AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EURATOM) nr. 1074/1999 van de Raad

19.6.2013 - (17427/1/2012 – C7‑0051/2013 – 2006/0084(COD)) - ***II

Commissie begrotingscontrole
Rapporteur: Ingeborg Gräßle


Procedure : 2006/0084(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0225/2013
Ingediende teksten :
A7-0225/2013
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EURATOM) nr. 1074/1999 van de Raad

(17427/1/2012 – C7‑0051/2013 – 2006/0084(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het standpunt van de Raad in eerste lezing (17427/1/2012 – C7‑0051/2013),

–   gezien het advies van de Rekenkamer van 12 juli 2011[1],

–   gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt[2] inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2006)0244),

–   gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2011)0135),

–   gezien artikel 294, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien artikel 72 van zijn Reglement,

–   gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie begrotingscontrole (A7-0225/2013),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het standpunt van de Raad in eerste lezing;

2.  hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie is gevoegd;

3.  neemt kennis van de verklaringen van de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie zijn gevoegd;

4.  constateert dat het besluit is vastgesteld overeenkomstig het standpunt van de Raad;

5.  verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 297, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te ondertekenen;

6.  verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

7.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

  • [1]  PB C 254 van 30.8.2011, blz. 1.
  • [2]  PB C 16 E van 22.1.2010, blz. 201.

BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie

"Wanneer het Europees Parlement, de Raad en de Commissie nieuwe leden van het nieuwe Comité van toezicht benoemen, benoemen zij tevens de leden die bij de eerstkomende gedeeltelijke vervanging in dienst zullen treden."

Verklaring van de Commissie

"De Commissie bevestigt dat het Bureau heeft verklaard dat het te allen tijde zal handelen in overeenstemming met Protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie en het Statuut van de leden van het Europees Parlement, onder volledige eerbiediging van de vrijheid en onafhankelijkheid van de leden, als bepaald in artikel 2 van het Statuut."

Verklaring van de Commissie

"De Commissie wenst de huidige bevoegdheden van de directeur-generaal van het Europees Bureau voor fraudebestrijding inzake de vaststelling van de voorwaarden en wijze van aanwerving bij het Bureau, met name die betreffende de duur van de overeenkomsten en de verlenging ervan, te handhaven."

TOELICHTING

Doel van het voorstel van de Commissie

1.   Het gewijzigde voorstel van de Commissie tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1073/1999 betreffende onderzoeken door OLAF beoogt de procedurerechten van personen die betrokken zijn in een OLAF-onderzoek te versterken, de doeltreffendheid van de OLAF-onderzoeken te vergroten en de samenwerking van OLAF met zijn partners (EU-instellingen en -organen, lidstaten, internationale organisaties) te verbeteren. Daarnaast heeft het tot doel de rol van het Comité van toezicht van OLAF te verduidelijken en een gedachtewisseling met de instellingen op politiek niveau tot stand te brengen om de beleidsprioriteiten van OLAF te bespreken.

Aanvullende opmerkingen betreffende recente ontwikkelingen in verband met de onderzoeksactiviteiten van OLAF

De rapporteur

2.   spreekt haar waardering uit voor de constructieve samenwerking tussen de Raad, de Commissie en het Parlement bij de voorbereiding van de hervorming van OLAF;

3.   wijst erop dat na de succesvolle afronding van de trialoogvergaderingen nieuwe informatie boven water is gekomen;

4.   wijst erop dat het Comité van toezicht van OLAF (OLAF-SC) in tussentijd twijfels heeft geuit over de vraag of zijn recht op toezicht was nageleefd en of de rechten van personen naar wie een administratief onderzoek is ingesteld waren geëerbiedigd;

5.   betreurt het feit dat de Commissie begrotingscontrole geen toegang heeft gekregen tot het verslag dat het OLAF-SC overeenkomstig artikel 11 van de OLAF-verordening had opgesteld en dat op 29 januari 2013 was toegezonden aan het Parlement, de Raad en de Commissie, en dat waarschijnlijk commentaren bevat over de onderzoeksprocedures van OLAF;

6.   verzoekt de Voorzitter om de leden van de Commissie begrotingscontrole onverwijld op passende wijze toegang te verschaffen tot dit verslag;

7.   vestigt de aandacht op de openbare verklaring van Herbert Bösch, lid van het OLAF-SC, op de vergadering van de Commissie begrotingscontrole van 19 maart 2013, waarin hij waarschuwde tegen aantasting van grondrechten bij administratief onderzoek door OLAF, en hij de leden verzocht het verslag te raadplegen dat het OLAF-SC op 29 januari 2013 heeft ingediend bij het Parlement, de Raad en de Commissie[1];

8.   is ingenomen met de publicatie van het jaarlijks activiteitenverslag 2012 van het OLAF-SC op 22 april 2013;

9.   vestigt de aandacht op de vergadering van de Commissie begrotingscontrole van 23 april 2013, waar dit verslag door het OLAF-SC werd gepresenteerd aan de leden van de Commissie begrotingscontrole in aanwezigheid van de directeur-generaal van OLAF;

10. herinnert aan de kanttekeningen die de leden van het OLAF-SC op deze vergadering hebben geplaatst bij de onderzoeksactiviteiten van OLAF, en die tevens zijn samengevat in Bijlage 3 bij het jaarlijks activiteitenverslag 2012 van het OLAF-SC, met onder meer de volgende punten:

a.    de onderzoeksmiddelen die OLAF mag inzetten;

b.   de eerbiediging van de procedurewaarborgen en grondrechten, en de rol van het OLAF-SC daarbij;

c.    de wettigheidstoetsing van de door OLAF verrichte onderzoeken en de eerbiediging van de wetgeving van de lidstaten;

d.   de rechtstreekse deelname van de directeur-generaal van OLAF aan de onderzoeksactiviteiten;

11. wil er zeker van zijn dat de herziene OLAF-verordening alle administratieve procedures en vrijwaringsmechanismen bevat die nodig zijn om de rol van het OLAF-SC en de rechten van personen naar wie een administratief onderzoek is ingesteld te beschermen;

12. roept de Raad en de Commissie op met het Parlement samen te werken aan een zo goed mogelijke hervorming van OLAF;

Achtergrondinformatie

13. Op 4 juli 2006 diende de Commissie bij het Parlement en de Raad haar voorstel in voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1073/1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)[2];

14. Op 20 november 2008 stelde het Europees Parlement zijn standpunt in eerste lezing vast en nam de bijbehorende wetgevingsresolutie aan[3];

15. Op 6 juli 2010 publiceerde de Commissie een discussienota over de hervorming van OLAF[4], met het doel overeenkomsten en verschillen tussen de standpunten van het Europees Parlement en de Raad over het oorspronkelijke Commissievoorstel in kaart te brengen en een consensus over de voornaamste probleempunten te bereiken;

16. In het verlengde van de grondige gedachtewisseling in de Groep fraudebestrijding maakte de Raad op 6 december 2010 zijn conclusies over de discussienota van de Commissie bekend[5];

17. Vervolgens diende de Commissie op 18 maart 2011 een gewijzigd voorstel in voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1073/1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (Euratom) nr. 1074/1999[6];

18. Het Europees Parlement stelde op basis van het gewijzigde Commissievoorstel zijn onderhandelingsmandaat vast door zijn standpunt in eerste lezing over het oorspronkelijke Commissievoorstel te bevestigen;

19. De Europese Rekenkamer bracht advies uit op 12 juli 2011[7], en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming op 1 juni 2011[8];

20. Overeenkomstig de punten 16, 17 en 18 van de gemeenschappelijke verklaring over de wijze van uitvoering van de medebeslissingsprocedure[9] voerde het voorzitterschap op basis van een mandaat van het Comité van permanente vertegenwoordigers[10] van oktober 2011 tot en met juni 2012 informele tripartiete besprekingen met het Europees Parlement; deze hadden tot doel in de fase van het standpunt van de Raad in eerste lezing tot overeenstemming te komen;

21. De trialoogvergaderingen werden op 8 juni 2012 met succes afgerond;

22. Op 25 juli 2012 fiatteerde het Comité van permanente vertegenwoordigers de compromistekst waarover tijdens de laatste informele trialoogbijeenkomst op 8 juni 2012 overeenstemming was bereikt. Deze overeenstemming werd op 8 oktober 2012 ook bevestigd door de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement, waarna haar voorzitter de voorzitter van het Comité van permanente vertegenwoordigers schriftelijk bevestigde dat, indien de Raad die tekst aanneemt, hij de plenaire vergadering zal aanbevelen om het standpunt van de Raad in eerste lezing zonder amendementen te aanvaarden;

23. Vervolgens bevestigde de Raad op zijn vergadering van 4 december 2012 het politiek akkoord over de overeengekomen tekst als weergegeven in de documenten 16546/12 en 12735/12 ADD1;

24. Op 25 februari 2013 keurde de Raad het gewijzigde voorstel van de Commissie goed, tezamen met de twee verklaringen van de Commissie en de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie;

25. In haar mededeling aan het Europees Parlement van 8 maart 2013 verklaarde de Commissie de amendementen op haar voorstel te aanvaarden[11];

26. Het resultaat van de eerste lezing van de Raad werd gepresenteerd op de vergadering van de Commissie begrotingscontrole van 18 en 19 maart 2013.

  • [1]               http://www.europarl.europa.eu/ep-live/en/committees/video?event=20130319-0900-COMMITTEE-CONT.
  • [2]           COM(2006)244.
  • [3]           PB C 16 E van 22.1.2010, blz. 201.
  • [4]        SEC(2010) 0859.
  • [5]               Doc. 16833/10.
  • [6]               COM(2011)0135.
  • [7]               PB C 254 van 30.8.2011, blz. 1.
  • [8]             PB C 279 van 23.9.2011, blz. 11.
  • [9]             PB C 145 van 30.6.2007, blz. 5.
  • [10]             Doc. 12140/11 ADD 1.
  • [11]             COM(2013)0140.

PROCEDURE

Titel

Wijziging van Verordening (EG) nr. 1073/1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

Document- en procedurenummers

17427/1/2012 – C7-0051/2013 – 2006/0084(COD)

Datum eerste lezing EP – P-nummer

20.11.2008                     T6-0553/2008

Voorstel van de Commissie

COM(2006)0244 - C6-0228/2006

Gewijzigd voorstel van de Commissie

COM(2011)0135

Datum bekendmaking ontvangst standpunt van de Raad in eerste lezing

14.3.2013

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

CONT

14.3.2013

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Ingeborg Gräßle

27.3.2007

 

 

 

Datum goedkeuring

18.6.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

16

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Marta Andreasen, Jean-Pierre Audy, Zigmantas Balčytis, Zuzana Brzobohatá, Martin Ehrenhauser, Ingeborg Gräßle, Jan Mulder, Petri Sarvamaa, Bart Staes, Michael Theurer

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Cornelis de Jong, Esther de Lange, Karin Kadenbach, Ivailo Kalfin

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Vasilica Viorica Dăncilă, Verónica Lope Fontagné, Janusz Władysław Zemke

Datum indiening

19.6.2013