VERSLAG over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010,Afdeling II – Europese Raad en RaadAfdeling III – CommissieAfdeling X – Europese dienst voor extern optreden

11.10.2010 - (13475/2010 – C7‑0262/2010 – 2010/294(BUD))

Begrotingscommissie
Rapporteur: Roberto Gualtieri, László Surján

Procedure : 2010/2094(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0283/2010

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, Afdeling II – Europese Raad en Raad, Afdeling III – Commissie, Afdeling X – Europese dienst voor extern optreden

(13475/2010 – C7‑0262/2010 – 2010/294(BUD))

Het Europees Parlement,

–   gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314 daarvan, alsmede het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis daarvan,

–   gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[1], en met name op de artikelen 37 en 38 daarvan,

–   gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, definitief vastgesteld op 17 september 2009[2],

–   gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[3],

–   gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, ingediend door de Commissie op 17 juni 2010 (SEC2010),

–   gezien het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010, vastgesteld door de Raad op 13 september 2010 (13475/2010 – C7‑0262/2010),

–   gelet op artikel 75 en Bijlage V van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7‑0283/2010),

A. overwegende dat deze gewijzigde begroting het derde en laatste onderdeel is van het wetgevingspakket dat nodig is voor de tenuitvoerlegging van het politieke akkoord en het daarop volgende besluit van de Raad tot oprichting van de EEAS, en dat de andere twee delen gevormd worden door een wijziging van het Financieel Reglement en een wijziging van het personeelsstatuut,

B.  overwegende dat bij de oprichting van de EEAS uit moet worden gegaan van de beginselen van kosteneffectiviteit, begrotingsneutraliteit en een deugdelijk en efficiënt beheer, waarbij ten volle rekening moet worden gehouden met de gevolgen van de economische crisis voor de overheidsfinanciën en de noodzaak van een strikt begrotingsbeleid,

C. tevens overwegende dat er alles aan gedaan moet worden om ervoor te zorgen dat doublures en bevoegdheidsconflicten worden vermeden, met name omdat dit niet alleen zou leiden tot een minder doeltreffend extern beleid, maar ook tot een ondoelmatig gebruik van schaarse begrotingsmiddelen,

D. overwegende dat de behoeften voor 2011 het onderwerp zijn van nota van wijzigingen 1/2010 bij de begroting 2011 en zullen worden geïntegreerd in de algemene begrotingsprocedure voor dat jaar,

E.  overwegende dat het grootste deel van de benodigde middelen eenvoudigweg overgeschreven zullen worden van de afdelingen van de Europese Raad en Raad en de Commissie, maar dat een beperkte hoeveelheid van de nieuwe middelen ook geleverd zullen moeten worden in de vorm van personeel en arbeidscontractanten,

F.  overwegende dat met ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010 deze aanpassing van de begroting 2010 formeel wordt vastgesteld, inclusief de invoering van een nieuwe een afzonderlijke Afdeling X, hetgeen deel uitmaakt van het politieke akkoord,

G. overwegende dat de bevoegdheden van het Parlement op het gebied van kwijting niet mogen worden aangetast,

H. overwegende dat er nogmaals op moet worden gewezen dat het voor de EU van wezenlijk belang is om alle externe instrumenten te kunnen inzetten in het kader van een samenhangende structuur, en overwegende dat de waarborging van middelen van de begroting 2010 voor de opzet van de eerste fase van een dergelijke structuur de belangrijkste doelstelling van dit verslag is,

I.   overwegende dat de Raad zijn standpunt op 13 september 2010 heeft vastgesteld,

1.  neemt kennis van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010;

2.  hecht zijn goedkeuring aan het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010 zoals ingediend en verzoekt zijn Voorzitter te verklaren dat gewijzigde begroting nr. 6/2010 definitief is vastgesteld en te zorgen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

3.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie alsook aan de overige betrokken instellingen en organen.

  • [1]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [2]  PB L 64 van 12.3.2010.
  • [3]  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

TOELICHTING

Het politieke akkoord over de EEAS en de oprichting van de eerste fase van de structuur daarvan zijn belangrijke kwesties. Het gepresenteerde begrotingsvoorstel krijgt daarom de volle politieke ondersteuning.

Uiteraard moet verdere aandacht worden besteed aan het analyseren van het "parallelle" voorstel van nota van wijzigingen 1/2011, met name wat betreft de personeelsformatie, met inbegrip van de invoering van extra posten op hoog niveau, de mogelijke gevolgen voor de kosten voor gebouwen en, door de bevoegde commissie(s), van de gevolgen voor het externe beleid.

De hier gevraagde extra 100 posten voor de personeelsformatie en een bepaalde hoeveelheid financiële middelen voor nog eens 70 personeelsleden kunnen in dit stadium van het opzetten van de nieuwe dienst worden goedgekeurd. Politieke steun kan hiervoor worden verleend op basis van de motivering door de Commissie.

Er zij aan herinnerd dat dit het derde en laatste onderdeel van de wetgeving uitmaakt van het "tenuitvoerleggingspakket" naar aanleiding van het politieke akkoord over de EEAS dat eerder deze zomer is gesloten, en dat de andere twee onderdelen wijzigingen van het personeelsstatuut en het Financieel Reglement betroffen.

ADVIES van de Commissie constitutionele zaken (4.10.2010)

aan de Begrotingscommissie

inzake het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 voor de algemene begroting 2010 - staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling, Afdeling II - Europese Raad en Raad, Afdeling III - Commissie, Afdeling X – Europese dienst voor extern optreden
(13475/2010 – C7-0262/2010 - 2010/2094(BUD))

Rapporteur voor advies: Guy Verhofstadt

SUGGESTIES

De Commissie constitutionele zaken verzoekt de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  wijst erop dat het Europees Parlement voornemens is zich volledig te kwijten van de verantwoordelijkheden die zowel bij het uitwerken van als de controle op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid op hem rusten en die door de hoge vertegenwoordiger erkend zijn in haar verklaring over de politieke verantwoordingsplicht[1];

2.  hecht zijn goedkeuring aan deze gewijzigde begroting en herinnert aan artikel 4 van Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese dienst voor extern optreden[2], alsook aan de toezeggingen die de hoge vertegenwoordiger heeft gedaan in de verklaring die zij tijdens de plenaire vergadering van het Europees Parlement van 7 juli 2010 heeft afgelegd over de fundamentele organisatie van de centrale administratie van de Europese dienst voor extern optreden (EDEO);

3.  herinnert eraan dat de EDEO over begrotingsautonomie moet beschikken om de taken die hem bij de Verdragen worden toevertrouwd naar behoren te kunnen vervullen;

4.  wijst erop dat het zijn rechten in het kader van de begrotingsprocedure volledig zal uitoefenen, met name die in verband met de kwijting waarnaar in artikel 8, lid 6, van Besluit 2010/427/EU wordt verwezen;

5.  herinnert eraan dat het Parlement tijdens het gehele onderhandelingsproces dat tot de oprichting van de EDEO heeft geleid, heeft geëist dat er een doeltreffende en performante dienst wordt opgezet en dat overlapping van taken vermeden wordt; wijst erop dat de oprichting van de EDEO synergetische effecten teweeg moet kunnen brengen waardoor er middelen vrijkomen voor het lanceren van nieuwe initiatieven, waarover het Europees Parlement zal moeten worden geraadpleegd;

6.  dringt erop aan dat de benoemingen op leidinggevende posten geschieden op basis van de eigen bekwaamheid van de kandidaten, met inachtneming van het evenwicht en de representativiteit van de diverse actoren die het extern optreden van de Unie moeten gaan leiden;

7.  dringt er eveneens op aan dat het personeel van de EDEO wordt benoemd op basis van verdienste, deskundigheid en uitmuntendheid en dat het, onder waarborging van een passend geografisch en genderevenwicht, afkomstig moet zijn van de Commissie, de Raad en de nationale diplomatieke diensten, met volledige inachtneming van artikel 6, leden 6, 8 en 11, van Besluit 2010/427/EU.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

4.10.2010

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

15

1

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Andrew Henry William Brons, Carlo Casini, Andrew Duff, Zita Gurmai, Gerald Häfner, Ramón Jáuregui Atondo, Constance Le Grip, Morten Messerschmidt, Paulo Rangel, Algirdas Saudargas, György Schöpflin, Rafał Trzaskowski, Luis Yáñez-Barnuevo García

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Enrique Guerrero Salom, Alexandra Thein

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Inés Ayala Sender

  • [1]  Verklaring gehecht aan het standpunt van het Europees Parlement van 8 juli 2010 over het voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van de inrichting en werking van de Europese dienst voor extern optreden (P7_TA(2010)0280).
  • [2]  PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30.

ADVIES van de Commissie begrotingscontrole (27.9.2010)

aan de Begrotingscommissie

inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010 - staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling, Afdeling II - Europese Raad en Raad, Afdeling III - Commissie, Afdeling X – Europese dienst voor extern optreden
(COM(2010)0315 - C7-0262/2010 - 2010/2094(BUD))

Rapporteur voor advies: Zigmantas Balčytis

SUGGESTIES

De Commissie begrotingscontrole verzoekt de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

A.  overwegende dat het Parlement controlebevoegdheid moet hebben over het buitenlands beleid van de Unie en de uitvoering ervan,

B.   overwegende dat het recht van het Parlement om de EDEO kwijting te verlenen voor zijn financieel beheer van cruciaal belang is,

C.  overwegende dat bij de oprichting van de EDEO de beginselen van begrotingsneutraliteit, kostenefficiëntie en goed financieel beheer moeten worden geëerbiedigd,

1.   is ingenomen met de verklaring van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over politieke verantwoordingsplicht, waardoor het Parlement meer controlebevoegdheid krijgt over het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en het extern optreden van de Unie;

2.   is van oordeel dat het noodzakelijk is de begrotingsautonomie te waarborgen die van essentieel belang is voor een vlotte werking van de EDEO; is bijgevolg van mening dat de invoering van een afzonderlijke begrotingsafdeling voor de EDEO moet stroken met het voorstel van de Commissie tot wijziging van het Financieel Reglement;

3.   dringt aan op een duidelijk onderscheid tussen de administratieve begroting en de operationele begroting van de EDEO, waarvan het beheer onder de financiële verantwoordelijkheid van de Commissie blijft;

4.   herinnert eraan dat het Parlement ten aanzien van de begroting van de EDEO dezelfde kwijtingsrechten moet hebben als het momenteel heeft voor de begroting van de Commissie; is bijgevolg van oordeel dat de EDEO onder de kwijtingsprocedures moet vallen waarin wordt voorzien door artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de artikelen 145 t/m 147 van het Financieel Reglement;

5.   wijst op de problemen om in de eerste fase van de oprichting van de EDEO tot begrotingsneutraliteit te komen; benadrukt evenwel dat het belangrijk is overlapping van taken, functies en middelen van de EDEO met andere structuren te voorkomen en alle mogelijkheden te benutten om de middelen efficiënt te besteden;

6.   stelt vast dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010 EUR 9.521.362 beloopt; stelt verder vast dat EUR 1.583.972 daarvan betrekking heeft op de begrotingslijn "Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein "Externe betrekkingen", delegaties van de Europese Unie"; herinnert eraan dat de begrotingsautoriteit overeenkomstig artikel 179, lid 3, van het Financieel Reglement zo spoedig mogelijk in kennis moet worden gesteld van ieder onroerendgoedproject dat aanzienlijke financiële gevolgen voor de begrotingsuitgaven kan hebben; wijst erop dat dit eveneens geldt voor de EDEO;

7.   acht het zowel praktisch als, in het belang van een goed financieel beheer, noodzakelijk dat de interne controleur van de Commissie ook volledige verantwoordelijkheid draagt voor de EDEO.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

27.9.2010

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

21

1

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Marta Andreasen, Jean-Pierre Audy, Zigmantas Balčytis, Andrea Češková, Jorgo Chatzimarkakis, Andrea Cozzolino, Ryszard Czarnecki, Luigi de Magistris, Tamás Deutsch, Martin Ehrenhauser, Jens Geier, Ingeborg Gräßle, Ville Itälä, Cătălin Sorin Ivan, Jan Olbrycht, Crescenzio Rivellini, Christel Schaldemose, Theodoros Skylakakis, Bart Staes, Georgios Stavrakakis, Søren Bo Søndergaard

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Christofer Fjellner, Edit Herczog, Véronique Mathieu

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

7.10.2010

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

38

2

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Damien Abad, Alexander Alvaro, Marta Andreasen, Reimer Böge, Jean-Luc Dehaene, Isabelle Durant, James Elles, Göran Färm, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazábal Rubial, Salvador Garriga Polledo, Jens Geier, Ivars Godmanis, Ingeborg Gräßle, Estelle Grelier, Carl Haglund, Lucas Hartong, Jutta Haug, Jiří Havel, Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, Jan Kozłowski, Alain Lamassoure, Vladimír Maňka, Barbara Matera, Nadezhda Neynsky, Miguel Portas, Dominique Riquet, László Surján, Helga Trüpel, Angelika Werthmann, Jacek Włosowicz

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

François Alfonsi, Richard Ashworth, Maria Da Graça Carvalho, Frédéric Daerden, Roberto Gualtieri, Paul Rübig, Peter Šťastný, Georgios Stavrakakis

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Jan Mulder