Vorige 
 Volgende 
Reglement van het Europees Parlement
Achtste zittingsperiode - Maart 2019
EPUB 153kPDF 1012k
INHOUD
AANHANGSEL
BERICHT AAN DE LEZER
COMPENDIUM VAN DE BELANGRIJKSTE RECHTSHANDELINGEN BETREFFENDE HET REGLEMENT

TITEL VII : ZITTINGEN
HOOFDSTUK 1 : ZITTINGEN VAN HET PARLEMENT

Artikel 146 : Bijeenroeping van het Parlement

1.   Overeenkomstig artikel 229, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie komt het Parlement van rechtswege bijeen op de tweede dinsdag in maart van elk jaar. Het beslist zelfstandig over de duur van de onderbrekingen van de zitting.

2.   Voorts komt het Parlement van rechtswege bijeen op de eerste dinsdag na het verstrijken van een termijn van één maand na het einde van de in artikel 10, lid 1 van de Akte van 20 september 1976 bedoelde periode.

3.   De Conferentie van voorzitters kan de duur van de overeenkomstig lid 1 vastgestelde onderbrekingen van de zitting wijzigen bij een met redenen omkleed besluit, dat ten minste twee weken vóór de aanvankelijk door het Parlement voor de hervatting van de zitting vastgestelde datum wordt genomen. De datum van hervatting van de zitting mag evenwel niet meer dan twee weken worden verschoven.

4.   Op verzoek van de meerderheid van zijn leden of op verzoek van de Commissie of van de Raad roept de Voorzitter, na overleg met de Conferentie van voorzitters, het Parlement bij wijze van uitzondering bijeen.

De Voorzitter heeft het recht om het Parlement, met de toestemming van de Conferentie van voorzitters, in dringende gevallen bij wijze van uitzondering bijeen te roepen.

Laatst bijgewerkt op: 13 mei 2019Juridische mededeling - Privacybeleid