Parlementaire vraag - E-011476/2011Parlementaire vraag
E-011476/2011

Etnisch geweld in Kosovo en asielaanvragen

Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord E-011476/2011
aan de Commissie
Artikel 117 van het Reglement
Nathalie Griesbeck (ALDE)

In Kosovo werden 2010 en de eerste negen maanden van 2011 gekenmerkt door veel etnisch geweld tussen Servische en Albanese gemeenschappen, met name in het noorden van het land. Zo liepen eind juli de spanningen in het noorden van Kosovo hoog op nadat de Kosovaarse autoriteiten de controle over de twee grensposten Jarinje en Brnjak wilden overnemen. Op 5 juli zijn er in Mitrovica schoten gelost op een Servische afgevaardigde van het Kosovaarse parlement. Ook is in september het geweld opnieuw opgelaaid nadat de KFOR de door de Serven bij de grens met Servië opgeworpen barricades had afgebroken, waarna schermutselingen ontstonden.

In diezelfde maand zijn er KFOR-eenheden in Mitrovica ingezet, teneinde de gemoederen tussen strijdende Albanezen en Serven bij de brug over de Ibar te bedaren. De afgelopen week zijn er twee zwaargewonden en een dode gevallen bij een vuurgevecht in Mitrovica. Daarnaast is Kosovo het toneel van voortdurende botsingen en wraakacties tussen etnische groeperingen en de Servische en Albanese gemeenschappen die in Kosovo leven. Kan de Europese Commissie aangeven welke maatregelen de Europese Unie in het licht van deze gewelddadigheden heeft genomen? Welke maatregelen heeft de Europese Commissie of de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken genomen of zijn zij van plan te nemen in verband met dit conflict?

Bovendien hebben de EU-lidstaten elk jaar te maken met honderden vluchtelingen en asielzoekers uit Kosovo. Volgens de officiële statistieken komt 5 % van de asielzoekers die in Europa asiel aanvragen uit dit land.

1. Is de Commissie niet van oordeel dat de lidstaten, gelet op de hierboven omschreven situatie en de voortdurende etnische botsingen in Kosovo, deze mensen bij asielaanvragen de vluchtelingenstatus zouden moeten geven of hun internationale bescherming zouden moeten verlenen op grond van Richtlijn 2004/83/EG van 29 april 2004 („erkenningsrichtlijn”)?

2. Is de Commissie niet van mening dat deze mensen, indien zij in het kader van deze etnische botsingen bedreigd worden, in hun land van herkomst het slachtoffer van geweld dreigen te worden in de zin van Richtlijn 2004/83/EG?

3. In Frankrijk heeft het Franse bureau voor de bescherming van vluchtelingen (OFPRA) Kosovo in maart van dit jaar op de lijst van veilige landen geplaatst (waarmee de prefecten asielzoekers uit Kosovo dus het recht op verblijf kunnen weigeren). Is dit volgens de Commissie gerechtvaardigd, gelet op de bedreigingen waarmee zij te maken hebben? Zo nee, kan de Commissie dan aangeven welke maatregelen er genomen zouden moeten worden?

PB C 180 E van 21/06/2012