De evolutie van Parlementair toezicht op kandidaat-commissarissen
De hoorzittingen met potentiële Eurocommissarissen zijn een belangrijk moment voor het Parlement. Ze zijn in de loop der jaren sterk veranderd en hebben een grote impact gehad.
Wat zijn deze hoorzittingen precies?
De hoorzittingen maken deel uit van de 'checks en balances' op EU-niveau om transparantie en verantwoording te garanderen. De kandidaat-commissarissen worden genomineerd door de EU-regeringen, maar vervolgens worden ze zorgvuldig beoordeeld door het Europees Parlement voordat ze in hun functie worden bevestigd.
Voordat de kandidaat-commissarissen hun hoorzittingen kunnen bijwonen, onderzoekt de Parlementaire commissie juridische zaken de financiële situatie van elke kandidaat om er zeker van te zijn dat er geen sprake is van belangenverstrengeling. Pas als de commissie groen licht heeft gegeven, kan de hoorzitting plaatsvinden.
Tijdens de bevestigingshoorzittingen willen de EP-leden beoordelen of de kandidaat-commissarissen gekwalificeerd zijn om lid te worden van de Europese Commissie. Nadat de hoorzittingen achter de rug zijn, houdt het Parlement een plenaire stemming om de Commissie in haar geheel goed te keuren of af te wijzen.
Hoe zijn de hoorzittingen begonnen?
Aanvankelijk was het Europees Parlement niet betrokken bij de benoeming van de Commissie, omdat de beslissing in handen van de regeringen van de EU-landen lag.
De traditie was dat elke Commissievoorzitter bij aantreden een algemene beleidsverklaring aflegde voor het Parlement.
Dit veranderde met het Verdrag van Maastricht, dat in 1993 van kracht werd. Nadat het Europees Parlement jarenlang had aangedrongen op het recht op inspraak bij de benoeming van de uitvoerende macht van de EU, kreeg het nu het recht om over de Commissie als geheel te stemmen.
De eerste formele hoorzittingen vonden plaats in januari 1995 met als resultaat de goedkeuring van de Commissie van Jacques Santer.
Het daaropvolgende Verdrag van Amsterdam, dat in 1999 van kracht werd, gaf het Parlement de bevoegdheid om de voorzitter van de Commissie goed te keuren.
Het Verdrag van Lissabon dat in 2009 van kracht werd, verduidelijkte de criteria die gebruikt moeten worden bij de selectie van de leden van de Commissie. De commissarissen moeten aantonen dat ze over algemene competentie en onafhankelijkheid beschikken, maar ook Europees geëngageerd zijn.
Toenemend toezicht
Al tijdens de eerste hoorzittingen maakten parlementaire commissies die de kandidaten moesten beoordelen kritische opmerkingen als potentiële commissarissen een gebrek aan vakkennis in hun toegewezen portefeuille toonden of terughoudend waren om beleidstoezeggingen te doen.
Dit leidde er in daaropvolgende hoorzittingen toe dat de kandidaat-commissarissen zich grondiger gingen voorbereiden op de concrete beleidsterreinen en hun plannen gedetailleerder gingen presenteren.
Deze trend weerspiegelde de veranderende rol van het Parlement, dat het steeds meer als zijn taak zag om ervoor te zorgen dat benoemingen aan hoge normen voldoen.
Tegenwoordig houdt het Parlement bij wat de commissarissen hebben beloofd en welke vooruitgang er is geboekt tijdens de ambtstermijn van de Commissie om te controleren of commissarissen echt doen wat ze hebben beloofd.
Het Parlement kan ook een zogenaamde “bijzondere onderzoekshoorzitting” houden om één of meer commissarissen te ondervragen over belangrijke politieke kwesties.
Impact van hoorzittingen op de samenstelling van de Commissie
Tijdens de afgelopen jaren heeft het Parlement laten zien dat het bereid is om te vragen naar een herschikking van portefeuilles, of de vervanging van kandidaten die potentiële belangenconflicten hebben of er niet in slagen om de Parlementsleden tijdens de hoorzittingen te overtuigen.
In 2004 al verving José Manuel Barroso twee commissarissen - Rocco Buttiglione uit Italië, die was voorgedragen als commissaris voor justitie, vrijheid en veiligheid; en Ingrīda Ūdre uit Letland, die was voorgedragen als commissaris voor belastingen - om de goedkeuring van het Parlement voor zijn Commissie te krijgen. Barroso veranderde ook de portefeuille van László Kovács uit Hongarije van energie naar belastingen.
Rumiana Jeleva - die door Bulgarije was voorgedragen als commissaris voor internationale samenwerking, humanitaire hulp en crisisrespons - moest zich in januari 2010 terugtrekken na haar hoorzitting in het Parlement.
In 2014 kreeg de Sloveense kandidaat Alenka Bratušek geen steun als vicevoorzitter van de Commissie voor de energie-unie, wat leidde tot een herschikking van portefeuilles. Na kritiek van Europarlementariërs werd de portefeuille van de Hongaarse kandidaat Tibor Navracsics gewijzigd en was hij niet meer verantwoordelijk voor burgerschap, maar voor onderwijs, cultuur, jeugd en sport.
Tijdens de hoorzittingen in 2019 heeft de commissie juridische zaken van het Parlement haar bezorgdheid geuit over mogelijke belangenconflicten na onderzoek van de verklaringen van financiële belangen van László Trócsányi, de kandidaat die Hongarije had voorgedragen voor de functie van commissaris voor justitie, en Rovana Plumb, de kandidaat die Roemenië had voorgedragen voor de functie van commissaris voor vervoer.
Een paar dagen later kreeg Sylvie Goulard, de Franse kandidaat-commissaris voor de interne markt, geen steun van leden van de commissies interne markt en industrie, onderzoek en energie. Alle drie de kandidaten - Trócsányi, Plumb en Goulard - werden vervangen voordat het Parlement zijn goedkeuring gaf aan de Commissie onder leiding van Ursula von der Leyen.