEGROTING EN OVERIGE PROCEDURES
HOOFDSTUK 6  : BEËINDIGING VAN DE WETGEVINGSPROCEDURE

Artikel 70  : Interinstitutionele onderhandelingen bij wetgevingsprocedures

1.    Onderhandelingen met andere instellingen om in de loop van een wetgevingsprocedure tot overeenstemming te komen worden gevoerd met inachtneming van de door de Conferentie van voorzitters vastgestelde gedragscode. (1).

2.    Dergelijke onderhandelingen worden pas begonnen nadat de bevoegde commissie van geval tot geval voor elke betrokken wetgevingsprocedure en met de meerderheid van haar leden een besluit tot opening van onderhandelingen heeft genomen. Bij dit besluit worden het mandaat en de samenstelling van het onderhandelingsteam vastgesteld. Dergelijke besluiten worden aan de Voorzitter meegedeeld, die de Conferentie van voorzitters regelmatig op de hoogte houdt.

Het mandaat bestaat uit een verslag dat door de commissie is goedgekeurd en vervolgens ter behandeling aan het Parlement wordt voorgelegd. Wanneer de bevoegde commissie gegronde redenen heeft om onderhandelingen te beginnen vóór goedkeuring van een verslag door de commissie, dan kan het mandaat uitzonderlijkerwijs uit een reeks amendementen of een reeks duidelijk omschreven doelstellingen, prioriteiten of richtsnoeren bestaan.

3.    Het onderhandelingsteam wordt geleid door de rapporteur en voorgezeten door de voorzitter van de bevoegde commissie of een door die voorzitter aangewezen ondervoorzitter. Ook de schaduwrapporteurs van elke fractie maken er in elk geval deel van uit.

4.    Alle stukken die tijdens een bijeenkomst met de Raad en de Commissie ("trialoog") zullen worden besproken hebben de vorm van documenten waarin de respectieve standpunten van de betrokken instellingen alsook mogelijke compromisoplossingen worden aangegeven, en worden ten minste 48 uur, of in dringende gevallen ten minste 24 uur vóór de desbetreffende trialoog aan het onderhandelingsteam rondgedeeld.

Het onderhandelingsteam brengt na elke trialoog de bevoegde commissie in de eerstvolgende vergadering verslag uit. Alle stukken die het resultaat van de laatste trialoog weergeven, worden aan de commissie ter beschikking gesteld.

Is het niet mogelijk binnen een redelijke termijn een vergadering van de commissie te beleggen, dan brengt het onderhandelingsteam verslag uit aan de voorzitter, de schaduwrapporteurs en de coördinatoren van de commissie, voor zover van toepassing.

De bevoegde commissie kan het mandaat in het licht van de vorderingen bij de onderhandelingen bijstellen.

5.    Wordt in het kader van de onderhandelingen een compromis bereikt, dan wordt de bevoegde commissie onverwijld hiervan in kennis gesteld. De overeengekomen tekst wordt ter behandeling aan de bevoegde commissie voorgelegd. De overeengekomen tekst wordt na goedkeuring door een stemming in de commissie, in de juiste vorm, met inbegrip van compromisamendementen, ter behandeling aan het Parlement voorgelegd. Deze tekst kan de vorm hebben van een geconsolideerde tekst, op voorwaarde dat de amendementen op het in behandeling zijnde voorstel voor een wetgevingshandeling hierin duidelijk worden aangegeven.

6.    Wordt de procedure met medeverantwoordelijke commissies of de procedure met gezamenlijke commissievergaderingen gevolgd, dan zijn de artikelen 50 en 51 van toepassing op het besluit tot opening van onderhandelingen en op het voeren van die onderhandelingen.

Bij een verschil van mening tussen de betrokken commissies worden de modaliteiten voor het openen van onderhandelingen en het voeren van deze onderhandelingen door de voorzitter van de Conferentie van commissievoorzitters overeenkomstig de in genoemde artikelen uiteengezette beginselen bepaald.

(1)Zie bijlage XXI.
Juridische mededeling - Privacybeleid