Ontwerpresolutie - B6-0515/2006Ontwerpresolutie
B6-0515/2006

ONTWERPRESOLUTIE

25.9.2006

naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Marielle De Sarnez, Johan Van Hecke, Fiona Hall en Thierry Cornillet
namens de ALDE-Fractie
over Darfur

Procedure : 2006/2625(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0515/2006
Ingediende teksten :
B6-0515/2006
Aangenomen teksten :

B6‑0515/2006

Resolutie van het Europees Parlement over Darfur

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar zijn vorige resoluties over Sudan en de crisis in Darfur, met name de resolutie van 6 april 2006,

–  gezien de op 17 september 2006 ingestelde Werelddag voor Darfur,

–  gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de Afrikaanse Unie besloten heeft het mandaat van haar vredeshandhavingsmacht in de Sudanese regio Darfur te verlengen tot 31 december,

B.  overwegende dat de Sudanese regering de plannen om de Afrikaanse vredesmacht om te vormen tot een 22.000 man sterke VN-missie, conform het vorige maand in de Veiligheidsraad bereikte akkoord, herhaaldelijk heeft verworpen,

C.  overwegende dat het op 5 mei 2006 in Abuja gesloten vredesakkoord voor Darfur ontoereikend is en geen einde heeft gemaakt aan het geweld, maar integendeel de gewelddadigheden in sommige regio's nog heeft aangewakkerd, waarbij dagelijks nog steeds mensen worden verkracht, aangevallen, verplaatst of vermoord,

D.  overwegende dat het Sudanese leger het vredesakkoord heeft geschonden en zich opnieuw over de regio heeft verspreid, en dat de bombardementen zijn hervat,

E.  overwegende dat sinds het begin van de crisis al meer dan 200.000 mensen het leven verloren hebben en dat meer dan 2 miljoen personen zijn verplaatst,

F.  overwegende dat de berichten die ons over de humanitaire crisis in Darfur bereiken steeds alarmerender worden en dat het grootste deel van Darfur opnieuw onbereikbaar is geworden voor humanitaire missies,

G.  overwegende dat de onveiligheid onlangs nog is toegenomen en dat de situatie wat de gezondheid betreft als gevolg van de instabiliteit en het aanhoudende geweld alarmerend is geworden (ondervoeding, cholera-epidemie, hepatitis B),

H.  overwegende dat de ontwikkelingen in Sudan een determinerende factor zijn voor het bevorderen van vrede en veiligheid,

1.  betreurt dat het hoofdstuk van het op 5 mei 2006 ondertekende vredesakkoord over de ontwapening van de milities en de integratie van de rebellen in het leger geen bevredigende politieke oplossing bevat die met name een vertegenwoordiging van de bevolking van Darfur op de diverse regeringsniveaus mogelijk maakt; betreurt tevens dat dit akkoord geen enkele garantie biedt wat betreft de ontwapening van de Janjaweeds en de veilige terugkeer, onder goede omstandigheden, van de 2 miljoen verplaatste personen en de 200.000 vluchtelingen;

2.  is van oordeel dat dringend alles in het werk moet worden gesteld om opnieuw ruimte te creëren voor onderhandelingen met alle groepen opstandelingen, op basis van een agenda die meer mogelijkheden biedt voor de integratie van de rebellen in het centrale bestuur en een verdeling van de Sudanese rijkdommen, en dat verder druk moet worden uitgeoefend op Khartum om de VN-vredeshandhavingsmissie in het land toe te laten;

3.  beklemtoont dat een akkoord mede door representatieve rebellengroepen moet worden ondertekend, omdat de bevolkingen van Darfur het anders massaal zullen verwerpen;

4.  verzoekt de regering van Sudan een einde te maken aan de straffeloosheid in Darfur door degenen die de mensenrechten hebben geschonden voor het gerecht te dagen, en samen te werken met het Internationaal Strafhof teneinde de procureur een veilige toegang tot Darfur te garanderen;

5.  verzoekt alle bij het conflict betrokken partijen vrije toegang tot de conflictzones mogelijk te maken en de veiligheid van alle humanitaire werkers te waarborgen, conform de internationale humanitaire wetgevingen;

6.  vraagt dat de humanitaire hulp van de Europese Unie aan de nagenoeg 3 miljoen personen die helemaal afhankelijk zijn van internationale hulp voor hun voeding, onderkomen en medische verzorging, significant wordt verhoogd (momenteel is 75% van de hulp afkomstig uit de Verenigde Staten);

7.  beschouwt het besluit om het mandaat van de vredesmacht van de Afrikaanse Unie te verlengen als een positieve stap, maar onderstreept dat dit slechts een overgangsmaatregel kan zijn;

8.  verzoekt de Sudanese regering met aandrang het besluit van de Veiligheidsraad een VN-vredeshandhavingsmissie naar de regio te sturen, te aanvaarden, om een einde te maken aan het geweld dat kan worden gelijkgesteld met genocide, en vrede en stabiliteit tot stand te brengen in deze verstoorde regio;

9.  verzoekt China, Rusland en de lidstaten van de Arabische liga hun standpunten ten aanzien van Darfur te herzien en een politieke zowel als humanitaire interventie - via een VN-resolutie - te steunen;

10.  uit zijn bezorgdheid over de regionale gevolgen die het conflict in Darfur kan hebben voor de buurlanden;

11.  herinnert aan de verbintenissen die de internationale gemeenschap na de genocide in Rwanda is aangegaan en beklemtoont in het bijzonder dat de huidige internationale aanwezigheid in de Democratische Republiek Congo duidelijk aantoont dat de internationale gemeenschap haar politieke verantwoordelijkheid ten aanzien van Afrika wil nemen;

12.  wijst er opnieuw op dat de Europese Unie een belangrijke rol te spelen heeft op politiek zowel als op humanitair gebied;

13.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Raad van ministers ACS-EU, de regering van Sudan, de Afrikaanse Unie en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.