Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2013/2089(INL)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0264/2013

Ingediende teksten :

A7-0264/2013

Debatten :

Stemmingen :

PV 11/09/2013 - 5.2
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2013)0351

Aangenomen teksten
PDF 124kWORD 27k
Woensdag 11 september 2013 - Straatsburg
Rechten van het Parlement bij de procedure tot aanstelling van toekomstige uitvoerend directeuren van het Europees Milieuagentschap
P7_TA(2013)0351A7-0264/2013
Resolutie
 Bijlage

Resolutie van het Europees Parlement van 11 september 2013 met aanbevelingen aan de Commissie betreffende de rechten van het Parlement bij de procedure tot aanstelling van toekomstige uitvoerend directeuren van het Europees Milieuagentschap - wijziging van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (2013/2089(INL))

Het Europees Parlement,

—  gezien artikel 225 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

—  gezien artikel 9 van Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en ‑informatienetwerk(1),

—  gezien de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Europese commissie over de gedecentraliseerde agentschappen van 19 juli 2012,

–  gezien de bij de gezamenlijke verklaring van 19 juli 2012 gevoegde gemeenschappelijke aanpak voor gedecentraliseerde EU agentschappen,

–  gezien de artikelen 42 en 48 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0264/2013),

A.  overwegende dat Verordening (EG) nr. 401/2009 geen bepaling bevat die het Europees Parlement formeel het recht geeft om de geselecteerde kandidaat voor het ambt van uitvoerend directeur van het Europees Milieuagentschap te horen;

1.  verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk, op basis van artikel 192, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, een voorstel voor een besluit tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 ten aanzien van de procedure tot aanstelling van de uitvoerend directeur van het Europees Milieuagentschap in te dienen aan de hand van bijgaande, gedetailleerde aanbevelingen;

2.  constateert dat deze aanbevelingen in overeenstemming zijn met de grondrechten en het subsidiariteitsbeginsel;

3.  is van oordeel dat het verlangde voorstel geen financiële gevolgen heeft;

4.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie en bijgaande gedetailleerde aanbevelingen te doen toekomen aan de Commissie en de Raad, alsmede aan het Europees Milieuagentschap.

(1) PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13.


BIJLAGE BIJ DE RESOLUTIE

GEDETAILLEERDE AANBEVELINGEN MET HET OOG OP DE OPSTELLING VAN EEN VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD TOT WIJZIGING VAN VERORDENING (EG) NR. 401/2009 INZAKE HET EUROPEES MILIEUAGENTSCHAP EN HET EUROPEES MILIEUOBSERVATIE- EN ‑INFORMATIENETWERK WAT BETREFT DE PROCEDURE VOOR DE AANSTELLING VAN DE UITVOEREND DIRECTEUR

A.  BEGINSELEN EN DOELSTELLINGEN VAN HET VERLANGDE VOORSTEL

1.  Doel van dit voorstel is de procedure voor de aanstelling van de uitvoerend directeur van het Europees Milieuagentschap te harmoniseren met de geldende procedures voor de uitvoerend directeuren van andere agentschappen, zoals het Europees Agentschap voor chemische stoffen, het Europees Geneesmiddelenbureau en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, met name om het Europees Parlement formeel het recht te geven de kandidaat die door de raad van bestuur van het Europees milieuagentschap voor dit ambt is geselecteerd te horen alvorens hij of zij wordt benoemd.

B.  TEKST VAN HET VERLANGDE VOORSTEL

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en ‑informatienetwerk wat betreft de procedure voor de aanstelling van de uitvoerend directeur

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1,

Gezien het verzoek van het Europees Parlement aan de Commissie(1),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's(3),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)  Artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 401/2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en ‑informatienetwerk(4) bevat geen bepaling die het Europees Parlement formeel het recht geeft om de geselecteerde kandidaat voor het ambt van uitvoerend directeur van het Europees Milieuagentschap te horen alvorens hij of zij wordt benoemd.

(2)  Overeenkomstig het Kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie(5) worden de kandidaten voor het ambt van uitvoerend directeur van een regulerend bureau of agentschap onderworpen aan hoorzittingen door de commissies van het Parlement.

(3)  Verordening (EG) nr. 401/2009 is een gecodificeerde versie van Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad van 7 mei 1990 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en ‑informatienetwerk(6). Sinds de inwerkingtreding van deze verordening zijn andere oprichtingsverordeningen vastgesteld, zoals met name Verordening (EG) nr. 1907/2006(7) betreffende het Europees Agentschap voor chemische stoffen, Verordening (EG) nr. 726/2004(8) betreffende het Europees Geneesmiddelenbureau en Verordening (EG) nr. 178/2002(9) betreffende de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, waarin de bepaling is opgenomen dat de door de raad van bestuur geselecteerde kandidaat wordt verzocht een verklaring af te leggen voor het Europees Parlement en vragen van leden van het Europees Parlement te beantwoorden.

(4)  Het is gebruikelijk dat de door de raad van bestuur van het Europees Milieuagentschap geselecteerde kandidaat voor het ambt van uitvoerend directeur onverwijld wordt uitgenodigd op een hoorzitting voor de bevoegde commissie van het Europees Parlement.

(5)  In tegenstelling tot meer recente oprichtingsverordeningen, met name van het Europees Agentschap voor chemische stoffen, het Europees Geneesmiddelenbureau en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, bevat artikel 9 van Verordening (EG) nr. 401/2009 evenmin de bepaling dat de Commissie de kandidaat voor het ambt van uitvoerend directeur van het Europees Milieuagentschap selecteert na een in het Publicatieblad van de Europese Unie en in andere tijdschriften of op internetsites gepubliceerde oproep tot het indienen van blijken van belangstelling.

(6)  Het is derhalve wenselijk de procedure voor de aanstelling van toekomstige uitvoerend directeuren van het Europees Milieuagentschap te harmoniseren met de procedures voor de aanstelling van de uitvoerend directeuren van andere agentschappen, met name wat de rechten van het Europees Parlement betreft.

(7)  Verordening (EG) nr. 401/2009 moet derhalve worden gewijzigd.

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009

In artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 401/2009 wordt de eerste alinea vervangen door:

"1. Het Agentschap staat onder leiding van een uitvoerend directeur, die door de raad van bestuur wordt benoemd op basis van een door de Commissie voorgestelde lijst van kandidaten die is opgesteld na een in het Publicatieblad van de Europese Unie en in andere tijdschriften of op internetsites gepubliceerde oproep tot het indienen van blijken van belangstelling. De ambtstermijn van de uitvoerend directeur bedraagt vijf jaar en kan eenmaal worden verlengd.

Alvorens te worden benoemd, wordt de door de raad van bestuur geselecteerde kandidaat zo spoedig mogelijk verzocht een verklaring af te leggen voor het Europees Parlement en vragen van leden van het Europees Parlement te beantwoorden.

Voorafgaand aan deze hoorzitting, die plaatsvindt in de Commissie milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid, overlegt de kandidaat een schriftelijke routekaart met de strategie voor zijn/haar vijfjarige ambtstermijn."

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te …

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter

(1) PB …
(2) PB …
(3) PB …
(4) PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13.
(5) PB L 304 van 20.11.10, blz. 47.
(6) PB L 120 van 11.5.1990, blz. 1.
(7) Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
(8) Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).
(9) Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

Juridische mededeling - Privacybeleid