Communicatiebeleid

De rechtsgrond voor de noodzaak van doeltreffende communicatie kan worden gevonden in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, waarin het recht van alle burgers om te worden geïnformeerd over Europese kwesties, wordt gewaarborgd. De EU-instellingen hebben een aantal instrumenten en diensten ontwikkeld om in contact te blijven met de burgers en hen te informeren. Sinds de officiële invoering ervan in 2012 geeft het Europees burgerinitiatief de burgers de kans om rechtstreekser te worden betrokken bij nieuwe wetgeving en Europese kwesties.

Rechtsgrond

In de EU-Verdragen zijn geen specifieke bepalingen over communicatiebeleid opgenomen. Het Handvest, dat bindend is geworden door het Verdrag van Lissabon, heeft echter dezelfde wettelijke status als de Verdragen. Het voorziet in een gemeenschappelijk kader voor alle EU-instellingen om in de communicatie met het brede publiek de prestaties van de EU te koppelen aan de onderliggende waarden van de EU. Relevante artikelen van het Handvest zijn artikel 11 (het recht op informatie en vrijheid van meningsuiting, alsmede vrijheid en diversiteit van de media), artikel 41 (het recht om te worden gehoord en het recht van personen op inzage in documenten die op henzelf betrekking hebben), artikel 42 (het recht op inzage in documenten van de EU-instellingen) en artikel 44 (het recht om een verzoekschrift in te dienen). Aangezien er voor communicatiebeleid geen op zichzelf staande rechtsgrond is in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), is er bij elke EU-actie een verwijzing naar artikel 352 van het VWEU nodig.

Doelstellingen

De EU heeft de plicht om EU-burgers en andere geïnteresseerden over haar besluiten en activiteiten te informeren. De EU-instellingen beschikken over gespecialiseerd personeel en een specifieke begroting om ervoor te zorgen dat informatie over de EU eenvoudig toegankelijk is in een voor de burgers begrijpelijke taal.

Als EU-burgers toegang hebben tot duidelijke informatie, kunnen zij beter hun recht uitoefenen om deel te nemen aan het democratisch bestel van de Unie, waarin de besluiten in zo groot mogelijke openheid en zo dicht mogelijk bij de burger moeten worden genomen, met inachtneming van de beginselen van pluralisme, participatie, openheid en transparantie. De beleidsdocumenten van de Commissie over communicatie weerspiegelen het belang van dit beleid, dat op drie beginselen is gebaseerd:

  • luisteren naar de burgers en rekening houden met hun standpunten en zorgen;
  • uitleggen hoe het beleid van de Europese Unie het dagelijks leven van de burgers en inwoners beïnvloedt;
  • op lokaal niveau contact zoeken met mensen door ze aan te spreken in hun nationale of lokale omgeving, via hun favoriete media.

Belangrijkste initiatieven en ontwikkelingen

Vanaf 2001 zijn er meer inspanningen geleverd om een coherente communicatiestrategie van de EU tot stand te brengen, en heeft de Commissie een aantal belangrijke beleidsdocumenten over communicatie gepubliceerd. Dit vormde in 2002 de basis voor het portaal “Uw stem in Europa”, dat in november 2018 is omgezet in het portaal “Geef uw mening”, dat burgers, consumenten en bedrijven de kans biedt om actief deel te nemen aan de beleidsvorming van de Commissie. In februari 2006 heeft de Commissie haar Witboek inzake een Europees communicatiebeleid gepubliceerd. Daarin werden vijf werkgebieden vastgesteld in verband met partnerschappen met andere instellingen, regeringen en het maatschappelijk middenveld. Ook werd benadrukt dat het belangrijk is het recht op vrijheid van informatie in de EU te bevorderen, en werd voorgesteld om een Europees handvest of een Europese gedragscode over communicatie te ontwikkelen.

De Commissie en het Parlement communiceren met de media, belanghebbenden en de burgers over kwesties van Europees belang, zoals EU-beleid en -acties. Dat doen ze door verschillende informatiediensten aan te bieden via hun eigen directoraten-generaal voor communicatie. De communicatiemiddelen omvatten websites, socialemedia-accounts, faciliteiten voor bezoekers, liaisonbureaus en plaatselijke kantoren in alle EU-lidstaten, evenals speciale diensten voor de media. De belangrijkste instrumenten en acties op het gebied van het communicatiebeleid van de EU zijn:

  • rechtstreekse contactcentra, zoals het Europe Direct-informatiecentrum, het Europees documentatiecentrum en Ask EP. De burgers kunnen naar deze contactpunten schrijven of bellen om een antwoord te krijgen op hun vragen;
  • communiceren over Europa via de officiële website van de EU, EUROPA, de televisie-informatiedienst van de EU, Europe by Satellite, en het Multimedia Centre van het Parlement, waar verslag wordt uitgebracht over het laatste nieuws van het Europees Parlement en waar de plenaire debatten en commissievergaderingen worden gestreamd;
  • communiceren via de websites van de verschillende EU-instellingen, hun respectieve persdiensten en verschillende sociale netwerken;
  • het Europees burgerinitiatief (zie hieronder);
  • het programma Europa voor de burger en het programma Rechten en waarden (zie hieronder);
  • de mededeling van de Commissie getiteld “Communiceren over Europa in partnerschap” (zie hieronder);
  • de website “Wat Europa voor mij doet” en de website EUandME, en de app “Europa in de palm van je hand” (zie hieronder);
  • de informatiecampagne “Ik stem deze keer”, die het Parlement heeft gelanceerd om de burgers te informeren over de Europese verkiezingen van mei 2019 en hen aan te moedigen om te stemmen;
  • de verslaggeving over EU-zaken stimuleren door samen te werken met audiovisuele en onlineplatforms, bijvoorbeeld het Europese radionetwerk Euranet en Euronews.

1. Het programma Europa voor de burger en het nieuwe programma Rechten en waarden.

Naar aanleiding van een oproep die zowel tijdens de Europese Raad van Tampere (1999) als tijdens die van Nice (2000) werd gedaan voor een opener dialoog met het maatschappelijk middenveld, nam de Europese Raad in januari 2004 het initiatief voor het eerste communautaire actieprogramma ter bevordering van een actief Europees burgerschap. In de nasleep van het falen van het project voor de Europese grondwet werd het programma voor een actief EU-burgerschap vervangen door het programma Europa voor de burger, dat in 2006 door het Europees Parlement en de Raad werd vastgesteld voor de periode 2007-2013 en waarvoor in totaal 215 miljoen EUR beschikbaar werd gesteld. Na de tussentijdse evaluatie van het programma in 2010 deed de Commissie in december 2011 een voorstel om het programma voort te zetten binnen het meerjarig financieel kader voor 2014-2020, zij het in een enigszins herziene vorm. De belangrijkste doelstelling van het nieuwe programma was “het gedenken te versterken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie te vergroten”. Het nieuwe programma Europa voor de burger werd op 14 april 2014 formeel goedgekeurd door de Raad, met een begroting van 185,5 miljoen EUR, een vermindering ten opzichte van zowel het voorgaande programma als het oorspronkelijke voorstel van de Commissie. Het programma Europa voor de burger 2014-2020 bood financiering op twee thematische gebieden: 1) Europees gedenken, en 2) democratische betrokkenheid en burgerparticipatie. In het kader van het programma werd ook een groep voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld opgericht, die regelmatig vergaderde over kwesties in verband met het programma, de uitvoering van het programma en de verspreiding van de resultaten ervan. Verder werden beleidsontwikkelingen op aanverwante gebieden in het oog gehouden. Uit de evaluatie van het programma van 2014-2020 blijkt dat het over het algemeen een positieve rol heeft gespeeld bij het aanmoedigen van burgerparticipatie en democratische betrokkenheid in de hele EU.

Op 30 mei 2018 heeft de Commissie haar voorstel voor een verordening tot vaststelling van het programma Rechten en waarden (2021-2027) bekendgemaakt, dat gefinancierd moet worden via een nieuw Fonds voor justitie, rechten en waarden, met een voorgestelde begroting van 641,7 miljoen EUR. Het onderdeel “Betrokkenheid en participatie van de burger” van het nieuwe programma, met een voorgestelde begroting van 233 miljoen EUR, is bedoeld om het huidige programma Europa voor de burger te vervangen, en is vooral gericht op 1) het vergroten van het inzicht van de burgers in de Unie, haar geschiedenis, cultureel erfgoed en diversiteit, en 2) het bevorderen van uitwisseling en samenwerking tussen burgers van verschillende landen. Op 17 december 2020 heeft het Parlement zijn goedkeuring gehecht aan het volgende meerjarig financieel kader en met de Raad een voorlopig akkoord bereikt over het programma Rechten en waarden (2021-2027). Het programma zal beschikken over een begroting van 641,7 miljoen EUR en een extra toewijzing van maximaal 912 miljoen EUR.

2. De website “Wat Europa voor mij doet” en de app “Europa in de palm van je hand

“Wat Europa voor mij doet” is een interactieve, meertalige website van het Europees Parlement, met gedetailleerde informatie over de impact van de EU op het leven van de burgers en lokale gemeenschappen. Gebruikers kunnen gemakkelijk specifieke informatie vinden over wat de EU doet voor hun regio, beroep of over andere interessante onderwerpen, zoals hobby’s. Er is informatie beschikbaar over 1 400 gemeenten, en er zijn 1 800 nota’s van één bladzijde te vinden om te lezen, te delen of te hergebruiken, als onlinepagina of als pdf. De website bestaat uit drie grote delen: 1) “In mijn regio”: hier kunnen gebruikers informatie vinden over hun regio, door de plaats waar zij wonen of werken, te selecteren; 2) “In mijn leven”: hier kunnen gebruikers meer te weten komen over hoe de EU van invloed is op zaken als gezinnen, gezondheidszorg, reizen en sociale rechten; 3) “In detail”: hier krijgen gebruikers toegang tot achtergrondnota’s over EU-beleid, met bijzondere aandacht voor de publieke opinie en de zorgen en verwachtingen van burgers over EU-optreden. Bovendien biedt de gratis Citizens’ App “Europa in de palm van je hand” informatie over de EU in 24 talen, die gemakkelijk kan worden opgezocht, gedeeld en gepersonaliseerd.

3. Andere participatie-instrumenten van de EU

De participatie-instrumenten van de EU omvatten het portaal “Geef uw mening”, dat het mogelijk maakt actief deel te nemen aan de vormgeving van het EU-beleid, burgerdialogen met commissarissen, de EU-jongerendialoog, die deel uitmaakt van de EU-strategie voor jongeren 2019-2027 en verschillende socialemediakanalen.

4. Het Europees burgerinitiatief

Met de invoering van het Europees burgerinitiatief in het Verdrag van Lissabon is de burgers van de EU – vanaf 1 april 2012 – een krachtiger stem gegeven doordat zij het recht kregen rechtstreeks een beroep te doen op de Commissie om nieuwe beleidsinitiatieven uit te werken. Het burgerinitiatief geeft de Europese democratie een nieuwe dimensie, vormt een aanvulling op de rechten die voortvloeien uit het burgerschap van de Unie, stimuleert het publieke debat rond het EU-beleid en leidt tot meer betrokkenheid van de burgers en het maatschappelijk middenveld bij de vormgeving van dat beleid. Op die manier draagt het burgerinitiatief bij tot het ontstaan van een echte publieke ruimte in de EU. In 2011 hebben het Parlement en de Raad hun goedkeuring gehecht aan het voorstel van de Commissie voor een verordening waarin de regels en de procedure worden beschreven die op het burgerinitiatief van toepassing zijn. Vervolgens zijn deze regels geactualiseerd naar aanleiding van een voorstel van de Commissie uit 2017, dat het Parlement en de Raad op 17 april 2019 hebben goedgekeurd. De nieuwe regels zijn op 1 januari 2020 van kracht geworden.

De organisatoren van een burgerinitiatief – een burgercomité bestaande uit ten minste zeven EU-burgers woonachtig in ten minste zeven verschillende lidstaten – moeten het initiatief bij de Commissie registreren voordat ze steunbetuigingen van burgers kunnen beginnen te verzamelen. Het comité krijgt dan een jaar de tijd om de nodige steunbetuigingen te verzamelen, die moeten worden gecertificeerd door de bevoegde autoriteiten in de respectieve lidstaten. Tot op heden hebben zes initiatieven het vereiste aantal handtekeningen verzameld en zijn zij bij de Commissie ingediend (Right2Water, Een van ons, Stop Vivisection, Verbied glyfosaat, Minority SafePack en End the Cage Age). Het Parlement heeft verschillende hoorzittingen georganiseerd met de vertegenwoordigers van de eerste vijf initiatieven, en de Commissie heeft op deze initiatieven geantwoord met haar juridische en politieke conclusies.

Rol van het Europees Parlement

De inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon heeft een grote invloed gehad op de werkzaamheden van de EU-instellingen en heeft de rol van het Europees Parlement versterkt. Er kwam meer nadruk te liggen op het bieden van resultaten aan de EU-burgers door een beter gestroomlijnde en democratischere besluitvorming. Als rechtstreeks gekozen orgaan dat de EU-burgers vertegenwoordigt, heeft het Parlement de plicht om te communiceren over wat de EU doet, en om de zorgen van de burgers kenbaar te maken en hiernaar te handelen.

Het gevoel van de burgers dat ze tot de Unie behoren, lijkt te zijn toegenomen, wat bemoedigend is na jaren van vaak regelrechte vijandigheid jegens de EU als gevolg van de recente financiële en politieke crises. Desalniettemin schommelt dit gevoel. Daarom zijn er passende communicatiestrategieën en een passend communicatiebeleid op EU-niveau nodig. Actief deelnemen aan de vormgeving van dergelijke strategieën en dergelijk beleid is niet alleen een plicht van het Parlement tegenover de EU-burgers, maar is ook in zijn eigen belang.

Het Parlement heeft in zijn verslagen en resoluties herhaaldelijk voorstellen gedaan om de relatie tussen de EU en haar burgers te verbeteren. In zijn resolutie van 7 september 2010 over de totstandbrenging van een publieke ruimte in Europa, bijvoorbeeld, stelde het concrete manieren voor om de betrokkenheid van de burgers bij debatten over Europese kwesties te bevorderen, en benadrukte het dat betere communicatie door overheden, politieke partijen, universiteiten, publieke omroepen en de EU-instellingen van cruciaal belang is voor de totstandbrenging van een publieke ruimte in Europa. Verschillende leden van het Europees Parlement hebben ook actief deelgenomen aan debatten met burgers en hebben op het platform Debating Europe hun vragen beantwoord.

Het Parlement heeft ook grote belangstelling getoond voor het Europees burgerinitiatief en heeft er met succes toe bijgedragen dat het een toegankelijker en burgervriendelijker instrument voor participatieve democratie is geworden. Het Parlement heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat het minimumaantal lidstaten waaruit steunbetuigingen moeten komen, is verlaagd, en dat de ontvankelijkheid nu in de pre-registratiefase wordt getoetst. Het heeft er ook op aangedrongen dat er bepalingen worden ingevoerd op grond waarvan alle inwoners van de EU, ongeacht hun nationaliteit, het recht hebben om een burgerinitiatief te steunen. Het Parlement heeft er ook herhaaldelijk op aangedrongen dat de procedures voor Europese burgerinitiatieven worden vereenvoudigd en gestroomlijnd en dat de impact van de burgerinitiatieven wordt vergroot. Bovendien heeft het Parlement in 2015 een resolutie over het Europees burgerinitiatief aangenomen, waarin werd opgeroepen tot vereenvoudigde vereisten inzake persoonsgegevens en tot financiering om de organisatie van Europese burgerinitiatieven te ondersteunen. Op basis van de verzoeken van het Parlement en een openbare raadpleging heeft de Commissie in september 2017 een voorstel voor een nieuwe verordening betreffende het Europees burgerinitiatief ingediend, waarna het Parlement en de Raad op 17 april 2019 een akkoord over de nieuwe verordening hebben ondertekend. Halverwege 2020 hebben het Parlement en de Raad tijdelijke maatregelen vastgesteld om de gevolgen van de COVID-19-pandemie voor het Europees burgerinitiatief aan te pakken, waardoor de periode voor het verzamelen van steunbetuigingen is verlengd.

Op zijn website, via zijn Multimedia Centre, via zijn persbureau en via verschillende sociale media verschaft het Parlement informatie en documenten in alle 24 officiële talen van de EU. Aangezien de media een belangrijke rol spelen bij het delen van opinies, ondersteunt het Parlement verschillende mediakanalen door feitelijke informatie te verschaffen en instrumenten en faciliteiten te bieden om hen te helpen bij de verslaggeving over zijn activiteiten. Het persbureau houdt ook de berichtgeving in de media in de gaten en weerlegt onjuiste informatie over het Parlement.

Voorts kunnen de burgers een bezoek brengen aan het Parlement (in Straatsburg en Brussel), het Parlamentarium (het bezoekerscentrum van het Parlement) en het Huis van de Europese geschiedenis (allebei in Brussel). Het Parlement heeft in elke lidstaat minstens één liaisonbureau en in sommige ook een bezoekerscentrum. Deze liaisonbureaus hebben als taak de burgers te helpen begrijpen wat het Europees Parlement is, wat het doet en waar het voor staat. Ze fungeren als gespecialiseerde informatiehubs om aan de plaatselijke behoeften tegemoet te komen. Daartoe leggen zij contacten met burgers, belanghebbenden en de media.

In 2019 heeft het Parlement de burgers op de hoogte gehouden van de Europese verkiezingen van dat jaar en het belang ervan voor de toekomst van de EU. De institutionele communicatiecampagne was onpartijdig en diende ter ondersteuning van de afzonderlijke campagnes van de politieke partijen en kandidaten. Vanwege de onpartijdige aard ervan lag de nadruk op de resultaten van de EU en het Parlement en niet op de doelstellingen voor de toekomst. Ook werd het platform ikstemdezekeer.eu in 24 talen opgezet. Ruim 150 000 mensen uit heel Europa hebben zich via dit platform aangemeld om meer burgers bij de verkiezingen te betrekken en hen aan te sporen naar de stembus te gaan. Het platform werd vervolgens omgevormd tot de pan-Europese community samen.eu. Via deze website kunnen burgers in contact blijven met elkaar en op de hoogte blijven van de evenementen die door de community en het Parlement worden georganiseerd. Het Parlement beheert ook de onderwijsprogramma’s Ambassador School en Euroscola die ertoe moeten bijdragen de kennis van de democratie en de waarden van de EU te verbeteren. Het onlineprogramma Euroscola biedt middelbare scholieren de kans om via een interactief rollenspel in de huid te kruipen van de EP-leden en zo kennis te maken met de besluitvorming van de EU. Tot slot maakt het Parlement niet alleen gebruik van de website “Wat Europa voor mij doet” en de Citizens’ App “Europa in de palm van je hand”, maar ook van een heleboel socialemediaplatforms om met de burgers te communiceren.

 

Katarzyna Anna Iskra