EUROPESE RAAD VAN MADRID
15 EN 16 DECEMBER 1995
CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP


BIJLAGEN 6-10

INHOUD

Top

BIJLAGE 6: UITBREIDING

BETREKKINGEN MET DE GEASSOCIEERDE LMOE IN DE TWEEDE HELFT VAN 1995

De tweede helft van 1995 stond in het teken van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de strategie ter voorbereiding van de geassocieerde landen in Midden- en Oost-Europa op toetreding, die de Europese Raad tijdens zijn zitting op 9 en 10 december 1994 te Essen had uitgestippeld, en werd voorts gekenmerkt door intensivering van de bilaterale betrekkingen van de Unie met de partnerlanden.

Het feit dat er verscheidene ministeriële zittingen, zowel bilateraal (Associatie- overeenkomsten) als multilateraal (gestructureerde dialoog) werden gehouden en dat er op die zittingen belangrijke onderwerpen werden behandeld, bevestigen de juistheid van de gevolgde benadering en tonen de vitaliteit en de groei van de wederzijdse betrekkingen aan.

De wil om bij de Europese Unie te horen, waarvan de geassocieerde landen al herhaaldelijk blijk hebben gegeven, kwam tot uitdrukking in de indiening in 1995 van vier nieuwe verzoeken om toetreding na die welke in 1994 door Hongarije en Polen waren ingediend.

Zo heeft de Raad op 17 juli 1995 voor Roemenië en Slowakije, op 30 oktober 1995 voor Letland en op 4 december 1995 voor Estland besloten de in artikel "O" van het Verdrag betreffende de Europese Unie vastgestelde procedures, die met name voorzien in raadpleging van de Commissie en instemming van het Europees Parlement, in te leiden.

I. BILATERALE BETREKKINGEN

Na de inwerkingtreding van de Europese Associatie-overeenkomsten met Bulgarije, Roemenië, Slowakije en de Tsjechische Republiek en de eerste zittingen van de Associatieraden met deze vier partners in de eerste helft van 1995 hebben de Associatieraden met Hongarije en Polen op 17 juli 1995 hun tweede zitting gehouden. Op elk van laatstgenoemde zittingen heeft de Associatieraad de stand van en de vooruitzichten voor de bilaterale betrekkingen uit hoofde van de Europa- overeenkomsten aan een algemeen onderzoek onderworpen, en daarnaast nog een groot deel van zijn besprekingen gewijd aan twee bijzonder belangrijke vraagstukken : enerzijds de voortgang van het proces van integratie van het partnerland in de Europese Unie in het kader van de strategie ter voorbereiding op de toetreding, en anderzijds de regionale samenwerking en de betrekkingen van goed nabuurschap van elke partner met de andere landen in de regio.

Voorts hebben de Associatiecomités voor de Tsjechische Republiek, Roemenië en Bulgarije - in het institutionele kader van elke Associatie-overeenkomst - op 14 en 15 september, 12 en 13 oktober respectievelijk 9 en 10 november vergaderd, waardoor vooruitgang kon worden geboekt bij de tenuitvoerlegging van de Europa- overeenkomsten.

Tot slot zijn er in de verslagperiode vergaderingen van de parlementaire Associatie commissies gehouden, en wel op 5 en 6 september met Polen, van 6 tot en met 8 september met Bulgarije, op 16 en 17 september met Roemenië, op 23 en 24 november met Slowakije en op 28 en 29 november met Hongarije(7) ; ook zijn er interparlementaire vergaderingen gehouden met Litouwen (20 november), Letland (22 november) en Estland (24 november). Op deze vergaderingen, die de gelegenheid boden tot openhartige gedachtenwisselingen over belangrijke vraagstukken, zoals het proces van integratie van de geassocieerde landen in het vooruitzicht van de toetreding, werden de banden tussen het Europees Parlement en de Parlementen van de geassocieerde landen nauwer aangehaald.

II. GESTRUCTUREERDE DIALOOG

In de tweede helft van 1995 is de tenuitvoerlegging van de in Essen vastgestelde gestructureerde dialoog intensief voortgezet ; het sluitstuk van dit proces vormt de uitnodiging van de Staatshoofden en Regeringsleiders van de geassocieerde landen in de marge van de Europese Raad van Madrid. In het kader van deze dialoog zijn er verscheidene ministeriële zittingen gehouden :

Justitie en Binnenlandse Zaken : 25 september ; Landbouw ; 26 september ; Vervoer : 28 september ; Onderwijs : 23 oktober ; Economische en Financiële Vraagstukken : 23 oktober ; Buitenlandse Zaken : 31 oktober ; Interne Markt : 23 november.

  • Op de ministeriële zitting "Justitie en Binnenlandse Zaken" werden meer bepaald de volgende onderwerpen besproken : aanpassing van het rechtsstelsel, politie- opleiding, georganiseerde misdaad (drugshandel, witwassen van drugsgeld, handel in gestolen voertuigen) alsmede illegale immigratie. Voorts werd er een programma van gezamenlijke acties op het gebied van justitiële samenwerking tegen de internationale georganiseerde criminaliteit opgezet.
  • De Ministers van Landbouw hebben een algemene gedachtenwisseling gehouden waarin de stand van zaken met betrekking tot enerzijds de ontwikkeling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en anderzijds de situatie van en de vooruitzichten voor de landbouwsector in de geassocieerde landen werd opgemaakt. Bij die gelegenheid ontvouwde de Commissie enkele denkbeelden over de ontwikkeling van het landbouwbeleid in een mondiaal perspectief en in het vooruitzicht van de uitbreiding, nadat de Ministers van de geassocieerde landen hun denkbeelden en prioriteiten hadden uiteengezet. De Commissie zal de Europese Raad van Madrid een verslag voorleggen over alternatieve strategieën die in het vooruitzicht van de toetreding op landbouwgebied kunnen worden gevolgd.
  • De zitting van de Ministers van Verkeer had betrekking op drie belangrijke vraagstukken : de marktintegratie in de sector vervoer op basis van een dubbele strategie, namelijk openstelling van de markten en gelijktijdige onderlinge aanpassing van de wetgevingen ; de vervoersinfrastructuur van de geassocieerde landen, waarover werd overeengekomen om met het oog op de vaststelling van prioritaire projecten gezamenlijk een evaluatie van de behoeften op te stellen ; het geïntegreerd vervoerssysteem : er moet een gemeenschappelijke aanpak komen voor de ontwikkeling van dit geïntegreerd vervoerssysteem, via deelneming van de geassocieerde landen aan de communautaire programma-activiteiten in de vervoerssector. Wat dit laatste betreft werd de Commissie, met het oog op de volgende bijeenkomst, verzocht - in het kader van de aanvullende protocollen bij de Europese Associatieovereenkomsten - na te gaan wat de praktische aspecten van die deelneming zijn, met name op het gebied van de financiering van de infrastructuurprojecten.
  • De Ministers van Onderwijs hebben de geassocieerde landen nauwer betrokken bij de communautaire programma's SOCRATES, LEONARDO en JEUGD VOOR EUROPA III, die onlangs door de Raad zijn aangenomen voor de periode 1995-2000. De Europese Unie heeft nota genomen van de belangstelling van de geassocieerde landen voor deelneming aan bovengenoemde programma's alsmede van hun prioriteiten en de concrete voorbereidende maatregelen die in elk van deze landen genomen zijn. Deelneming van de geassocieerde landen aan deze programma's zou tot ervaring en voorbeeld kunnen dienen voor deelneming aan andere communautaire programma's.
  • De Ministers van Economische Zaken en Financiën hebben gesproken over de hervorming van de financiële sector ; zij stonden met name stil bij de vraagstukken in verband met de hervorming van de banksector en meer bepaald banktoezicht en privatisering van de banken. Een ander belangrijk gesprekspunt was de ontwikkeling van de kapitaalmarkt en de liberalisatie van het kapitaalverkeer. De uitvoerige debatten boden de geassocieerde landen de gelegenheid om uiteen te zetten hoeveel vooruitgang zij reeds op deze gebieden hadden gemaakt en op welke gebieden nauwer samengewerkt zou moeten worden om hen in staat te stellen vooruitgang te boeken bij het proces van integratie in de Interne Markt van de Gemeenschap.
  • De zitting van de Ministers van Buitenlandse Zaken - die werd voorbereid door het Comité van Permanente Vertegenwoordigers en de Ambassadeurs van de geassocieerde landen - had in de eerste plaats betrekking op het PHARE- programma en de toekomstige dynamiek ervan als financieel instrument voor de strategie ter voorbereiding van de geassocieerde landen op hun toetreding. Voorts werden er - voor de stabiliteit op het Europese vasteland belangrijke - actuele vraagstukken op het gebied van het buitenlands beleid behandeld : de situatie in het voormalige Joegoslavië en de uitdagingen waarvoor men zich gesteld ziet bij de wederopbouw van de regio ; de verschillende aspecten van het vredesproces in het Midden-Oosten met het oog op het streven naar consolidatie van de vrede en naar bijstand aan de nieuwe Palestijnse Autoriteiten bij de moeilijke taken die zij op zich moeten nemen. Andere belangrijke aangelegenheden konden tijdens een werklunch worden behandeld, namelijk : de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten, de voorbereiding van de Intergouvernementele Conferentie van 1996 en de wijze waarop de gestructureerde dialoog wordt gevoerd, en waarvoor sommige geassocieerde landen suggesties hebben gedaan.
  • Tot slot hebben de Ministers die verantwoordelijk zijn voor de Interne Markt zich gebogen over de vraagstukken rond de tenuitvoerlegging van het Witboek over de voorbereiding van de integratie van de geassocieerde landen in de Interne Markt, dat de Commissie aan de Europese Raad te Cannes had voorgelegd. Deze werkzaamheden liggen in de lijn van een lang en ingewikkeld proces dat ten doel heeft de resultaten van de op dit gebied aan de gang zijnde technische werkzaamheden in een passend kader te plaatsen en optimaal te benutten.

III. GBVB

De versterkte politieke dialoog met de geassocieerde landen in Midden- en Oost- Europa, die is ingesteld bij Besluit van de Raad van 7 maart 1994, is in de tweede helft van 1995 gestadig voortgezet. Er zij opgemerkt dat Cyprus en Malta ook bij dit proces betrokken zijn ingevolge een besluit van de Raad van 17 juli 1995.

Naast de zitting van de Ministers van Buitenlandse Zaken op 31 oktober heeft er op 20 oktober 1995 een ontmoeting op het niveau van de Directeuren Politieke Zaken plaatsgevonden. Op die vergadering, waaraan de Baltische Staten voor het eerst deelnamen, hebben de Politieke Directeuren de balans van de werking van de dialoog opgemaakt en bezien hoe deze verder geconsolideerd en versterkt kan worden.

In aansluiting op deze bijeenkomst heeft het Politiek Comité nieuwe richtsnoeren aangenomen voor de versterking van de politieke dialoog met de geassocieerde landen in Midden- en Oost-Europa alsmede met de geassocieerde landen Cyprus en Malta.

Op de volgende gebieden hebben er trojka- of voltallige vergaderingen op het niveau van deskundigen plaatsgevonden : terrorisme (13 juli), UNO (7 september), ontwapening (12 september), veiligheid (19 september), OVSE (22 september), nucleaire non-proliferatie (26 september), chemische en biologische non- proliferatie (4 oktober), drugs (13 oktober), export van conventionele wapens (23 oktober), Mensenrechten (24 oktober), voormalig Joegoslavië (17 november), Midden-Europa en Centraal-Azië (22 november).

De coördinatie in de hoofdsteden van de derde landen alsmede in de internationale organisaties ontwikkelt zich gunstig, met name in het kader van de Verenigde Naties en de eerste Commissie ervan. Dezelfde ontwikkeling kon worden geconstateerd tijdens de onlangs gehouden herzieningsconferentie van het Verdrag van 1980, het Verdrag over de "onmenselijke wapens".

Voorts sluiten de geassocieerde LMOE zich steeds meer aan bij verklaringen die het Voorzitterschap namens de Europese Unie publiceert.

IV. SPECIFIEKE ASPECTEN

Overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Essen wordt momenteel met de geassocieerde landen onderhandeld over aanpassing van de landbouwparagraaf van de Europese Overeenkomsten ingevolge de uitbreiding en de afsluiting van de Uruguay-Ronde, alsmede in het vooruitzicht van ontwikkeling van de handelsbetrekkingen met die landen. In dit verband heeft de Raad op 4 december 1995 aanvullende richtsnoeren aangenomen bij die welke hij in maart jongstleden reeds aan de Commissie had gegeven en die met name enerzijds betrekking hebben op de flexibiliteit op het niveau van de door de Unie toegekende tariefcontingenten en ten tweede op verhoging van die contingenten.

In dit verband heeft de Raad, om verstoringen, zelfs tijdelijke, van de traditionele handelsstromen te voorkomen, op 8 augustus autonome maatregelen voor 1995 genomen betreffende bepaalde in de Europese Overeenkomsten voorziene landbouwconcessies om rekening te houden met het landbouwakkoord dat is gesloten in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay- Ronde. Deze maatregelen - die zijn genomen op basis van wederkerigheid en met inachtneming van het "standstill"-beginsel - komen bovenop de twee andere reeksen autonome maatregelen die de Raad reeds eerder had aangenomen om rekening te houden met de uitbreiding. Voorts bestuderen de Raadsinstanties momenteel een ontwerp-verordening waarmee wordt beoogd om, door middel van een geconsolideerd dispositief, de drie bestaande verordeningen betreffende autonome maatregelen per 1 januari 1996 te vervangen.

Top

BIJLAGE 7: ONTWERP-VERKLARING OVER HETVOORMALIGE JOEGOSLAVIE

Het conflict in het voormalige Joegoslavië blijft de zwaarste beproeving in de overgang van een verdeeld Europa naar een nieuw Europa, gegrond op de gezamenlijke waarden van democratie, verdraagzaamheid en eerbiediging van de mensenrechten. De Europese Raad verwelkomt met de grootste voldoening, als een belangrijke stap, de ondertekening van het akkoord over vrede in Bosnië-Herzegovina, die op 14 december 1995 te Parijs plaatsvond.

Het vestigen van de vrede in Bosnië-Herzegovina is een buitengewoon belangrijke stap vooruit, niet alleen voor de volkeren van het voormalige Joegoslavië, maar ook voor de internationale gemeenschap in haar geheel. De Europese Raad brengt hulde aan degenen die met hun inspanningen, solidariteit en vastbeslotenheid ertoe hebben bijgedragen dat dit resultaat is bereikt. In dit verband spreekt hij er zijn voldoening over uit dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties de resolutie heeft aangenomen die steun geeft aan de te Parijs ondertekende vredesakkoorden en de bepalingen daarvan zowel op civiel als militair gebied ten uitvoer brengt.

Het is nu aan de partijen hun verantwoordelijkheden voor de volledige toepassing van het akkoord op zich te nemen ten einde definitief een eind te maken aan de oorlog.

De Europese Raad bevestigt de wil van de Europese Unie substantieel bij te dragen tot de uitvoering van het vredesakkoord voor Bosnië-Herzegovina op basis van de standpunten die zijn neergelegd in de conclusies van de Raad van 30 oktober en 4 december 1995. De Europese Raad onderschrijft de conclusies van de Conferentie van Londen en acht het noodzakelijk dat de vastgestelde structuren zo spoedig mogelijk tot stand worden gebracht.

Wat de naaste toekomst betreft formuleert de Europese Raad de volgende prioriteiten :

  • hij benadrukt dat het van urgent belang is dat de uit het voormalige Joegoslavië voortgekomen staten elkaar erkennen ;
  • hij uit zijn bezorgdheid over de onzekere situatie waarin de Servische bevolking van Sarajevo momenteel verkeert. Hij herinnert de autoriteiten van de Republiek Bosnië- Herzegovina eraan dat het hun taak is ervoor te zorgen dat heel Sarajevo in veiligheid kan leven en de multi-etnische co-existentie te herstellen ;
  • hij herhaalt dat de Europese Unie bereid is een bijdrage te leveren tot de uitvoering van de civiele aspecten van het vredesakkoord. Hij roept de internationale gemeenschap op in het kader van een billijke verdeling van de lasten eveneens een bijdrage te leveren tot die inspanning.

Hij bevestigt de wil van de EU om haar humanitaire hulp in het voormalige Joegoslavië voort te zetten zolang dat nodig is. Ook bevestigt hij het recht van vluchtelingen en ontheemden om vrij en onder veilige omstandigheden naar hun huizen terug te keren in het hele grondgebied van het voormalige Joegoslavië of om een billijke compensatie te ontvangen als fundamenteel beginsel.

-hij benadrukt het belang van een spoedige oplossing van het probleem van Oost- Slavonië voor het totale vredesproces in de regio. Met het oog daarop verzoekt hij de partijen de onderhandelingen voort te zetten volgens het basisakkoord voor het gebied van Oost-Slavonië, Baranja en West-Sirmium. Hij verzoekt de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties ervoor te zorgen dat dat akkoord volledig wordt toegepast door aanneming van een uitvoerbaar mandaat, gebaseerd op de inrichting van een doeltreffend voorlopig bestuur en de inzet van een geloofwaardige, met voldoende middelen uitgeruste internationale troepenmacht.

De Europese Raad constateert het historische belang van de successen die in de laatste weken zijn geboekt, doch is zich er ten volle van bewust dat er nog een omvangrijke taak wacht. Het is nog niet zover dat wij onze inspanningen kunnen verminderen, integendeel, er moet volharding en moed aan de dag gelegd worden. De Europese Raad zal in deze geest voortgaan.

Top

BIJLAGE 8: STRATEGIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE TOEKOMSTIGE BETREKKINGEN

TUSSEN DE EU EN RUSLAND

1. Goede betrekkingen tussen de EU en een democratisch Rusland zijn essentieel voor de stabiliteit in Europa. De EU hecht daarom groot belang aan een sterke partnerschaps relatie met Rusland om het democratisch en economisch hervormingsproces te bevorderen, de naleving van de mensenrechten te versterken, de vrede, de stabiliteit en de veiligheid te consolideren om te vermijden dat er in Europa nieuwe scheidslijnen ontstaan en om de volledige integratie van Rusland in de gemeenschap van vrije en democratische naties tot stand te brengen. De PSO biedt voor het opbouwen van zulke betrekkingen met Rusland een goede fundering.

De evolutie van de Europese veiligheidsarchitectuur moet een weerspiegeling zijn van het feit dat de veiligheid in Europa alomvattend en ondeelbaar is en samenwerking vergt en van de volledige erkenning van Ruslands plaats daarin.

2. Met het oog daarop neemt de EU in de context van de vier punten van de conclusies van de Raad van 17 juli 1995 de volgende elementen aan met het oog op haar gemeenschappelijke aanpak voor de betrekkingen met Rusland.

Bijdrage aan de democratische hervormingen in Rusland

3. - Voortzetting van de steun voor de verdere ontwikkeling van de democratie, de rechtsstaat en het pluralisme in Rusland ;

  • bevordering van een hecht en een onafhankelijk rechtsapparaat en versterking van de vrijheid van de media ;
  • een spoedig Russisch lidmaatschap van de Raad van Europa.

4. De steun van de EU voor het verwezenlijken van deze doelstellingen zou verleend kunnen worden in de vorm van maatregelen zoals :

  • regelmatig overleg en technische bijstand op deze gebieden ;
  • actieve bevordering van contacten tussen elkaars burgers en uitwisselingen op alle niveaus ;
  • steun voor regionale samenwerking in een grote reeks sectoren ;
  • het sturen van waarnemers naar de Russische parlements- en presidentsverkiezingen ;
  • steun voor de toetreding van Rusland tot de Raad van Europa.

Economische samenwerking

5. De EU moet het volgende aanmoedigen :

  • de onomkeerbare consolidatie van de economische hervormingen in Rusland die, door economische groei en gestadige stijging van de levensstandaard, de stabiliteit in de Russische maatschappij bevorderen en de democratie in dat land versterken,
  • de integratie van Rusland in de internationale economie volgens de markteconomische principes en de zo spoedig mogelijke toetreding tot de WTO en vervolgens tot de andere internationale economische instellingen waarvan Rusland nog geen lid is,
  • de ontwikkeling van handel en investeringen en van harmonische economische betrekkingen tussen de partijen op basis van de beginselen van de markteconomie om aldus een duurzame ontwikkeling bij de partijen te bevorderen,
  • het scheppen, zoals voorzien in de PSO, van de noodzakelijke voorwaarden voor de toekomstige instelling van een vrijhandelsgebied tussen de Gemeenschap en Rusland dat vrijwel alle onderlinge handel in goederen bestrijkt en van de voorwaarden voor de vrijheid van vestiging van bedrijven, van grensoverschrijdende handel in diensten en van kapitaalverkeer,
  • de toenemende integratie tussen Rusland en een ruimere regio van samenwerking in Europa,
  • regionale samenwerking tussen Rusland en zijn buurlanden overeenkomstig de OVSE-beginselen,
  • de toepassing door Rusland van een gezond macro-economisch beleid dat samen met het IMF opgesteld is,
  • de toepassing door Rusland van in internationaal verband opgestelde veiligheids beginselen voor nucleaire installaties,
  • de verbetering van de bescherming van het milieu in Rusland in overeenstemming met het beginsel van de duurzame ontwikkeling,
  • het voltooien en consolideren van het juridisch kader in Rusland voor economische activiteiten en het streven naar toenemende verenigbaarheid van de Russische wetgeving met de wetgeving in de Unie.

6. Methodes :

  • het zo spoedig mogelijk van kracht worden van de interimovereenkomst en de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst en de voortzetting van de samenwerking op de in deze overeenkomsten omschreven specifieke gebieden
  • het onderhandelen over het sluiten van nieuwe bilaterale overeenkomsten als bedoeld in de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst. Dergelijke overeenkomsten moeten benut worden om intensievere handelsbetrekkingen en samenwerking met Rusland met het oog op zijn omschakeling op de markteconomie tot stand te brengen.

De verbetering van de markttoegang in bepaalde sectoren zoals financiële diensten moet speciale aandacht krijgen

  • het steunen van de moeite die Rusland zich getroost om te voldoen aan de voorwaarden voor de toetreding tot de WTO en andere internationale instellingen waarvan Rusland nog geen lid is
  • er moeten studies worden gemaakt om vast te stellen welke belemmeringen er zijn voor grotere handels- en investeringsstromen. Een aantal kwesties moet nader onderzocht worden, vooral de gevolgen ervan voor onze respectieve economieën en de vereiste aanpassing van wetgeving, beide met het oog op het Russische lidmaatschap van de WTO en rekening houdend met de relevante bepalingen van de PSO over een mogelijke instelling van een vrijhandelszone tussen de EU en Rusland. De vorderingen van Rusland op de weg naar een markteconomie moeten regelmatig onderzocht worden
  • verbetering van de dialoog tussen beide partijen via de bestaande instrumenten over vraagstukken in verband met handel en investeringen
  • voortzetting van de ondersteuning van de Russische economische hervormingen via het TACIS-programma waarvan de zichtbaarheid verbeterd moet worden
  • het versterken van de regionale samenwerking met Rusland in de regio's Oostzee, Barentsz-zee en Zwarte Zee.

Samenwerking op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken

7. De EU moet de samenwerking in aangelegenheden op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken versterken door het benadrukken van de doelstellingen van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst.

Veiligheidsvraagstukken

8. De EU dient te zorgen voor transparantie in de Westeuropese veiligheidsbesluiten, in het bijzonder die welke met uitbreiding te maken hebben, om rekening te houden met de Russische bezorgdheid en om bestaande verkeerde voorstellingen dienaangaande weg te nemen en Rusland er opnieuw van te verzekeren dat die besluiten de veiligheid van Rusland niet in gevaar brengen maar leiden tot een verbeterde veiligheid in Europa als geheel. Dit doel moet op zodanige wijze worden nagestreefd dat zowel de volledige autonomie van de Westeuropese veiligheidsstructuren wat besluiten over de eigen institutionele ontwikkelingen en een eventuele uitbreiding aangaat, als het soevereine recht van iedere staat om vrij zijn eigen veiligheidsregelingen te treffen zoals erkend in de OVSE-documenten, geëerbiedigd worden.

9. Deze doelstellingen kunnen verwezenlijkt worden door maatregelen zoals :

  • het in het kader van het bestaand instrumentarium ontwikkelen van een open, stabiele en substantiële dialoog en partnerschapsrelatie tussen de Unie en Rusland op het gebied van de veiligheid, met inbegrip van relevante aspecten op het gebied van ontwapening, non-proliferatie, controle op wapenuitvoer, conflictpreventie en -beheersing ;
  • bestudering, met Rusland, van de haalbaarheid van gezamenlijke initiatieven inzake aangelegenheden van wederzijds belang op het gebied van veiligheid en ontwapening en inzake nieuwe uitdagingen (zoals de preventie van illegale handel in splijtbaar materiaal, samenwerking in non-proliferatieaangelegenheden ...) ;
  • het vestigen van de aandacht van Rusland op projecten in verband met veiligheidsvraagstukken die in aanmerking komen voor steunprogramma's van de EU (omschakeling van de defensiesector, nucleaire veiligheid, enz.) ;
  • samenwerking bij het opstellen van een gemeenschappelijk en alomvattend veiligheidsmodel voor het Europa van de 21e eeuw. Indien en wanneer dienstig kunnen in OVSE-kader gemeenschappelijke initiatieven met Rusland worden ontwikkeld ;
  • Rusland aanmoedigen zijn deelname in de NACC, de PFP ten volle te benutten en waar passend zijn evoluerende mogelijkheden voor een dialoog met de NAVO te benutten ;
  • Rusland aanmoedigen zijn tot ontwikkeling komende contacten met de WEU ten volle te benutten ;
  • Rusland en de Midden- en Oosteuropese landen aanmoedigen hun betrekkingen van goed nabuurschap te consolideren en regionale samenwerkingsregelingen te ontwikkelen in overeenstemming met de normen voor internationale betrekkingen. De EU moet de haar ter beschikking staande middelen aanwenden om regionale acties, met name in het Baltische gebied en wat betreft de follow-up van het Stabiliteitspact in het kader van de OVSE, rechtstreeks te steunen.

Buitenlands beleid

10.- Steun voor de vreedzame regeling van geschillen in het GOS-gebied met volledige eerbiediging van de soevereine rechten en voor de ontwikkeling van initiatieven op het gebied van vrijwillige regionale en economische samenwerking ;

  • het bevorderen van een constructieve dialoog tussen Rusland, de EU en de andere Westerse partners en van samenwerking in internationale organisaties ;
  • het stimuleren van Ruslands betrokkenheid bij de handhaving van de vrede in overeenstemming met het Handvest van de VN en de beginselen en doelstellingen van de OVSE.

11. Deze doeleinden kunnen bereikt worden door middel van maatregelen zoals

  • implementatie en verdere ontwikkeling van reeds overeengekomen politieke raadpleging op alle niveaus, met inbegrip van het hoogste politieke niveau ;
  • de uitwisseling van ervaringen in het voeren van buitenlands beleid. In deze context zouden uitwisselingen over het formuleren van een buitenlands beleid en de organisatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, bijvoorbeeld juridische afdelingen, bijzonder nuttig zijn ;
  • het ontwikkelen van regelmatige contacten in passende internationale organisaties en bilateraal ;
  • meer aandacht voor de OVSE als belangrijk forum voor het ontwikkelen van een brede politieke dialoog met Rusland.

12. Op basis van de hierboven genoemde doelstellingen en prioriteiten zal de Raad een besluit nemen over een actieprogramma met daarin de details van de maatregelen op korte en lange termijn die kunnen worden genomen.

Top

BIJLAGE 9: VERKLARING VAN DE EUROPESE RAAD OVER RUSLAND

De Europese Raad is van oordeel dat de parlementsverkiezingen die op 17 december in Rusland plaatsvinden een belangrijke stap zijn naar de consolidatie van de constitutionele instellingen en de verankering van de democratische beginselen in het politieke leven van het land.

Hij hoopt dat dit proces, dat in 1996 wordt voortgezet met de presidentsverkiezing, de eerbiediging van de mensenrechten en de consolidatie van vrede, stabiliteit en veiligheid in Europa, alsmede de verdieping van goede betrekkingen met de Europese Unie zal versterken.

Met het oog daarop steunt de Europese Unie ten volle een spoedige toetreding van Rusland tot de Raad van Europa en herhaalt hij vastbesloten te zijn steun te zullen blijven geven aan het proces van democratische en economische hervorming.

Hij rekent op de inwerkingtreding van de interimovereenkomst op 1 februari 1996 die onze betrekkingen een betere grondslag zal verschaffen in afwachting van een zo spoedig mogelijke bekrachtiging van de overeenkomst voor partnerschap en samenwerking.

Top

BIJLAGE 10: DE NIEUWE TRANSATLANTISCHE AGENDA

Wij, de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Unie, bevestigen onze overtuiging dat de banden tussen onze volkeren tegenwoordig nog even sterk zijn als de afgelopen vijftig jaar. Meer dan vijftig jaar lang al is het transatlantisch partnerschap de drijvende kracht geweest achter het streven naar vrede en voorspoed voor onszelf en voor de wereld. Gezamenlijk hielpen wij tegenstanders tot bondgenoten worden, en dictaturen tot democratieën. Gezamenlijk hebben wij instellingen en samenwerkingsmodellen opgezet die zorgden voor onze veiligheid en economische kracht. Dat waren roemvolle wapenfeiten.

Maar wij zien ons op dit moment geconfronteerd met nieuwe uitdagingen, zowel binnen als buiten onze grenzen. Om die aan te gaan moeten wij het partnerschap dat ons zulke goede diensten heeft bewezen, verder versterken en aanpassen. Uitdagingen binnen onze grenzen mogen geen voorwendsel zijn om onze ogen te sluiten voor wat zich buiten die grenzen afspeelt ; wij kunnen van elkaars ervaringen leren en werken aan een nieuwe transatlantische verstandhouding. Wij moeten eerst en vooral gebruik maken van de kans die de historische veranderingen in Europa ons bieden om de democratie en de vrije-markteconomie op het hele continent te consolideren.

Wij delen een gemeenschappelijke strategische visie op de toekomstige veiligheid in Europa. Gezamenlijk hebben wij een koers uitgezet die gericht is op een duurzame vrede in Europa tot in de volgende eeuw. Wij willen ons inzetten voor de opbouw van een nieuwe Europese veiligheidsstructuur waarin de Noordatlantische Verdragsorganisatie (NAVO), de Europese Unie (EU), de Westeuropese Unie (WEU), de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en de Raad van Europa complementaire en elkaar versterkende rollen te spelen zullen hebben.

Wij bevestigen opnieuw de ondeelbaarheid van de transatlantische veiligheid. De NAVO blijft voor haar leden het centrale orgaan van de transatlantische veiligheid, en zorgt voor de onmisbare verbinding tussen Noord-Amerika en Europa. Een verdere aanpassing van de politieke en militaire structuren van het Bondgenootschap om zowel het volledige spectrum van al zijn taken als de ontwikkeling van de opkomende Europese Veiligheids- en Defensie-identiteit recht te doen, zal de Europese pijler van het Bondgenootschap versterken.

De autonome maar elkaar aanvullende processen in verband met de toetreding van nieuwe leden tot de NAVO en de EU zouden een significante bijdrage aan een grotere veiligheid, stabiliteit en voorspoed in heel Europa moeten leveren. De verdere ontwikkeling van het Partnerschap voor de Vrede en de Noordatlantische Samenwerkingsraad en de instelling van een partnerschap voor veiligheid tussen de NAVO en Rusland en tussen de NAVO en Oekraïne zullen leiden tot een nooit eerder geziene samenwerking op veiligheidsgebied.

Wij versterken de OVSE zodat zij haar vermogen om destabiliserende regionale conflicten te bezweren, kan waarmaken en het vooruitzicht van vrede, veiligheid, voorspoed en democratie voor allen dichterbij kan brengen.

Onze gemeenschappelijke veiligheid wordt nog vergroot door de versteviging en de herbe vestiging van de banden tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten in het kader van het bestaande netwerk van onderlinge betrekkingen.

Onze economische betrekkingen zijn de grondslag van onze veiligheid en vergroten onze welvaart. Wij onderhouden met elkaar de belangrijkste handels- en investeringsrelatie ter wereld. Op ons rust een bijzondere verantwoordelijkheid om multilaterale inspanningen te laten uitmonden in een opener wereldhandels- en investeringsbestel. Onze samenwerking heeft iedere wereldwijde handelsovereenkomst mogelijk gemaakt, van Kennedy-Ronde tot Uruguay-Ronde. Via de G-7 werken wij samen om wereldwijde groei te bevorderen. In het kader van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) ont wikkelen wij strategieën om structurele werkloosheid te bestrijden en ons aan te passen aan demografische veranderingen.

Wij zijn vastbesloten om een Nieuwe Transatlantische Markt tot stand te brengen waardoor er meer handels- en investeringsmogelijkheden zullen komen en de werkgelegenheid aan beide zijden van de Atlantische Oceaan zal toenemen. Dit initiatief zal mede bijdragen tot de dynamiek van de wereldeconomie.

Op de drempel van een nieuwe eeuw ligt er een nieuwe wereld voor ons open waaraan wij vorm kunnen geven - een wereld vol kansen en mogelijkheden, maar met net zulke ernstige problemen als die waarmee vorige generaties geconfronteerd zijn. Alleen als de hele inter nationale samenleving de handen ineenslaat zal het mogelijk zijn die problemen aan te pakken en die mogelijkheden volledig te benutten. Wij zullen in het kader van de Verenigde Naties en andere multilaterale fora bilateraal met anderen samenwerken.

Wij zijn vastbesloten om ons politieke en economische partnerschap te versterken, zodat wij een invloedrijke kracht in dienst van het goede kunnen zijn. Te dien einde zullen wij voortbouwen op het uitgebreide overleg dat is ingesteld bij de Transatlantische Verklaring van 1990 en de conclusies van onze Topconferentie van juni 1995 en overgaan tot gemeenschappelijk optreden.

Vandaag nemen wij een Nieuwe Transatlantische Agenda aan op basis van een actiekader met vier hoofddoelstellingen :

Bevordering van vrede en stabiliteit, democratie en ontwikkeling in de hele wereld. Gezamenlijk zullen wij werken aan een steeds stabieler en welvarender Europa en ons inzetten voor democratie en economische hervormingen zowel in Midden- en Oost-Europa als in Rusland, Oekraïne en de andere Nieuwe Onafhankelijke Staten (NOS), voor vrede in het Midden-Oosten, voor een groter respect voor de mensenrechten, voor de non- proliferatie van kernwapens, alsmede voor ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp.

Aanpak van mundiale uitdagingen. Wij zullen samen de internationale misdaad, de drugs handel en het terrorisme bestrijden, de noden van vluchtelingen en ontheemden lenigen, het milieu beschermen en ziekten bestrijden.

Bijdragen aan de uitbreiding van de wereldhandel en nauwere economische betrekkingen. Gezamenlijk zullen wij het multilaterale handelssysteem versterken, alsook concrete en praktische maatregelen treffen ter bevordering van nauwere economische banden tussen ons beide.

Verbetering van de transatlantische verstandhouding. Gezamenlijk zullen wij met mensen uit het bedrijfsleven en uit het onderwijs, alsmede met wetenschappers en anderen samen werken om de communicatie te verbeteren en ervoor te zorgen dat de toekomstige generaties zich evenzeer als wij blijven inzetten voor een volledig en gelijkwaardig partnerschap.

In dit kader hebben wij een uitgebreid Gezamenlijk Actieprogramma EU-VS uitgewerkt. Wij zullen vóór onze volgende Top bijzondere voorrang geven aan de volgende acties :

I. BEVORDERING VAN VREDE EN STABILITEIT, DEMOCRATIE EN ONTWIKKELING IN DE GEHELE WERELD

  • Wij verbinden ons ertoe doortastend en voortvarend met elkaar en met andere partners samen te werken om vrede te bewerkstelligen, te helpen bij het herstel van de door de oorlog geteisterde gebieden van het voormalige Joegoslavië en de economische en politieke hervormingen en de nieuwe democratische instellingen te steunen. Wij zullen samenwerken om te zorgen voor : (1) de naleving van de mensenrechten, de rechten van minderheden en de rechten van vluchtelingen en ontheemden, meer bepaald het recht op terugkeer ; (2) eerbied voor het werk van het Oorlogstribunaal dat door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties is ingesteld om ervoor te zorgen dat oorlogsmisdadigers ter verantwoording worden geroepen voor de internationale gemeenschap ; (3) de instelling van een kader voor vrije en eerlijke verkiezingen in Bosnië-Herzegovina zodra de omstandigheden zulks veroorloven, en (4) de tenuitvoerlegging van het overeengekomen proces van wapenbeheersing, ontwapening en vertrouwenwekkende maatregelen. Wij zullen humanitaire hulp blijven bieden en daarnaast, mits de bepalingen van de vredesregeling worden uitgevoerd, bijdragen tot de wederopbouw in het kader van een zo ruim mogelijk opgezette verdeling van de lasten over de diverse donoren en met gebruikmaking van de ervaring van internationale instellingen, de Europese Commissie en alle relevante bilaterale donoren in het kader van het coördinatiemechanisme.
  • Wij zullen de landen van Midden- en Oost-Europa steunen bij hun pogingen om hun economie te herstructureren en hun democratische en markteconomische instellingen te versterken. Hun inzet voor democratische regeringsstelsels, respect voor minderheden, mensenrechten, de markteconomie en betrekkingen van goed nabuurschap zal hun integratie in onze instellingen vergemakkelijken. Wij treffen thans maatregelen voor het intensiveren van onze samenwerking op het vlak van informatie-uitwisseling, coördinatie van hulpprogramma's en het ontwikkelen van gemeenschappelijke acties, milieubescherming en het waarborgen van de veiligheid van hun kerncentrales.
  • Wij zijn vastbesloten intensiever samen te werken ter consolidering van de democratie en de stabiliteit in Rusland, Oekraïne en andere Nieuwe Onafhankelijke Staten. Wij zullen met deze landen samenwerken om de democratische instellingen en de markthervormingen te versterken, het milieu te beschermen, de veiligheid van hun kerncentrales te waarborgen en hun integratie in de internationale economie te bevorderen. Bij een duurzaam en stabiel veiligheidssysteem voor Europa moeten ook deze landen betrokken zijn. Wij zijn van plan te blijven werken aan een nauw partnerschap met een democratisch Rusland. Wij menen dat een onafhankelijk, democratisch, stabiel en kernwapenvrij Oekraïne zal bijdragen tot de veiligheid en stabiliteit in Europa, en wij zullen samenwerken om de democratische en economische hervormingen in Oekraïne te ondersteunen.
  • Wij zullen de Turkse regering steunen in haar streven naar versterking van de democratie en het doorvoeren van economische hervormingen om de verdere integratie van Turkije in de transatlantische gemeenschap te bevorderen.
  • Wij zullen toewerken naar een oplossing voor de kwestie Cyprus, rekening houdend met de verwachte toetreding van Cyprus tot de Europese Unie. Wij zullen de bemiddelings opdracht van de Secretaris-Generaal van de VN ondersteunen en de dialoog tussen en met de Cyprische gemeenschappen aanmoedigen.
  • Wij bevestigen opnieuw dat wij het bereiken van een rechtvaardige, duurzame en alomvattende vrede in het Midden-Oosten blijven steunen. Wij zullen voortbouwen op de recente successen in het Vredesproces, met inbegrip van de moedige initiatieven van Jordanië en Israël ; daartoe zullen wij onze inspanningen coördineren om reeds gesloten akkoorden te steunen en in een grotere kring vrede tot stand te brengen. Wij nemen nota van de belangrijke mijlpaal die is bereikt met de ondertekening van de Israëlisch- Palestijnse Interimovereenkomst ; wij zullen een actieve rol vervullen op de Conferentie over economische bijstand aan de Palestijnen, steun verlenen aan de Palestijnse ver kiezingen en ons beijveren voor verbetering van de toegang tot onze markten voor produkten uit de westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Wij zullen de betrokken partijen in de regio aanmoedigen om de conclusies van de Top van Amman ten uitvoer te leggen en daarvoor steun verlenen. Wij zullen tevens onze inspanningen voortzetten om vrede tussen Israël, Libanon en Syrië te bevorderen ; wij zullen energiek streven naar opheffing van de Arabische boycot van Israël.
  • Wij verbinden ons ertoe nauwer samen te werken bij onze preventieve en crisis diplomatie, effectief te reageren op acute humanitaire crisissituaties, duurzame ontwikkeling en de opbouw van democratische samenlevingen te bevorderen en de mensenrechten te steunen.
  • Wij zijn overeengekomen om onze activiteiten op het gebied van ontwikkeling en humanitaire hulp te coördineren, en ter zake samen te werken en gezamenlijk op te treden. Te dien einde zullen wij een Raadgevende Groep op hoog niveau instellen om de vooruitgang die wordt geboekt bij bestaande initiatieven onder de loupe te nemen, de beleidsmaatregelen en prioriteiten te evalueren, en projecten en regio's aan te wijzen waar de samenwerking verder kan worden versterkt.
  • Wij zullen nauwer samenwerken bij het opstellen van een blauwdruk voor de economische en sociale hervorming van de VN. Wij zullen tevens samenwerken bij het zoeken naar de dringend noodzakelijke oplossingen voor de financiële crisis waarin de VN verkeren. Wij zijn vastbesloten om onze verbintenissen, met inbegrip van onze financiële verplichtingen, gestand te doen. Tegelijkertijd moeten de VN hun middelen gebruiken voor de meest prioritaire aangelegenheden en hervormingen doorvoeren om hun fundamentele doelstellingen te kunnen verwezenlijken.
  • Wij zullen steun verlenen aan de Korean Peninsula Energy Development Organisation (KEDO) om aldus aan te geven dat wij gezamenlijk iets willen doen aan de ernstige problematiek van de proliferatie in de wereld.

II. AANPAK VAN MUNDIALE UITDAGINGEN

  • Wij zijn vastbesloten tot een nieuwe aanpak te komen bij onze gezamenlijke strijd tegen de internationale criminaliteit, de drugshandel en het terrorisme. Wij verplichten ons tot een actieve en praktische samenwerking tussen de VS en EUROPOL, de toekomstige Europese Politiedienst. Wij zullen gezamenlijk steun bieden en meewerken aan lopende opleidingsprogramma's en instellingen voor wetshandhaving in Midden- en Oost-Europa, Rusland, Oekraïne, andere Nieuwe Onafhankelijke Staten en andere delen van de wereld.
  • Wij zullen samenwerken met het oog op een versterking van de multilaterale inspanningen om het milieu overal ter wereld te beschermen, alsmede om milieubeleidstrategieën voor een duurzame wereldwijde groei te ontwikkelen. Wij zullen gecoördineerde onderhandelingsposities innemen met betrekking tot de belangrijkste mundiale milieukwesties, zoals klimaatverandering, de afbraak van de ozonlaag, persistente organische verontreinigende stoffen, woestijnvorming en erosie, alsmede verontreinigde bodems. Wij nemen gecoördineerde initiatieven om milieutechnologieën te verspreiden en de volksgezondheidsrisico's van gevaarlijke stoffen, met name de blootstelling aan lood, te verminderen. Wij zullen onze bilaterale samenwerking op het gebied van chemicaliën, biotechnologie en luchtverontreiniging versterken.
  • Wij zullen werk maken van de ontwikkeling en invoering van een doeltreffend mundiaal systeem voor vroegtijdige waarschuwing en een bewakingsnetwerk voor nieuwe en terugkerende besmettelijke ziekten, zoals AIDS en het Ebola-virus, en wij zullen ons inzetten om de uitwisselingen op dit gebied bij opleiding en beroeps uitoefening uit te breiden. Wij zullen gezamenlijk een beroep doen op andere landen zich bij ons aan te sluiten en aldus dergelijke ziekten doeltreffender te bestrijden.

III. BIJDRAGEN AAN DE UITBREIDING VAN DE WERELDHANDEL EN NAUWERE ECONOMISCHE BETREKKINGEN

  • We hebben een bijzondere verantwoordelijkheid om het multilaterale handelsstelsel te versterken, de Wereldhandelsorganisatie te ondersteunen en voor te gaan bij het openen van de markten voor handel en investeringen.
  • Wij zullen bijdragen aan de uitbreiding van de wereldhandel door onze in de Uruguay-Ronde aangegane verplichtingen volledig na te komen, te streven naar voltooiing van nog niet afgeronde kwesties volgens het overeengekomen tijdschema en door te bevorderen dat de ministeriële bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie in december 1996 te Singapore een succes wordt en concrete resultaten oplevert. In deze context zullen wij nagaan of het mogelijk is overeenstemming te bereiken over een wederzijds bevredigend pakket van tariefverlagingen voor industrieprodukten ; voorts zullen wij nagaan welke tarifaire verplichtingen van de Uruguay-Ronde eventueel versneld ten uitvoer kunnen worden gelegd. Gezien het belang van de informatiemaatschappij ondernemen wij thans specifieke pogingen om een overeenkomst inzake informatietechnologie te sluiten.
  • Wij zullen in het kader van de OESO samen aanwerken op de succesvolle afsluiting van een multilaterale investeringsovereenkomst die krachtige beginselen behelst met betrekking tot de internationale liberalisering en bescherming van investeringen. Tegelijkertijd zullen wij ernaar streven de discussie over dit onderwerp met onze partners in de WTO op gang te brengen. Wij zullen in de daartoe geëigende fora aandacht vragen voor de problemen die zich voordoen wanneer de handel raakvlakken heeft met milieuzorg, internationaal erkende arbeidsnormen en mededingingsbeleid. Wij zullen samenwerken bij het scheppen van aanvullende handelsmogelijkheden, zowel bilateraal als wereldwijd, in overeenstemming met onze WTO-verbintenissen.
  • Zonder afbreuk te doen aan onze samenwerking binnen multilaterale fora zijn wij overeengekomen een nieuwe transatlantische markt te creëren door het geleidelijk verminderen of uit de weg ruimen van barrières die het verkeer van goederen, diensten en kapitaal tussen ons beiden belemmeren. Wij zullen gezamenlijk onderzoeken op welke wijze de handel in goederen en diensten kan worden bevorderd en zowel tarifaire als non-tarifaire belemmeringen verder verminderd of helemaal uit de weg geruimd kunnen worden.
  • Wij zullen de samenwerking op regelgevend gebied versterken, met name door de regelgevende lichamen aan te moedigen hoge prioriteit aan de samenwerking met hun transatlantische tegenhangers te geven om technische en andere non-tarifaire handelsbelemmeringen die uit uiteenlopende regelgeving voortvloeien, aan te pakken. Wij zullen er naar streven zo spoedig mogelijk een overeenkomst te sluiten betreffende de wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordelingen (waaronder certificerings- en testprocedures) voor bepaalde sectoren. Wij zullen de lopende werkzaamheden in diverse sectoren voortzetten en nagaan welke andere sectoren daarvoor in aanmerking komen.
  • Wij zullen ernaar streven om vóór het eind van 1996 een overeenkomst te sluiten betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand op douanegebied tussen de Europese Gemeenschap en de VS.
  • Ten einde onze volkeren de mogelijkheid te bieden ten volle te profiteren van de nieuw ontwikkelde informatietechnologie en de desbetreffende diensten, zullen wij streven naar de verwezenlijking van een Transatlantische Informatiemaatschappij.
  • Gezien de prioriteit die aan het scheppen van banen moet worden gegeven, pleiten wij voor samenwerking in het verlengde van de Werkgelegenheidsconferentie van Detroit en het initiatief van de Top van de G-7. Wij zijn voornemens de samenwerking voort te zetten bij de voorbereiding van de Werkgelegenheidsconferentie in het kader van de G-7 in Frankrijk, tijdens de volgende Top van de G-7 in de zomer van 1996, alsmede in andere fora zoals de OESO. Wij zullen gezamenlijk een werkgroep instellen die zich zal bezighouden met werkgelegenheid en arbeidsmarktvraagstukken.

IV. VERBETERING VAN DE TRANSATLANTISCHE VERSTANDHOUDING

  • Wij erkennen dat de steun van de bevolking voor ons partnerschap versterkt en uitgebreid moet worden. Te dien einde zullen wij trachten de commerciële, sociale, culturele, wetenschappelijke en educatieve banden tussen onze volkeren nauwer aan te halen. Wij verbinden ons ertoe om bij de huidige en de toekomstige generaties het wederzijds begrip en het saamhorigheidsgevoel, die de periode na de oorlog hebben gekenmerkt, te blijven voeden.
  • Wij zullen deze ambitieuze doelstellingen niet kunnen verwezenlijken zonder de steun van de zakenwereld aan beide zijden van de oceaan. Wij zullen de transatlantische zakendialoog steunen - en de ontwikkeling daarvan aanmoedigen - als integrerend deel van onze bredere inspanning om onze bilaterale dialoog te versterken. De succesvolle conferentie van prominenten uit het zakenleven van de EU en de VS, welke op 10/11 november 1995 plaatsvond te Sevilla, was een belangrijke stap in die richting. Een aantal van de aanbevelingen die daarbij werden gedaan, zijn reeds in ons Actieprogramma verwerkt en wij zullen een concrete follow-up van andere aanbevelingen in overweging nemen.
  • Wij zullen er actief naar streven, vóór 1997 tot een nieuwe, alomvattende EG/VS- samenwerkingsovereenkomst inzake wetenschap en technologie te komen.
  • Wij geloven dat de onlangs gesloten EG/VS-Overeenkomst inzake samenwerking op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding als katalysator kan dienen voor een breed spectrum van innoverende samenwerkingsactiviteiten die van rechtstreeks belang zijn voor studenten en docenten. Wij zullen nagaan op welke wijze de steun van de particuliere sector voor educatieve uitwisselingen alsmede voor studiebeurzen- en stageprogramma's kan worden uitgebreid. Wij zullen streven naar de invoering van nieuwe technologieën op de scholen, waardoor onderwijsinstellingen in de EU in contact kunnen komen met die in de VS. Voorts zullen wij het onderricht van elkaars taal, geschiedenis en cultuur stimuleren.

Parlementaire banden

Wij hechten veel belang aan nauwere parlementaire banden. Wij zullen de parlementaire leiders aan beide zijden van de oceaan raadplegen over nieuwe overlegmechanismen, mede in het verlengde van de bestaande instituties, voor het bespreken van kwesties die verband houden met ons transatlantische partnerschap.

Uitvoering van onze agenda

De nieuwe Transatlantische Agenda is een algemene verklaring over de vele gebieden waarop wij onze gemeenschappelijke actie en samenwerking richten. Wij hebben de Groep Hoge Ambtenaren verzocht toezicht te houden op deze agenda en in het bijzonder de door ons vastgestelde prioritaire maatregelen. Wij zullen onze regelmatig terugkerende Top ontmoetingen benutten om de geboekte vooruitgang te evalueren en onze prioriteiten bij te stellen en te herzien.

Gedurende de afgelopen vijftig jaar hebben de transatlantische betrekkingen de hoeksteen gevormd van de veiligheid en de welvaart van onze volkeren. Onze aspiraties voor de toekomst moeten verder reiken dan hetgeen wij in het verleden reeds tot stand hebben gebracht.


© Europees Parlement: 1998