Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2014/2021(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0244/2014

Ingediende teksten :

A7-0244/2014

Debatten :

PV 17/04/2014 - 8
CRE 17/04/2014 - 8

Stemmingen :

PV 17/04/2014 - 9.11
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2014)0455

Aangenomen teksten
PDF 132kWORD 50k
Donderdag 17 april 2014 - Straatsburg
Onderhandelingen over de strategische partnerschapsovereenkomst EU-Japan
P7_TA(2014)0455A7-0244/2014

Resolutie van het Europees Parlement van 17 april 2014 met de aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden betreffende de onderhandelingen over de strategische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan (2014/2021(INI))

Het Europees Parlement,

–  gezien de eerste bilaterale top in 1991 in Den Haag en de aanneming van een gemeenschappelijke verklaring over de betrekkingen tussen de EG en Japan,

–  gezien de tiende bilaterale top in 2001 in Brussel en de aanneming van het actieplan EU-Japan "Shaping our common future", dat onder meer tot doel heeft de vrede en veiligheid te bevorderen, het economisch en commercieel partnerschap te versterken, het hoofd te bieden aan mondiale en maatschappelijke uitdagingen, en mensen en culturen tot elkaar te brengen,

–  gezien de onderhandelingen over een strategische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan, waartoe de Raad op 29 november 2012 de Commissie heeft gemachtigd en die op 25 maart 2013 in Brussel zijn geopend,

–  gezien de op 25 maart 2013 gestarte onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Japan,

–  gezien de 21e top tussen de EU en Japan op 19 november 2013 in Tokio,

–  gezien de richtsnoeren inzake het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU in Oost-Azië, die de Raad op 15 juni 2012 heeft goedgekeurd,

–  gezien zijn resolutie van 3 februari 2009 over de tweede strategische toetsing van het energiebeleid(1) en die van 24 maart 2011 over de situatie in Japan, met name de staat van alarm in de kerncentrales(2),

–  gezien zijn resolutie van 7 oktober 2010 over de strategische doelstellingen van de EU voor de tiende bijeenkomst van de conferentie van de partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit, die van 18 tot 29 oktober 2010 in Nagoya (Japan) wordt gehouden(3),

–  gezien zijn resolutie van 16 februari 2012 over de doodstraf in Japan(4),

–  gezien zijn resolutie van 11 mei 2011 over de handelsbetrekkingen tussen de EU en Japan(5),

–  gezien zijn verslag van 10 december 2013 met de aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden betreffende de onderhandelingen voor een strategische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Canada(6),

–  gezien de rampzalige aardbeving en de daaropvolgende tsunami, die op 11 maart 2011 grote delen van de Japanse kust hebben verwoest en hebben geleid tot de vernietiging van de kerncentrale van Fukushima,

–  gezien artikel 90, lid 4, en artikel 48 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken (A7-0244/2014),

A.  overwegende dat Japan sinds 2003 een strategische partner van de EU is;

B.  overwegende dat de EU en Japan de bijzondere verantwoordelijkheid delen om vrede, stabiliteit en welvaart te bevorderen in een snel veranderende wereld;

C.  overwegende dat de EU en Japan al samenwerken op een aantal terreinen, zoals douanesamenwerking en rechtshulp in strafzaken, wetenschap en technologie, internetbeveiliging, samenwerking op academisch en onderzoeksgebied, het vreedzame gebruik van kernenergie, contacten met het bedrijfsleven en de bevordering van persoonlijke contacten;

D.  overwegende dat de EU en Japan de waarden van de democratie, de rechtsstaat en de bevordering van de mensenrechten delen, die allemaal de kern zouden moeten vormen van elke overeenkomst tussen beide partijen waarmee wordt gestreefd naar een gedegen kader voor deze relatie;

E.  overwegende dat Japan zich overeenkomstig het beginsel van de internationale samenwerking actief voor de vrede inzet en zijn bijdrage aan de internationale veiligheid en stabiliteit heeft vergroot;

F.  overwegende dat Japan en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) in april 2013 hun eerste gezamenlijke politieke verklaring hebben ondertekend en daarin crisisbeheersing, bijstand bij rampen, vredesmissies, cyberdefensie en maritieme veiligheid hebben aangemerkt als gebieden waarop kan worden samengewerkt;

G.  overwegende dat Japan ook een actief lid is van de Aziatische Ontwikkelingsbank (ADB), de Afrikaanse Ontwikkelingsbank (AFDB), de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IADB), de Economische en Sociale Commissie voor Azië en het Stille Oceaangebied van de Verenigde Naties (UNESCAP) en vele andere gespecialiseerde VN-agentschappen, alsook van de Ontmoeting Azië-Europa (ASEM) en de Aziatische Samenwerkingsdialoog (ACD); overwegende dat Japan tevens lid is van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) sinds de oprichting ervan in 1995, alsook van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO), de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling (IBHO), de Groep van Acht (G8) en de Groep van Twintig (G20);

H.  overwegende dat er tussen Japan en zijn buurlanden China, Rusland en Zuid-Korea spanningen bestaan over eilanden in de maritieme gebieden van Oost-Azië;

1.  beveelt de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden aan:

  

Inzake de onderhandelingen over de strategische partnerschapsovereenkomst

   a) de betrekkingen tussen de EU en Japan verder op te waarderen, door de onderhandelingen over een brede strategische partnerschapsovereenkomst tijdig af te ronden; de overeenkomst een echte strategische dimensie mee te geven waarmee de unieke aspecten van de betrekkingen tussen de EU en Japan worden onderstreept;
   b) te streven naar de totstandbrenging van een duurzaam kader voor nauwere betrekkingen, wat in aanzienlijke mate moet bijdragen tot een verdieping van de politieke, economische en culturele betrekkingen, met tastbare resultaten voor de burgers van beide regio's, en speciale aandacht te besteden aan de wereldwijde coördinatie van het economisch beleid;
   c) aanzienlijk meer en inhoudelijk veel uitgebreidere bilaterale samenwerkingsdialogen en sectorale dialogen te houden;
  

Politieke dialoog

   d) nogmaals uiting te geven aan gemeenschappelijke waarden en doelstellingen en de verantwoordelijkheid voor het bevorderen van wereldwijde vrede, stabiliteit, parlementaire democratie, duurzame ontwikkeling en een sterk multilateraal stelsel; samen te blijven streven naar de versterking en hervorming van de Verenigde Naties, met inbegrip van de Veiligheidsraad; te erkennen dat de steeds meerpoligere wereld gekenmerkt wordt door het toenemende politieke belang van een veelvoud aan regionale en nationale spelers, met inbegrip van de EU en Japan, en aan te dringen op meer samenwerking en coördinatie op het wereldtoneel;
   e) nauwer en intensiever samen te werken inzake politieke, veiligheids- en vredesvraagstukken, met inbegrip van de uitwisseling van informatie, non-proliferatie, ontwapening, de eliminatie van massavernietigingswapens, cyberveiligheid en de bestrijding van internationale criminaliteit, zoals mensen- en drugshandel, piraterij en terrorisme;
   f) zich als 's werelds grootste donor van ontwikkelingshulp in te zetten voor nauwere samenwerking en coördinatie bij het uitstippelen van beleid en maatregelen ter verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, waarbij het aspect van de menselijke veiligheid essentieel is;
   g) de reikwijdte van de nauwere samenwerking inzake mondiale veiligheidsvraagstukken onder de loep te nemen, met name inzake crisisbeheersing en vredeshandhaving;
   h) mee te werken aan civiele crisisbeheersing, burgerbescherming, reacties op natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, humanitaire hulp en wederopbouwinitiatieven na crisissituaties; de bilaterale en internationale samenwerking bij de vermindering van het risico op rampen te versterken;
   i) de grote bezorgdheid van de lidstaten tot uiting te brengen over de verwoestende gevolgen van de kernramp van Fukushima; er bij de Japanse regering op aan te dringen de internationale gemeenschap zo nauwkeurig en volledig mogelijk van de beschikbare gegevens over de situatie op het reactorterrein en de vervuilingsniveaus te voorzien;
   j) gezamenlijk de samenwerking te bevorderen op andere multilaterale fora, zoals de VN, de G8, de G20, de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF); zich gezamenlijk inspanningen te getroosten om het herstel van de wereldeconomie, het scheppen van banen, en multilaterale handelsregels te bevorderen;
   k) de concrete samenwerking te versterken inzake met de veiligheid verband houdende projecten in strategische gebieden, zoals het Midden-Oosten, Afrika en Centraal-Azië, en hierbij voort te bouwen op de tot dusver succesvol verlopen samenwerking;
   l) samen te werken bij de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Rio+20-conferentie van de VN teneinde duurzame ontwikkeling te verwezenlijken;
  

Regionale dialogen

   m) de integratie van de landen van de Associatie van Zuidoost-Aziatische staten (ASEAN) te ondersteunen en de nadruk te leggen op de rol van het Regionaal Forum van de ASEAN en de Oost-Aziatische top om het wederzijds begrip in Azië te bevorderen en ook gesprekspartners van buiten de regio, waaronder de EU, bij de dialoog te betrekken;
   n) te benadrukken dat de betrekkingen van Japan met zijn buurlanden van cruciaal belang zijn voor de stabiliteit en de veiligheid in Oost-Azië en de mondiale veiligheid in het algemeen;
   o) erop te wijzen dat stabiliteit en ontspanning in Oost-Azië ook in het belang van Europa is; alle betrokken partijen aan te moedigen de spanningen in de Oost-Chinese Zee weg te nemen via vreedzaam overleg op basis van het internationaal recht en internationale overeenkomsten; af te zien van de dreiging met of het gebruik van geweld, en afspraken te maken over de‑escalatiemaatregelen voor gevallen waarin zich onvoorziene incidenten voordoen; het belang van de opbouw van vertrouwen en preventieve diplomatie te benadrukken; te onderstrepen dat de internationale vrijheid van scheepvaart van cruciaal belang is voor de internationale handel en geëerbiedigd moet worden;
   p) te blijven werken aan langdurige vrede en veiligheid op een kernwapenvrij Koreaans schiereiland en de Democratische Volksrepubliek Korea ertoe te bewegen alle bestaande kernprogramma's te beëindigen;
  

Mensenrechten en fundamentele vrijheden

   q) nogmaals uiting te geven aan de gedeelde waarden inzake eerbiediging van de mensenrechten, democratie, fundamentele vrijheden, goed bestuur en de rechtsstaat, en samen te werken om deze waarden wereldwijd te bevorderen en te beschermen;
   r) een dialoog te beginnen met de Japanse regering over een moratorium op de doodstraf met het oog op de mogelijke afschaffing ervan;
   s) de gelijkheid van mannen en vrouwen als een cruciaal onderdeel van de democratie te bevorderen;
   t) te bedingen dat in de overeenkomst een wederkerige voorwaardelijkheidsclausule en politieke bepalingen inzake mensenrechten en democratie worden opgenomen, ter bevestiging van de wederzijdse gehechtheid aan deze waarden; passende maatregelen te nemen om de stabiliteit van de overeenkomst te waarborgen en ervoor te zorgen dat een dergelijke opneming door geen van beide partijen kan worden misbruikt; erop aan te dringen dat een dergelijke voorwaardelijkheidsclausule in de strategische partnerschapsovereenkomst met Japan wordt opgenomen, in de geest van de gemeenschappelijke EU-aanpak dienaangaande;
  

Samenwerking op economisch, wetenschappelijk, cultureel en milieugebied

   u) een uitgebreid kader inzake samenwerking op het gebied van wetenschappen, technologie, bedrijfsleven en onderzoek op te nemen om het innovatiepotentieel te versterken; mee vernieuwende oplossingen voor vervoersaangelegenheden te zoeken;
   v) de mogelijkheden voor nauwere samenwerking inzake satellietnavigatiesystemen te bekijken;
   w) de bilaterale handel te intensiveren, alsmede de bilaterale samenwerking op het gebied van beleid ter bevordering van veilige, zekere en duurzame energie, energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, regelgevingskaders inzake nucleaire veiligheid, stresstests voor nucleaire installaties en onderzoek op energiegebied, met inbegrip van het project betreffende de internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER) en de afvang van koolstof;
   x) te blijven samenwerken bij het zoeken naar een dringend noodzakelijk, alomvattend en duurzaam mondiaal antwoord op de klimaatverandering, met inbegrip van een drastische verlaging van de wereldwijde broeikasgasemissies door alle partijen;
   y) mee te werken aan het duurzaam beheer van de visbestanden;
   z) de samenwerking te bevorderen inzake het mondiale beheer van en onderzoek naar zeldzame aardmetalen en andere kritieke grondstoffen;
   aa) te benadrukken dat cyberspace belangrijk is ter bevordering van de vrijheid van meningsuiting en een rechtvaardige sociale ontwikkeling;
   ab) op elkaars grondgebied de ander meer voor het voetlicht te brengen en het publiek meer van de ander bewust te maken; de bilaterale culturele en universitaire uitwisselingen, uitwisselingen van jongeren, persoonlijke contacten en uitwisselingen op sportgebied op te voeren;
   ac) ervaringen en optimale werkwijzen uit te wisselen om tegemoet te komen aan de behoeften van een vergrijzende en actieve samenleving;
   ad) gezondheid als een bijzonder terrein voor samenwerking en een gezamenlijk streven te behandelen door te voorzien in middelen om de beste beschikbare medische kennis, met inbegrip van biotechnologie, te combineren en uit te wisselen om te reageren op de gezondheidsuitdagingen van vergrijzende samenlevingen;
  

Overige bepalingen

   ae) het Parlement te raadplegen over de bepalingen inzake parlementaire samenwerking;
   af) te voorzien in duidelijke criteria en bindende termijnen voor de tenuitvoerlegging van de strategische partnerschapsovereenkomst, alsook in toezichtmechanismen, waaronder regelmatige verslaglegging aan het Parlement;

2.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie met aanbeveling van het Europees Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden, alsmede aan de regering en het nationale parlement van Japan.

(1) PB C 67 E van 18.3.2010, blz. 16.
(2) PB C 247 E van 17.8.2012, blz. 20.
(3) PB C 371 E van 20.12.2011, blz. 14.
(4) PB C 249 E van 30.8.2013, blz. 63.
(5) PB C 377 E van 7.12.2012, blz. 19.
(6) Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0532.

Juridische mededeling - Privacybeleid