Het optreden van de Europese Unie op het gebied van cultuur vormt in veel gevallen een aanvulling op het cultuurbeleid van de lidstaten, bijvoorbeeld als het gaat om de bescherming van het Europees cultureel erfgoed, de samenwerking tussen de diverse nationale culturele instellingen en de bevordering van de mobiliteit van personen die in de creatieve sector werkzaam zijn. Daarnaast zijn op de culturele sector enkele bepalingen van de Verdragen van toepassing die niet uitdrukkelijk betrekking hebben op cultuur.

Rechtsgrond en doelstellingen

In het Verdrag van Lissabon wordt sterk de nadruk gelegd op het belang van cultuur: in de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) wordt uitdrukkelijk verwezen naar de inspiratie door “de culturele, religieuze en humanistische tradities van Europa”. Een van de belangrijkste doelstellingen van de EU, zoals vastgelegd in het Verdrag, is dat de Unie “haar rijke verscheidenheid van cultuur en taal” eerbiedigt en toeziet op “de instandhouding en de ontwikkeling van het Europese culturele erfgoed” (artikel 3 VEU). In artikel 6 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is bepaald dat de Unie op het gebied van cultuur bevoegd is “om het optreden van de lidstaten te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen”.

In artikel 167 VWEU wordt voorzien in nadere bepalingen met betrekking tot het optreden van de EU op het gebied van cultuur: de EU moet bijdragen tot de ontplooiing van de culturen van de lidstaten onder eerbiediging van de nationale en regionale verscheidenheid van die culturen, maar tegelijk ook de nadruk leggend op het gemeenschappelijk cultureel erfgoed. De EU moet tijdens haar optreden de samenwerking tussen de lidstaten aanmoedigen en hun activiteiten ter verbetering van de kennis en verbreiding van de cultuur en de geschiedenis van de Europese volkeren ondersteunen en aanvullen.

In artikel 13 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie wordt bepaald dat de kunsten en het wetenschappelijk onderzoek vrij zijn. In artikel 22 van datzelfde handvest wordt bepaald dat de EU “de verscheidenheid van cultuur, godsdienst en taal” eerbiedigt.

Resultaten

A. Beleidsontwikkelingen

1 Europese agenda voor cultuur

Op 22 mei 2018 kwam de Commissie met een nieuwe Europese agenda voor cultuur, als opvolger voor de agenda die in 2007 werd aangenomen. Door middel van deze nieuwe agenda zal het strategisch kader voor het optreden van de EU in de culturele sector worden voortgezet. In de nieuwe agenda worden drie strategische doelstellingen voorgesteld, met sociale, economische en externe dimensies: 1) de mogelijkheden van cultuur benutten ten behoeve van sociale cohesie en welzijn; 2) op cultuur gebaseerde creativiteit op het gebied van onderwijs en innovatie en ter bevordering van groei en werkgelegenheid ondersteunen; en 3) de internationale culturele betrekkingen aanhalen. In de agenda wordt voorzien in verbeterde werkmethoden voor samenwerking met de lidstaten, het maatschappelijk middenveld en internationale partners. De agenda wordt uitgevoerd aan de hand van werkplannen voor cultuur. Momenteel wordt de agenda toegepast op grond van de resolutie over het EU-werkplan voor cultuur 2023-2026, die de Raad op 29 november 2022 heeft vastgesteld.

De resolutie is toegespitst op vier verschillende maar elkaar aanvullende prioriteiten:

  • kunstenaars en professionals in de culturele sector: de culturele en creatieve sectoren versterken;
  • cultuur voor de mensen: de culturele participatie en de rol van cultuur in de samenleving vergroten;
  • cultuur voor de planeet: de kracht van cultuur ontketenen;
  • cultuur voor cocreatieve partnerschappen: de culturele dimensie van de externe betrekkingen van de EU versterken.

2 Internationale culturele betrekkingen

Met de gezamenlijke mededeling “Naar een EU-strategie voor internationale culturele betrekkingen”, die de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) midden 2016 hebben gepresenteerd, wordt ernaar gestreefd de culturele samenwerking tussen de EU en haar partnerlanden te stimuleren. In deze mededeling wordt bevestigd dat de EU de internationale culturele betrekkingen zal stimuleren via steun en bijstand aan derde landen, en de verscheidene culturen van de lidstaten via culturele diplomatie zal bevorderen.

3 Interculturele dialoog

De interculturele dialoog is een permanente prioriteit van de EU, die met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in 2009 nog belangrijker is geworden. Specifiek op het vlak van cultuurbeleid zijn er een aantal belangrijke initiatieven, zoals de initiatieven betreffende de Romacultuur, interculturele steden en de dialoog met het platform voor intercultureel Europa.

B. Financieringsprogramma’s en ondersteunende initiatieven

1 Creatief Europa

Creatief Europa is een programma voor de culturele en creatieve sector, dat in 2014 voor het eerst werd gelanceerd voor een periode van zeven jaar. Met dit programma worden verschillende eerdere EU-programma’s onder één dak gebracht: de Media-programma’s (1991-2013), het Media Mundus-programma (2011-2013) en de cultuurprogramma’s (2000-2013). Gezien het succes van dit programma hebben het Parlement, de Commissie en de Raad in mei 2021 het tweede programma Creatief Europa (2021-2027) goedgekeurd, waarvoor een bedrag van 2,44 miljard EUR werd uitgetrokken, wat neerkomt op een stijging van 36 %.

Het programma heeft twee hoofddoelstellingen: 1) de culturele en taalkundige diversiteit en het culturele erfgoed van Europa beschermen, ontwikkelen en promoten, en 2) het concurrentievermogen en het economisch potentieel van de culturele en creatieve sector versterken, met name van de audiovisuele sector. Het bestaat uit drie onderdelen: media, cultuur en een sectoroverschrijdend onderdeel.

Voor de periode 2021-2027 zijn de belangrijkste nieuwigheden in het programma:

  • meer nadruk op transnationale creatie en innovatie;
  • een vlottere toegang voor projecten tot financiële middelen van Creatief Europa dankzij hogere medefinancieringspercentages;
  • nadruk op ondersteuning van samenwerking op EU-niveau om de Europese audiovisuele sector concurrerender te maken op het wereldtoneel;
  • een mobiliteitsprogramma voor kunstenaars en professionals;
  • acties om aan de sectorspecifieke behoeften te voldoen, bijvoorbeeld op het gebied van muziek, architectuur en cultureel erfgoed.

In het programma wordt bijzondere nadruk gelegd op drie gebieden: 1) ondersteuning van de muzieksector, met name hedendaagse en livemuziek, die middelen uit het onderdeel cultuur zal ontvangen ter ondersteuning van platforms die opkomende kunstenaars en distributienetwerken promoten, naast andere initiatieven; 2) voorrang geven aan vrouwelijk talent, vrouwen ondersteuning bieden om een artistieke en professionele carrière te ontwikkelen, en gendergelijkheid bevorderen als een van de kernwaarden van het programma; 3) bevordering van inclusie door het voor personen met een handicap en sociaal gemarginaliseerde groepen gemakkelijker te maken om deel te nemen aan het programma en door de aanvraagprocedure te vereenvoudigen.

2 Culturele Hoofdsteden van Europa

Het initiatief “Culturele Hoofdsteden van Europa” is een van de bekendste en meest succesvolle culturele initiatieven van de EU. Elk jaar worden twee steden in twee verschillende EU-landen tot Culturele Hoofdstad van Europa uitgeroepen.

De steden worden geselecteerd door een onafhankelijke jury van deskundigen, op basis van een cultureel programma dat een sterke Europese dimensie moet hebben, waarbij inwoners van alle leeftijden moeten worden betrokken en dat moet bijdragen aan de langetermijnontwikkeling van de stad. In het kader van het initiatief, dat in 1985 van start is gegaan, zijn tot nu toe meer dan zestig steden onderscheiden.

De regels en voorwaarden voor aanwijzing als Culturele Hoofdstad, die geldig zijn tot en met het jaar 2033, zijn vastgelegd in Besluit nr. 445/2014/EU. Het initiatief heeft in 2017 wijzigingen ondergaan en is thans ook opengesteld voor landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) en de Europese Economische Ruimte (EER) (Besluit (EU) 2017/1545).

3 Het Europees erfgoedlabel en het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed 2018

Aanvankelijk werd het Europees erfgoedlabel in 2005 door verschillende lidstaten in het leven geroepen als intergouvernementeel initiatief. In 2010 heeft de Commissie op hun verzoek voorgesteld om van het Europees erfgoedlabel een formeel EU-initiatief te maken. Het label werd vervolgens in 2011 ingevoerd bij Besluit nr. 1194/2011/EU. De overkoepelende doelstelling is de interculturele dialoog te versterken en de burgers nog meer het gevoel te geven dat zij deel uitmaken van de EU. Plaatsen met het Europees erfgoedlabel worden geselecteerd op grond van hun hoge symbolische waarde, de rol die zij hebben gespeeld in de geschiedenis en cultuur van Europa en de EU, en hun band met democratische beginselen en mensenrechten. Sinds 2013 hebben zestig plaatsen het label gekregen.

Op 30 augustus 2016 diende de Commissie, naar aanleiding van verzoeken van het Parlement en de Raad, een voorstel in, waarin zij opriep om het jaar 2018 uit te roepen tot het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed. Het voorstel is in de loop van het eerste halfjaar van 2017 goedgekeurd. Met het initiatief inzake het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed werd beoogd aandacht te besteden aan de rol van het Europees erfgoed bij de bevordering van een gemeenschappelijk besef van historie en identiteit. Voor het initiatief werd 8 miljoen EUR aan financiering vrijgemaakt voor de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2018.

4 Prijzen

Met haar cultuurbeleid ondersteunt de EU verschillende prijzen op het gebied van cultureel erfgoed, architectuur, literatuur en muziek. Het doel van deze prijzen is de uitstekende kwaliteit en het succes van Europese activiteiten in deze sectoren te onderscheiden en de aandacht te vestigen op het werk van kunstenaars, muzikanten, architecten, schrijvers en werknemers in de sector van het cultureel erfgoed. Ook wordt hiermee de rijke culturele verscheidenheid van Europa voor het voetlicht gebracht en het belang van de interculturele dialoog en van grensoverschrijdende culturele activiteiten in de EU en daarbuiten benadrukt.

5 Het Nieuw Europees Bauhaus

Het initiatief voor een Nieuw Europees Bauhaus werd op 18 januari 2021 door Commissievoorzitter Ursula von der Leyen gepresenteerd en officieel gelanceerd. Het is een creatief en interdisciplinair project waarmee een ontmoetingsplaats wordt gevormd en ruimte wordt gecreëerd om het leven in de toekomst vorm te geven, op het kruispunt tussen kunst, cultuur, wetenschap en technologie. Het hoofddoel ervan is het creëren van leefruimten in lijn met de Europese Green Deal, door ondersteuning te bieden met het oog op 1) inclusieve, toegankelijke ruimten die de dialoog tussen verschillende culturen, disciplines, geslachten en leeftijden bevorderen, en 2) duurzame oplossingen die de ecosystemen van de planeet eerbiedigen. Er zal ook een kader van financieringsbronnen worden ontwikkeld om te waarborgen dat het project in overeenstemming is met het meerjarig financieel kader (MFK). Op 15 september 2021 publiceerde de Commissie een mededeling over het Nieuwe Europese Bauhaus, met inbegrip van het kader, de kernbeginselen, de belangrijkste activiteiten en de financieringsmogelijkheden.

C. Andere initiatieven

Het EU-beleid op het gebied van cultuur omvat ook cultureel erfgoed, met name de bescherming ervan.

Met Richtlijn 2014/60/EU, een herschikking van Richtlijn 93/7/EEG, beoogt de EU het nationale culturele erfgoed te beschermen en deze bescherming te verenigen met het beginsel van het vrije verkeer van goederen. In de richtlijn wordt voorzien in de fysieke teruggave van cultuurgoederen die na januari 1993 op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht. Ook omvat de richtlijn samenwerkingsmechanismen en procedures om de teruggave van deze goederen te waarborgen. De richtlijn heeft betrekking op alle cultuurgoederen die op grond van de nationale wetgeving worden aangemerkt als “nationaal artistiek, historisch of archeologisch bezit”.

Voorts heeft de Commissie na het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed 2018 een werkdocument gepubliceerd met als titel “Europees actiekader voor cultureel erfgoed”, waarin de bescherming van bedreigd erfgoed een van de vijf pijlers van het kader is.

Rol van het Europees Parlement

Het Parlement geeft sinds jaar en dag in verschillende resoluties[1] blijk van zijn belangstelling voor het potentieel van en de ontwikkelingsmogelijkheden voor de culturele en creatieve sector. Niet alleen vormt deze sector een afspiegeling van de culturele diversiteit in de EU, hij biedt tevens werk aan 7,5 % van alle werknemers in de Unie en genereert ongeveer 509 miljard EUR aan toegevoegde waarde voor het bbp.

In zijn resolutie van 13 december 2016 over een coherent EU-beleid voor de culturele en creatieve sector riep het Parlement op tot een strategische benadering om het potentieel van deze sector te benutten en verzocht het de Commissie om een breed en duurzaam industriebeleidskader te ontwikkelen ten behoeve van deze sector. Ook drong het Parlement aan op diverse maatregelen om de arbeidsomstandigheden in de sector te verbeteren, bijvoorbeeld door hem in het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief te integreren en in fondsen te voorzien om loopbanen, ondernemerschap en opleidingen te vergemakkelijken.

Het Parlement heeft ook aangedrongen op een strategische benadering van de rol van cultuur in de externe betrekkingen. In de begroting 2013 en 2014 stelde het een voorbereidende actie “Cultuur in de externe betrekkingen van de EU” voor om te wijzen op het aanzienlijke potentieel van cultuur in de externe betrekkingen van de EU. In 2016 heeft het Parlement een resolutie aangenomen over de interculturele dialoog. Naar aanleiding van de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de EDEO getiteld “Naar een Europese strategie ten aanzien van internationale culturele betrekkingen” heeft het Parlement in juli 2017 een resolutie aangenomen die gezamenlijk door de Commissie buitenlandse zaken en de Commissie cultuur en onderwijs (CULT) is opgesteld, waarin de leden van het Europees Parlement aanbevelen een effectieve EU-strategie voor internationale culturele betrekkingen te ontwikkelen, hiervoor in een afzonderlijke EU-begrotingslijn te voorzien, een EU-programma voor internationale mobiliteit te starten en een cultureel visumprogramma in te voeren.

Als medewetgever heeft het Parlement ingestemd met de voorstellen van de Commissie om het initiatief “Culturele Hoofdsteden van Europa” open te stellen voor EVA- en EER-landen en om 2018 uit te roepen tot Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed. Tijdens de vorige zittingsperiode heeft het gestalte gegeven aan het Europees erfgoedlabel en de richtlijn betreffende de teruggave van cultuurgoederen. Het Parlement besteedde aandacht aan cultureel erfgoed in zijn resolutie van 2015 getiteld “Naar een geïntegreerde aanpak van cultureel erfgoed voor Europa”, waarin het benadrukte dat het cultureel erfgoed een bijdrage levert aan economische groei en werkgelegenheid. Op 20 januari 2021 heeft het Parlement op basis van een initiatiefverslag van de commissie CULT een resolutie aangenomen over de ontwikkeling van doeltreffend beleid naar aanleiding van het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed. In de resolutie worden de Commissie en de lidstaten opgeroepen om meer actie te ondernemen om de taaldiversiteit in het digitale tijdperk te beschermen en te bevorderen, het cultureel erfgoed van minderheden in Europa op te nemen in elk beraad over het Europees erfgoed en traditionele Europese en pan-Europese culturele evenementen te ondersteunen.

Tijdens de onderhandelingen over de Creatief Europa-programma’s voor 2014-2020 en voor 2021-2027, alsook tijdens de jaarlijkse begrotingsprocedures, heeft het Parlement steeds gepleit voor meer begrotingsmiddelen voor de culturele en creatieve sector. Tijdens de onderhandelingen over de MFK’s voor 2014-2020 en voor 2021-2027, alsook tijdens de jaarlijkse begrotingsprocedures, heeft het Parlement zich steeds ingezet voor meer begrotingsmiddelen voor de culturele en creatieve sector, en voor het programma Creatief Europa in het bijzonder. In haar ontwerpadvies inzake het voorstel van de Commissie voor het nieuwe MFK 2021-2027, waarover in oktober 2018 werd gestemd, drong de Commissie cultuur en onderwijs aan op een verdubbeling van de middelen voor het nieuwe programma Creatief Europa (2021-2027). Op 14 december 2020 werd een akkoord bereikt om 2,2 miljard EUR aan financiering te garanderen voor het programma, wat een verhoging met 36 % betekent ten opzichte van de huidige begroting. In zijn amendementen op het Commissievoorstel betreffende het programma Creatief Europa 2021-2027 waarover in maart 2019 tijdens de plenaire vergadering werd gestemd, stelde het Parlement voor om de middelen via percentages aan de verschillende programmaonderdelen toe te kennen en niet via bedragen, en te voorzien in een bijzondere toewijzing voor samenwerkingsprojecten in de culturele sector. Daarnaast dienden de EP-leden amendementen in die tot doel hadden het concurrentievermogen van de creatieve markt beter te ondersteunen, meer inclusiviteit te bevorderen en het belang van cultuur voor de ontwikkeling van de samenlevingen en de burgers in Europa uit te dragen. Het akkoord tussen het Parlement en de Raad werd door CULT goedgekeurd tijdens haar vergadering van 11 januari 2021. Op 10 mei 2021 stemde de commissie CULT voor een aanbeveling om de tekst goed te keuren, die formeel tijdens de plenaire vergadering van 19 mei 2021 werd aangenomen.

Recentelijk hebben de leden van het Europees Parlement aangedrongen op adequate en gerichte financiële steun om de crisis in de culturele en creatieve sector als gevolg van de COVID-19-pandemie te verlichten en de werknemers in die sector te helpen. Dit punt is in mei 2021 aan de orde gesteld tijdens het plenair debat voorafgaand aan de eindstemming over het programma Creatief Europa 2021-2027. In een initiatiefverslag over de situatie van kunstenaars en het cultureel herstel in de EU, waarover in september 2021 in de commissie CULT werd gestemd, en in een overeenkomstige resolutie die op 20 oktober 2021 in de plenaire vergadering werd aangenomen, pleitten de leden van het Europees Parlement bovendien voor een “Europese beroepsstatus voor kunstenaars”. Hiermee zou een gemeenschappelijk kader worden vastgesteld voor arbeidsvoorwaarden en minimumnormen voor kunstenaars en cultuurwerkers in alle EU-landen.

Op 8 maart 2022 heeft het Parlement op basis van een resolutie van de commissie CULT een resolutie aangenomen over de rol van cultuur, onderwijs, media en sport bij racismebestrijding. In het verslag wordt de EU-landen verzocht maatregelen te nemen om de structurele oorzaken van racisme en discriminatie in de EU aan te pakken. Ook wordt de lidstaten verzocht overeenstemming te bereiken over de voorgestelde antidiscriminatierichtlijn die sinds 2008 in de Raad is geblokkeerd.

Tot slot heeft de commissie CULT op grond van de huidige situatie in Oekraïne verzocht om een studie over de bescherming van cultureel erfgoed tegen gewapende conflicten.

 

Katarzyna Anna Iskra