Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0525/2007

Debatten :

PV 13/12/2007 - 11.3
CRE 13/12/2007 - 11.3

Stemmingen :

PV 13/12/2007 - 12.3
CRE 13/12/2007 - 12.3

Aangenomen teksten :


Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 13 december 2007 - Straatsburg Uitgave PB

11.3. Gerechtigheid voor troostvrouwen
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Aan de orde zijn de vijf ontwerpresolutiesover gerechtigheid voor troostvrouwen(1).

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), auteur.(ES) Mevrouw de Voorzitter, ik moet zeggen dat ik, als drijvende kracht achter deze resolutie, bijzonder tevreden ben met het feit dat we uiteindelijkde ruimte en voldoende overeenstemming hebben bereikt omhaar in te dienen, want ik ben er oprecht van overtuigd dat het onderwerp dit en nog veel meer verdient.

We hebben het over bijna 200 000 vrouwen, eufemistisch “troostvrouwen” genoemd, die tijdens en voor de Tweede Wereldoorlog door het Japanse keizerlijke leger tot seksslavinnen zijn gemaakt. Na 62 jaar zoeken de overlevenden nog steeds gerechtigheid.

Hun hele leven hebben ze geleden onder een slechtelichamelijke en geestelijke gezondheid, isolement en schaamteen vaak extreme armoede. Tot nu toe heeft de Japanse regering zich niet gehouden aan de internationale regels voor schadevergoeding, waartoe restitutie, compensatie, rehabilitatieengenoegdoening behoren, inclusiefvolledigeopenbaarmaking, excusesen de garantie dat de handeling niet zal worden herhaald. Dit is met name significant gezien het feit dat Japan een van de belangrijkste hulpverstrekkers van na de oorlog is.

Het was daarom dringend noodzakelijk om te reageren en erop te wijzen, zoals de overlevenden doen, dat waarheid moet worden gekoppeld aan gerechtigheid, en dat een verontschuldiging geen betekenis heeftals zij niet vergezeld gaat van aanvaarding van verantwoordelijkheid. Ik wil benadrukken dat het niet alleen gaat om de rechten van een individueel slachtoffer, maar om collectieve rechten, die de verantwoordelijkheid om te herinneren met zich meebrengen, om ervoor te zorgen dat dit soort wandaden niet meer voorkomt.

Dat betekent dat we de Japanners moeten vrageneen oefening in historische eerlijkheid uit te voerenen niet alleen de feiten te erkennen,maar hun excuses aan te bieden namens hun voorgangersen de slachtoffers schadeloos te stellen.

Tot slot wil ik mijn diepe respect en erkenning uitspreken voor de vrouwendie de moed hebben gehad en nog steeds hebbenom hun mond open te doen en gerechtigheid te eisen, en voor de organisaties als Amnesty International die hen hierin steunen.

 
  
MPphoto
 
 

  Eva-Britt Svensson (GUE/NGL), auteur. −(SV)Mevrouw de Voorzitter, de resolutievraagt om gerechtigheid enschadevergoeding voor de honderdduizenden vrouwen, de zogenoemde “troostvrouwen”, die werden gedwongen tot het verlenen van seksuele dienstenvoor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Al deze vernederde vrouwen die als seksslavinnen zijn behandeld,wachten nog altijd op gerechtigheid en schadevergoeding. De Japanse autoriteitenhebben wel wat gedaan, maar, zoals de resolutie laat zien, de Japanse regering en autoriteiten moeten nog veel doenom deze vrouwen gerechtigheid en schadevergoeding te geven.

De meerderheid van de vrouwen die tot deze vreselijke situatie werden gedwongen, was op dat moment heel jong. Dat betekent dat hun hele leven kapot is gemaakt door deze vreselijke ervaringen. Ze zijn gedwongen de rest van hun leven door te brengen in een slechtelichamelijke en psychische gezondheid, isolement, schaamte en vaak extreme armoede. Het feit dat deze vrouwen geen volledige gerechtigheid en schadevergoeding hebben gekregenbetekent ook dat degenen die deze misdaden hebben gepleegdin feite immuniteit voor hun daden hebben genoten.

Weer zijn het de slachtoffers, vrouwen, die worden gestraft, terwijl de daders vrijuit gaan. Deze resolutie is ook belangrijk omdat zij belicht wat er altijd gebeurt in oorlogs- en conflictgebieden, dat de vrouwen altijd de hoofdslachtoffers zijn. Het is daarom belangrijk dat we aandacht vragen voor deze zaak. We moeten proberen hier een einde aan te maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Marcin Libicki (UEN), auteur. −(PL)Mevrouw de Voorzitter, als we praten over misdaden en als we nadenken over misdaden van detwintigsteeeuw, denken we vooral aan de misdaden die zijn gepleegd door de Duitsers en debolsjewieken, of liever gezegd, wat ruimer genomen, de communisten. In Europazijn we ons minder bewust van het feit datJapan in het verre oostenvreselijke misdaden heeft gepleegd vanaf dejaren dertigtot het einde van de oorlog. Een van de ergste van die misdaden was de seksuele uitbuitingvan vrouwen die toen plaatsvond.

Zo’n 100 000 vrouwen uit veroverde landen in het verre oostenwerden tot seksslavinnen gemaakt door hetkeizerlijk leger van Japan. Deze seksuele slavernij, die op zichzelf al volkomen misdadig was, had ook nog verdere consequenties. Die consequenties waren gedwongen abortussen, grootschalige verminkingen en moordenen talloze gevallen van zelfmoord onder deze vrouwen. Het spreekt voor zich dat degenen van deze vrouwen die nog in leven zijn, erg oud zijn.

We moeten toegeven dat de Japanse regering in de periode na de oorlogveel heeft gedaan om deze vrouwen te compenseren voor de vreselijke misdaden waarvan ze het slachtoffer waren geworden. Nu roept deze resolutiede Japanse regering opeen definitieve politieke, moreleen financiëleschikking te treffen met de vrouwen die nog levenen met de families van de vrouwen die inmiddels zijn overleden. Daar hebben zij zeer zeker recht op.

 
  
MPphoto
 
 

  Sophia in 't Veld (ALDE), auteur. – (NL)Voorzitter, ik zou allereerst - ik denk namens ons allemaal - mijn solidariteit willen uitspreken met die vrouwen. Ik ben blij dat dit op de agenda staat, want het heeft heel lang geduurd. Vijf maanden lang heeft het Europees Parlement erover geaarzeld of mensenrechten voor vrouwen nu eigenlijk wél een prioriteit zijn of niet.

Meneer Dillen, die nu weg is, heeft net gezegd dat onderdrukking van vrouwen eigen is aan de Koran. Nou, dat is grote onzin, want de kwestie van troostmeisjes laat zien dat mannen de Koran helemaal niet nodig hebben om vrouwen te onderdrukken en te mishandelen.

Ik ben eigenlijk ook een beetje teleurgesteld over de houding binnen het Europees Parlement. Zoals ik net al zei, is er heel lang over geaarzeld en ik hoor ook binnen het Europees Parlement van collega’s argumenten als “Nou ja, maar 90 procent van die meisjes deden het toch eigenlijk vrijwillig” en “Ach, de cultuur is nu eenmaal zo, dat moet je begrijpen”. Ik vind dat eerlijk gezegd stuitend. Dit is verkrachting en dat is gewoon altijd een misdaad in alle tijden en alle culturen.

Inmiddels begrijp ik dat de schoolboekjes zijn aangepast in Japan. Maar ik krijg dan van de Japanse ambassade te horen dat het verhaal wel heel omzichtig moet worden verteld, omdat scholieren nog niet zoveel van seksualiteit weten en dan wel eens psychische schade zouden kunnen oplopen. Niemand heeft het over de psychische schade van de troostmeisjes zélf. Ik vind dat eerlijk gezegd behoorlijk schokkend. Maar goed, ik ben blij dat het hier nu op de agenda staat en dat we het dadelijk gaan aannemen.

Ik denk dat het belangrijk is dat excuses oprecht en ondubbelzinnig zijn. Het is geen formaliteit. En als de vorige premier Abe de hele kwestie weer in twijfel heeft getrokken, is het niet voldoende voor de huidige regering om te zeggen “O, maar we blijven bij het vorige beleid”. Nee, oprecht en ondubbelzinnig.

En als ik de argumenten hoor die we de afgelopen dagen van de Japanse ambassade hebben gehoord - overigens met erkenning van alles wat er al wél gedaan is - dan denk ik dat er op het terrein van de oprechtheid nog veel winst te behalen valt. Ik hoop dus dat we met deze resolutie allemaal onze solidariteit uitspreken met de slachtoffers.

 
  
MPphoto
 
 

  Karin Scheele (PSE), auteur. − (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik ben de vorige spreker erg dankbaar dat zij de aandacht heeft gevestigd op het feit datgeen enkele religieop deze aarde immuun is voor massale schendingen van de mensenrechten van vrouwen, maar dat dit meer te maken heeft met dictatuur en autoritairestelsels dan met een specifieke religie.

Honderdduizenden vrouwen zijn voor en tijdens de Tweede Wereldoorlogdoor het Japanse keizerlijk leger gedwongen tot prostitutie. Historici schatten dat zo’n 200 000 van deze “troostvrouwen”uit Korea, China, Taiwan en de Filippijnenals seksslavinnen zijn overgedragen aan Japanse soldaten. Het systeem van de “troostvrouwen”is een van de grootste gevallen vanmensenhandel van de twintigste eeuwen heeft geleid tot massale groepsverkrachtingen en tot gedwongen abortussen.

Toen de oorlog was afgelopen, werden veel vrouwen vermoord door de strijdkrachtenen mochten veel anderen niet naar huis terugkeren. Veel van de overlevenden bleven zwijgen uit schaamte over hunverleden en werdengestigmatiseerd enverbannen naar de rand van de samenleving. De kwestie van gedwongen prostitutiekwam niet ter sprake bij de oorlogstribunalenen er werd niet gesproken over schadevergoeding.

Pas aan het eind van de jaren tachtigkwam er weer aandacht voor het lot van de troostvrouwen. De reden daarvan was geen automatische verandering in het bewustzijn, maar de snelgroeiende vrouwenbeweging in Zuid-Korea. Beetje bij beetjebegonnen de vrouwen die waren gedwongen tot prostitutiezich in het openbaar uit te spreken. In 1992 begonnen er wekelijkse demonstraties voor de Japanse ambassade in Seoul met de woorden: “De Japanse regering moet zich schamen, wij niet.”

In 1997 werd de Japanse regering voor het eerst gevraagdinternationaal juridische en morele verantwoordelijkheid te nemenvoor de ernstige schending van de mensenrechten van vrouwen. In haar verslag eiste despeciale VN-rapporteur inzake geweld tegen vrouwen financiële compensatievoor de slachtoffers enstrafrechtelijke vervolging van de daders. De reactievan de Japanse regering op dat moment was een volledige verwerping van deze eisen.

Het is vandaag al meerdere keren gezegd dat we rekening moeten houden met de waarheid. We vragen daarom de Japanse regering publiekelijk afstand te namen van alle beweringendie de onderwerping en onderdrukking van de troostvrouwen ontkennen of in twijfel trekkenen we eisen tevens dat zij de moreleen juridische verantwoordelijkheidvoor de onderwerping van deze 200 000 mensen op zich neemt. We roepen de Japanse regering op mechanismen ten uitvoer te leggenom zo snel mogelijk schadevergoedingen te betalen aan alle overlevende slachtoffersen hun families.

Veel slachtoffers van het troostvrouwenstelselzijn inmiddels overleden of zijn minstens 80 jaar oud, dus snelheid is geboden. We doen echter ook een beroep op onze collega’s in de Japanse nationalevergaderingom hun bijdrage te leveren in het parlement om ervoor te zorgen dat deze mechanismen worden aanvaard.

 
  
MPphoto
 
 

  Andrikienė, Laima Liucija, namens de PPE-DE-Fractie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, er zijn episodes in de wereldgeschiedenis waarvan we niet willen dat ze ooit ergens zullen worden herhaald.

Een van die episodes is het verhaal van de troostmeisjes. Ik heb het hier over de officieel geautoriseerde ronseling van jonge vrouwen door de Japanse regering, vanaf de jaren dertig en tijdens de Tweede Wereldoorlog, met als enige doel om de Japanse keizerlijke strijdkrachten seksueel te dienen. Wij weten niet precies hoeveel vrouwen op deze manier in slavernij leefden maar we weten wel dat bij het troostmeisjessysteem groepsverkrachtingen, gedwongen abortus, vernedering, en seksueel geweld hoorden, die konden leiden tot verminking, dood, of uiteindelijke zelfmoord, en dat het ging om een van de meest omvangrijke gevallen van mensenhandel van de 20e eeuw, waarbij geen honderden, maar duizenden vrouwen betrokken waren.

Op dit moment zijn de laatste overlevenden 80 jaar of ouder, en men zou kunnen aanvoeren dat het probleem niet meer belangrijk is. Ik heb echter alle begrip voor de wens van deze vrouwen en hun families om hun naam te zuiveren. Vandaag geven wij uitdrukking aan onze solidariteit met de vrouwen die slachtoffer van dit systeem zijn geweest. Wij roepen de Japanse regering op om haar historische en wettelijke verantwoordelijkheid formeel te erkennen en te aanvaarden en om doeltreffende administratieve constructies te introduceren waarmee alle overlevende slachtoffers van het troostmeisjessysteem en de families van overleden slachtoffers schadevergoeding kunnen ontvangen.

Met het oog op de uitstekende relatie tussen de Europese Unie en Japan, welke is gebaseerd op de wederzijds gedeelde waarden van de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, hoop ik dat de regering en het parlement van Japan alle noodzakelijke maatregelen zullen nemen om het lijden van seksslavinnen te erkennen, om de bestaande belemmeringen voor het verkrijgen van schadeloosstelling bij Japanse gerechtshoven weg te nemen, en ervoor te zorgen dat de huidige en toekomstige generaties op school over deze gebeurtenissen zullen leren. Ik ben ervan overtuigd dat officiële erkenning van het troostmeisjessysteem en een verontschuldiging namens de Japanse regering, veel zouden bijdragen aan heling van de wonden van onze pijnlijke gemeenschappelijke geschiedenis.

 
  
MPphoto
 
 

  Marios Matsakis, namens de ALDE-Fractie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, mensen kunnen hun zonden worden vergeven, maar de misdaden van mensen mogen niet worden vergeten. Dit geldt net zo zeer voor Japan als bijvoorbeeld voor Nazi-Duitsland of voor Rusland onder Stalin.

De Japanners hebben in de jaren dertig en veertig vreselijk barbaarse oorlogsmisdaden begaan. In zekere zin hebben zij hiervoor zeer zwaar betaald doordat twee van hun steden, Hiroshima en Nagasaki, zijn weggevaagd in de formidabele nucleaire holocaust die de VS heeft ontketend.

Japan heeft de wereld vroeger echter op vele vreselijke wijzen kwaad gedaan, en een hiervan – de seksuele slavernij van troostmeisjes – heeft pas betrekkelijk kort geleden bekendheid gekregen. Sommige van deze arme en inmiddels broze oude dames zijn nog altijd onder ons, als restanten van een verleden dat voor Japan ongelegen mag zijn maar voor de vrouwen zelf martelend is.

Deze vrouwen vragen twee zeer eenvoudige dingen van het rijke en machtige Japan van tegenwoordig: een officiële verontschuldiging en zeer bescheiden humanitaire steun. Het Europees Parlement verwacht en eist met zijn ontwerpresolutie zonder meer dat de Japanse regering beide dingen snel zal doen. Doet zij dit niet, dan moet de EU, los gezien van het stigma van schande dat zou ontstaan, overwegen om gerichte effectieve maatregelen tegen het voormalig keizerrijk Japan te nemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Urszula Krupa, namens de IND/DEM-Fractie. – (PL) Mevrouw de Voorzitter, het onderwerp van het debat van vandaag is een schending van de mensenrechtendie heeft plaatsgevonden in de jaren dertig, tijdens de Japanse bezetting, toen jonge vrouwen door het keizerlijke leger seksueel werden uitgebuit engedwongen werden tot prostitutie, ondanks het feit dat de Japanse regering internationaleverdragenover de bestrijding van de handel in vrouwen en kinderenhad ondertekend en deresolutie van de VN-Veiligheidsraad inzakevrouwen, vrede en veiligheid steunde.

De oprechte sympathie van de Japanse premier wordt momenteel ondermijnd door Japanse ambtenaren in verband met de afsluiting van hetprogramma en mandaat van het Aziatische Vrouwenfonds in maart 2007, waaruit uitsluitend financiële schadevergoeding werd betaald aan vrouwen.

Door de resolutie en de eis tot schadevergoeding te steunen, willen we er echter op wijzen dat ook in moderne tijden de grens tussen het normaleen hetziekelijke vervaagt.Dat gaat in tegen alle morele normenen daarom zijn er radicale acties nodigom prostitutieals een vorm van hedendaagse slavernij te bestrijden. Prostituees zijn niet alleen slachtoffers van oorlogen van vijftig jaar geleden; het kunnen ook vrouwen van nu zijn die worden uitgebuit, bijvoorbeeld in [het voormalige] Belgisch Kongo, zoals in de pers is gemeld, en ook in veel andere landen, zelfs de rijke.

Uit naam van het respect voor de mensmoeten we ook de verspreiding ontmaskeren van een hedonistische en commerciële cultuur die aanstuurt op seksueel misbruik en zelfs zeer jonge vrouwen en meisjesin de richting van prostitutieen andere vormen van moreel verval drijft.

Respect voor de identiteit en waardigheid van vrouwen is niet enkel gebaseerd ophet in de openbaarheid brengen van misdaden en misbruikop het gebied van seksuele discriminatieof andere vormen van onrecht; het is hoofdzakelijk gebaseerd op de opstelling vanontwikkelingsprogramma’s en op het werkelijk in praktijk brengen van beginselendie alle delen van het leven van vrouwen omvatten. Deze beginselen moeten geworteld zijn in een nieuw besefvan de waarde van een vrouw als echtgenote, moeder, verzorgster of werkneemster, als mens en als een persoondie de gelijke is van een man, ondanks dat ze anders is.

 
  
MPphoto
 
 

  Günter Verheugen, vicevoorzitter van de Commissie. − (DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, in 1993 heeft de toenmalige Japanse regeringswoordvoerder, Yohei Kono, Japans “oprechte verontschuldigingen enberouw [aangeboden]aan allen… die onmetelijke pijn hebben geleden enongeneeslijke lichamelijke en psychische wonden hebben opgelopenals troostvrouwen”. In 1995 heeft de toenmalige premier, de heer Murayama, eveneens publiekelijk zijn excuses aangebodenaan de troostvrouwen, ter gelegenheid van devijftigste verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorlog. In datzelfde jaar is het Aziatische Vrouwenfonds opgerichtom namens de Japanse regering en het Japanse volk schadevergoedingen en medische hulp te biedenaan de overlevenden.

Deze pogingen om schadevergoedingen te verkrijgen voor de troostvrouwenen een hernieuwde publiekelijke verontschuldigingdoor de voormalige Japanse premierde heer Koizumi, ter gelegenheid van dezestigste verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorlog in 2005,zijn positieve stappen door Japan. Japan heeft daarmee zij verantwoordelijkheid voor dezeonvoorstelbare schendingen van de mensenrechten erkend. Slechts een paar dagen geleden heeft de Japanse minister van buitenlandse zakende verklaring van de regeringswoordvoerder, de heer Kono, die ik zojuist heb geciteerd, bevestigd als zijnde het officiële standpunt van Japan.

We hebben nu de aangrijpende getuigenis van de overlevendenen deze aangrijpende getuigenisheeft de belangstelling voor deze vreselijke periode weer doen opleven, zowel in Europaals in deVerenigde Staten, Canada en Australië.

Onze acties hier gaan niet alleen over het verleden; ze gaan over het trekken van de juiste conclusies uit de gebeurtenissenen alles doen wat in onze macht ligt om de hedendaagse vormen van slavernij, seksuele uitbuiting en mensenhandel te bestrijden.

Met het Europees Instrument voor democratie en mensenrechtengeeft de Commissieactieve steun aanNGO’s over de hele wereld die betrokken zijn bij het voorkomen vangeweld tegen vrouwen en kinderen en het bestrijden van mensenhandelten behoeve van seksuele slavernij. Op 23 november 2007 heeft de Commissienog een signaal afgegeven tijdens de Internationale Dagvoor de uitbanning van geweld tegen vrouwen, door haar nadrukkelijk streven naar de bestrijding vangeweld op basis van geslacht te bevestigen.

De Europese Unievoert een regelmatige dialoog over mensenrechten met Japan, waarbij alle zorgen van de EU aan de orde komen – waaronder de rechten van vrouwen. Japan is eengelijkgestemde mondiale spelerdie constructief met ons samenwerkt in multilaterale forums om het respect en de bescherming van de mensenrechten te verbeteren. Samen met de Europese Unie heeft Japan daarom een resolutieopgesteld over de mensenrechten in Noord-Korea en het optreden van het regime in Myanmar veroordeeld.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Het debat is gesloten.

De stemming over deze drie onderwerpenvindt plaats aan het eind van de vergaderingen van vandaag.

 
  

(1) Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid