Vermindering van CO2-uitstoot: doelstellingen en beleid van de EU
Lees welke maatregelen de Europese Unie neemt om de CO2-uitstoot te verminderen als deel van het “Fit for 55 in 2030”-pakket.
Inhoud
- EU-klimaatdoelstellingen en de Europese Green Deal
- Een emissiehandelssysteem voor de industrie
- Verlaging van de uitstoot door transport in Europa
- Vermindering van de uitstoot door de energiesector
- Koolstofheffing op ingevoerde goederen
- De aanpak van CO2-uitstoot van andere sectoren
- Bossen gebruiken om emissies te absorberen
EU-klimaatdoelstellingen en de Europese Green Deal
Om klimaatverandering aan te pakken, heeft het Europees Parlement de Europese klimaatwet aangenomen, die de EU-doelstelling om tegen 2030 de vermindering van de netto-uitstoot van broeikasgassen tot ten minste 55% verhoogt (van de huidige 40%) en die klimaatneutraliteit tegen 2050 wettelijk bindend maakt.
De klimaatwet is deel van de Europese Green Deal, het EU-stappenplan op weg naar klimaatneutraliteit. Om de klimaatdoelstellingen te bereiken, heeft de Europese Unie een ambitieus wetgevingspakket opgesteld, bekend als ‘Fit for 55 in 2030’. Het bevat verschillende onderling verbonden herwerkte wetten en nieuwe wetsvoorstellen inzake klimaat en energie.
Een emissiehandelssysteem voor de industrie
Het EU-emissiehandelssysteem heeft tot doel de CO2-uitstoot van de industrie te verminderen door bedrijven te verplichten een vergunning te hebben voor elke ton CO2 die ze uitstoten. Bedrijven moeten deze vergunningen kopen via veilingen. Er zijn enkele prikkels om innovatie in de sector te stimuleren.
Het Europese emissiehandelssysteem is 's werelds eerste grote koolstofmarkt en dit blijft voorlopig de grootste. Het reguleert ongeveer 40% van de totale uitstoot van broeikasgassen in de EU en omvat ongeveer 10.000 energiecentrales en fabrieken in de EU.
Om het EU-emissiehandelssysteem in lijn te brengen met de emissiereductiedoelstellingen van de Europese Green Deal, heeft het Parlement in april 2023 een herziening van de regeling goedgekeurd. De hervormingen omvatten de vermindering van de emissies in de EU-emissiehandelssysteemsectoren tot 62% in 2030, ten opzichte van de niveaus van 2005.
Verlaging van de uitstoot door transport in Europa
Uitstoot van schepen en vliegtuigen
Burgerluchtvaart is verantwoordelijk voor 13,4% van de totale CO2-emissies van het vervoer in de EU. In april 2023 keurde het Parlement een herziening van het EU-emissiehandelssysteem voor de luchtvaart goed om het EU-emissiehandelssysteem toe te passen op alle vluchten die vertrekken uit de Europese Economische Ruimte - die bestaat uit de EU plus IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.. Vluchten die buiten het gebied vertrekken en landen, vallen momenteel onder het vrijwillige carbon offsetting and reduction scheme for international aviation. De EU wil ook de gratis emissierechten voor de luchtvaart tegen 2026 geleidelijk afschaffen en het gebruik van duurzame vliegtuigbrandstoffen stimuleren.
Het Parlement en de Raad overeengekomen dat gebruikte bakolie, synthetische brandstof of zelfs waterstof geleidelijk de norm moeten worden voor vliegtuigbrandstof. Ze willen dat leveranciers vanaf 2025 duurzame brandstof gaan leveren, om tegen 2050 70% van alle vliegtuigbrandstof op EU-luchthavens te dekken.
Ook het zeevervoer zal in de EU-emissiehandelssysteemregeling worden opgenomen. Europarlementariërs willen dat de maritieme sector de uitstoot van broeikasgassen door schepen vanaf 2025 met 2%, vanaf 2035 met 14,5% en vanaf 2050 met 80% vermindert ten opzichte van 2020. De reducties moeten gelden voor schepen van meer dan 5000 brutoton, die verantwoordelijk zijn voor 90% van de CO2-uitstoot.
Verkeersuitstoot van auto's
Auto's en bestelwagens produceren 15% van de CO2-uitstoot van de EU. Het Parlement steunde het voorstel van de Commissie om de CO2-uitstoot van auto's en bestelwagens in 2035 tot nul terug te brengen met de tussentijdse emissiereductiedoelstellingen voor 2030 van 55% voor auto's en 50% voor bestelwagens.
Om deze doelstellingen te behalen, moeten alle nieuwe auto's en bestelwagens die vanaf 2035 in de EU worden verkocht, emissievrij zijn. Deze regels hebben geen impact op huidige auto’s.
De overstap naar emissievrije voertuigen moet gepaard gaan met een uitgebreide infrastructuur voor duurzame brandstoffen. In onderhandelingen met de Raad hebben de Europarlementariërs tegen 2026 minstens om de 60 kilometer elektrische oplaadpunten voor auto's langs de belangrijkste EU-wegen verzekerd, en elke 120 kilometer voor vrachtwagens en bussen tegen 2028. Tegen 2031 moeten er minstens om de 200 kilometer waterstoftankstations zijn langs de hoofdwegen in de EU.
Vanaf 2027 (of vanaf 2028 als de energieprijzen uitzonderlijk hoog zijn) zal er een apart emissiehandelssysteem worden opgezet voor gebouwen en wegvervoer om een prijs te bepalen voor de uitstoot van deze sectoren.
Vermindering van de uitstoot door de energiesector
De verbranding van brandstoffen is verantwoordelijk voor meer dan driekwart van de uitstoot van broeikasgassen in de EU. Een vermindering van het energieverbruik en de ontwikkeling van schonere energiebronnen zijn essentieel om de klimaatdoelstellingen van de EU te bereiken en de afhankelijkheid van de EU van de invoer uit derde landen op te lossen.
Minder energie verbruiken
In juli 2023 keurde het Parlement nieuwe regels goed om energiebesparing te stimuleren.
De lidstaten moeten gezamenlijk zorgen voor minder energieverbruik van ten minste 11,7% op EU-niveau in 2030 (ten opzichte van de voorspellingen voor het energieverbruik in 2020). Tot eind 2030 moeten de landen jaarlijks gemiddeld 1,5% energie besparen.
De verwarming en afkoeling van gebouwen is momenteel goed voor 40% van het totale energieverbruik in de EU. Het Parlement werkt aan regels voor de energieprestaties van gebouwen, met als doel tegen 2050 een gebouwenbestand zonder uitstoot te verwezenlijken. De regels omvatten:
- renovatiestrategieën
- de vereiste dat alle nieuwe gebouwen in de EU vanaf 2030 emissievrij moeten zijn
- de installatie van zonnepanelen op nieuwe gebouwen
Meer hernieuwbare energie
De ontwikkeling van schone energiebronnen als alternatieven voor fossiele brandstoffen zal de EU ook helpen om de uitstoot te verminderen.
Momenteel is meer dan 20% van de in de EU verbruikte energie afkomstig uit hernieuwbare bronnen.
In december 2022 eisten Europarlementariërs dat vergunningen voor duurzame energiecentrales sneller worden verleend, ook voor zonnepanelen en windmolens.
Europarlementariërs onderzoeken de mogelijkheden voor hernieuwbare waterstof en offshore hernieuwbare bronnen naast windenergie, zoals golfslagenergie. EU-financiering voor aardgasinfrastructuurprojecten wordt afgebouwd en het geld wordt herbestemd voor waterstof en offshore infrastructuur voor hernieuwbare energie.
In September 2023 bereikte het Parlement een akkoord om de inzet van hernieuwbare energie te stimuleren, in overeenstemming met de Green Deal en de inspanningen om de afhankelijkheid van Russische energie te verminderen. Ze kwamen overeen het aandeel van hernieuwbare energie in het eindverbruik van energie in de EU te verhogen tot 42,5% in 2030, terwijl de EU-landen moeten streven naar 45%.
Koolstofheffing op ingevoerde goederen
Een mechanisme voor koolstofgrenscorrectie zou bedrijven binnen en buiten de EU ertoe aanzetten koolstofarmer te produceren door een koolstofprijs te heffen op de invoer van bepaalde goederen die afkomstig zijn uit landen met minder klimaatambities. Het is bedoeld om koolstoflekkage te voorkomen, waarbij industrieën hun productie verplaatsen naar landen met minder strenge regels voor de uitstoot van broeikasgassen.
Als onderdeel van het 'Fit for 55'-pakket zal de EU een koolstofgrensaanpassingsmechanisme opstellen, om een koolstofheffing toe te passen op de invoer van bepaalde goederen van buiten de EU.
Het zal betrekking hebben op goederen van energie-intensieve industrieën zoals ijzer, staal, cement, aluminium, meststoffen en waterstof.
Importeurs zullen het verschil moeten betalen tussen de koolstofprijs in het land van productie en de prijs van koolstofemissierechten in het kader van de EU-emissiehandelsregeling.
De koolstofgrensaanpassingsmechanisme wordt ingevoerd van 2026 tot 2034, op hetzelfde moment dat de gratis rechten in de EU-emissiehandelssysteem worden afgebouwd.
Het Parlement heeft de regels in april 2023 aangenomen.
De aanpak van CO2-uitstoot van andere sectoren
Sectoren die niet onder het huidige emissiehandelssysteem vallen, zoals vervoer, landbouw, gebouwen en afvalbeheer, vertegenwoordigen nog steeds ongeveer 60% van de totale uitstoot van de EU. De Commissie stelt voor om de uitstoot van deze niet-emissiehandelssysteemsectoren in 2030 40% terug te brengen ten opzichte van 2005.
Dit zal gebeuren via overeengekomen nationale emissiedoelstellingen in de verordening inzake de verdeling van de inspanningen. De nationale emissiedoelstellingen worden berekend op basis van het bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking. EU-landen met een lager inkomen krijgen ondersteuning.
In maart 2023 stemde het Parlement om de lat voor broeikasgasreductie tegen 2030 te verhogen van 30% tot 40% ten opzichte van de niveaus van 2005.
Bossen gebruiken om emissies te absorberen
Bossen zijn natuurlijke koolstofputten, wat betekent dat ze meer koolstof uit de atmosfeer opnemen dan ze uitstoten. EU-bossen absorberen elk jaar bijna 7% van de totale uitstoot van broeikasgassen in de EU. De EU wil dit vermogen gebruiken om de klimaatverandering te bestrijden.
In maart 2023 hebben het Parlement en de Raad nieuwe regels goedgekeurd voor de sector landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw, waardoor de koolstofputten van de EU tegen 2030 met 15% zullen toenemen.
Ontbossing en de aantasting van bossen hebben gevolgen voor de milieudoelstellingen van de EU, zoals de bestrijding van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies, maar ook voor mensenrechten, vrede en veiligheid. Daarom streeft de EU ernaar het wereldwijde verlies aan bossen tegen te gaan.
In april 2023 heeft het Parlement nieuwe regels goedgekeurd die bedrijven verplichten na te gaan of op de Europese markt verkochte producten niet hebben bijgedragen tot ontbossing of aantasting van bossen waar ook ter wereld.
Vermindering van broeikasgassen buiten CO2
Om de opwarming van de aarde tegen te gaan, probeert de EU ook andere broeikasgassen die de aarde opwarmen, zoals methaan, gefluoreerde gassen en ozonafbrekende stoffen, te reguleren. Hoewel zij in kleinere hoeveelheden dan CO2 in de atmosfeer aanwezig zijn, kunnen zij een aanzienlijk opwarmend effect hebben en vallen ze onder het Klimaatakkoord van Parijs.