De interne markt: algemene beginselen
De interne markt is een ruimte van welvaart en vrijheid, die toegang geeft tot goederen, diensten, banen, zakelijke mogelijkheden en cultuur. Permanente inspanningen zorgen voor een verdere uitbreiding ervan, met voordelen voor consumenten en bedrijven in de EU. De digitale markt biedt mogelijkheden om de economie te stimuleren door middel van e-handel en beperkt de administratieve rompslomp door middel van e-governance. Er blijven echter nog uitdagingen bestaan, bijvoorbeeld door de manier waarop COVID-19 opnieuw belemmeringen heeft opgeworpen voor de vier vrijheden (vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen). De verordening inzake noodsituaties en veerkracht voor de interne markt van de EU, die lering trekt uit de pandemie, is bedoeld om het vrije verkeer van goederen, diensten en personen en de beschikbaarheid van essentiële goederen in stand te houden en de interne markt van de EU veerkrachtig te maken in geval van toekomstige crises.
Rechtsgrondslag
Artikel 4, lid 2, punt a), en de artikelen 26, 27, 114 en 115 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
Doelstellingen
Met de door het Verdrag van Rome in 1958 gestarte gemeenschappelijke markt werd beoogd de handelsbetrekkingen tussen de lidstaten te liberaliseren met het tweeledige doel de economische welvaart te doen toenemen en bij te dragen aan een “steeds hechter verbond tussen de Europese volkeren”. Bij de Europese Akte van 1986 werd de interne markt als doelstelling in het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap opgenomen en gedefinieerd als “een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd”.
Resultaten
A. De gemeenschappelijke markt van 1958
De gemeenschappelijke markt, het voornaamste doel van het Verdrag van Rome, is tot stand gekomen door de in 1968 voltooide douane-unie, de opheffing van contingenten, het vrije verkeer van burgers en werknemers en een zekere mate van belastingharmonisatie door de algemene invoering van de belasting over de toegevoegde waarde in 1970. De vrijheid van handel in goederen en diensten en de vrijheid van vestiging bleven echter beperkt ten gevolge van voortdurende concurrentieverstorende praktijken van de kant van overheden.
B. Start van de interne markt in de jaren tachtig en de Europese Akte
De aanvankelijke aanpak van gedetailleerde harmonisatie van de wetgeving en de vereiste van eenparigheid van stemmen in de Raad werden beschouwd als belemmeringen voor vooruitgang. Dit veranderde met de uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaken Dassonville (zaak 8/74) en Cassis de Dijon (zaak 120/78) in de jaren 1970, waarin bepaalde invoerbeperkingen onwettig werden geacht, waardoor wederzijdse erkenning werd ingevoerd. Deze uitspraken hebben het debat over de intracommunautaire handel nieuw leven ingeblazen en de Europese Economische Gemeenschap ertoe aangezet de interne markt tot stand te brengen.
Bij de Europese Akte, die op 1 juli 1987 in werking trad, werd vastgesteld dat de interne markt uiterlijk op 31 december 1992 moest zijn voltooid. Tevens werd het besluitvormingsmechanisme voor de internemarktwetgeving versterkt door de introductie van stemming met gekwalificeerde meerderheid voor het gemeenschappelijk douanetarief, het vrij verrichten van diensten, het vrije verkeer van kapitaal en de onderlinge aanpassing van nationale wetgeving. Op de gestelde datum was meer dan 90 % van de in het Witboek van 1985 opgesomde wetgevingsprojecten aangenomen, grotendeels met toepassing van de meerderheidsregel.
C. Naar een gedeelde verantwoordelijkheid voor het voltooien van de interne markt 2003-2010
De interne markt heeft sterk bijgedragen aan de welvaart en integratie van de economie van de EU. De nieuwe internemarktstrategie voor de periode 2003-2010 was gericht op het bevorderen van het vrije verkeer van goederen, de integratie van de dienstenmarkten, het verminderen van het effect van fiscale belemmeringen en het vereenvoudigen van het regelgevingskader. Aanzienlijke vorderingen werden gemaakt met betrekking tot de openstelling van de sectoren transport, telecommunicatie, elektriciteit, gas en postdiensten.
D. De herstart van de interne markt in 2010
Om de Europese eengemaakte markt een nieuwe impuls te geven en burgers, consumenten en kleine en middelgrote bedrijven (kmo’s) centraal te plaatsen in het internemarktbeleid publiceerde de Commissie in oktober 2010 een mededeling getiteld “Naar een Single Market Act” (COM(2010)0608). Een reeks maatregelen werd voorgesteld om de EU-economie te stimuleren en banen te scheppen, waarmee voor een ambitieuzer beleid voor de eengemaakte markt gekozen werd.
In oktober 2012 presenteerde de Commissie de Single Market Act II (COM(2012)0573) om de interne markt verder te ontwikkelen en het onbenutte potentieel ervan te benutten als motor voor groei. De Single Market Act II bevatte twaalf essentiële maatregelen voor vier belangrijke factoren die snel door de EU-instellingen moesten worden goedgekeurd. 1) geïntegreerde netwerken; 2) grensoverschrijdende mobiliteit van burgers en ondernemingen; 3) de digitale economie; en 4) acties ter versterking van de cohesie en de voordelen voor de consument.
In een mededeling getiteld “Betere governance van de interne markt” (COM(2012)0259) stelde de Commissie horizontale maatregelen voor, bijvoorbeeld een nadruk op duidelijke, gemakkelijk ten uitvoer te leggen nieuwe regelgeving, een beter gebruik van de bestaande IT-instrumenten om het voor de betrokkenen gemakkelijker te maken hun internemarktrechten uit te oefenen en de oprichting van nationale centra om de werking van de interne markt te controleren. Monitoring is een integrerend onderdeel van de jaarlijkse verslagen over de integratie van de interne markt in het kader van het proces van het Europees semester.
Op 28 oktober 2015 publiceerde de Commissie een mededeling getiteld “De eengemaakte markt verbeteren: meer mogelijkheden voor mensen en ondernemingen” (COM(2015)0550). Deze was gericht op het bieden van praktische voordelen voor mensen en het vergroten van de kansen voor consumenten en bedrijven. Dit ondersteunde de inspanningen van de Commissie om de investeringen te verhogen, het potentieel van de digitale eengemaakte markt te benutten en het concurrentievermogen te vergroten. De strategie was ook gericht op een goed functionerende energiemarkt en op het bevorderen van arbeidsmobiliteit zonder misbruik van de regels. Daarnaast werd op 17 april 2019 Richtlijn (EU) 2019/633 inzake oneerlijke handelspraktijken vastgesteld.
In mei 2015 heeft de Commissie een strategie voor een digitale eengemaakte markt (COM(2015)0192) goedgekeurd waarin een intensief wetgevingsprogramma vastgesteld is voor de opbouw van een Europese digitale economie, voortgezet in de Agenda voor Europa. In de Agenda voor Europa uit 2019 van Ursula von der Leyen stelde de Commissie in haar praktische richtsnoeren de versterking van de digitale eengemaakte markt centraal. Dit engagement werd hernieuwd in het strategisch document van de Commissie getiteld “De digitale toekomst van Europa vormgeven” van februari 2020, waarin wordt uiteengezet hoe de voltooiing van de digitale eengemaakte markt moet worden verwezenlijkt. Concreet moet dit gebeuren door een Europese interne markt voor gegevens tot stand te brengen en door een gelijk speelveld on- en offline te creëren door middel van consistente regelgeving.
Tijdens de COVID-19-pandemie wees de Commissie er in haar mededeling getiteld “Het moment van Europa: herstel en voorbereiding voor de volgende generatie” op dat de digitalisering van de eengemaakte markt een cruciale rol zou spelen voor het uiteindelijke herstel van de Unie. Dit herstel is gebaseerd op vier elementen: 1) investeringen in betere connectiviteit; 2) een sterkere industriële en technologische aanwezigheid op strategische punten van de toeleveringsketen (bv. AI, cyberbeveiliging, cloudinfrastructuur, 5G); 3) een echte data-economie en gemeenschappelijke Europese gegevensruimten; en 4) een eerlijker een eenvoudiger ondernemingsklimaat.
De rol van het Europees Parlement
A. Algemeen
Het Parlement was de drijvende kracht achter het proces dat heeft geleid tot de invoering van de interne markt. Met name onderschreef het Parlement in zijn resolutie van 20 november 1997 het idee om de interne markt vóór 2002 om te vormen tot een volledig geïntegreerde eengemaakte markt. In verschillende in 2006 aangenomen resoluties (12 februari, 14 februari, 16 mei en 6 juli) onderschreef het Europees Parlement het uitgangspunt dat de interne markt een gemeenschappelijk kader en referentiepunt moet zijn voor veel EU-beleid.
Het Europees Parlement heeft ook een actieve rol gespeeld bij de herstart van de interne markt. In zijn resolutie van 20 mei 2010 over het verwezenlijken van een eengemaakte markt voor consumenten en burgers, benadrukte het Parlement dat maatregelen moeten worden genomen om consumenten en kmo’s beter te informeren en hun positie te versterken, en het vertrouwen van de burgers te vergroten. Daarnaast heeft het Parlement op de Single Market Act gereageerd met drie op 6 april 2011 aangenomen resoluties: “Governance en partnerschap op de interne markt”, “Een interne markt voor Europeanen” en “Een interne markt voor ondernemingen en groei”.
Even actief was het Parlement op het gebied van de governance van de eengemaakte markt. Het nam op 7 februari 2013 een resolutie aan met aanbevelingen aan de Commissie betreffende de governance van de interne markt, waarin wordt voorzien in een governancecyclus van de interne markt als specifieke pijler in het kader van het Europees semester. Voorts heeft het Parlement op 25 februari 2014 een resolutie aangenomen over de governance van de interne markt binnen het Europees semester 2014, gevolgd door zijn resolutie van 27 februari 2014 inzake SOLVIT, de in heel Europa beschikbare dienst die voorziet in oplossingen voor problemen in verband met het recht van de Unie. Vervolgens nam het Parlement op 12 april 2016 een resolutie aan getiteld “Naar een verbeterde regelgeving inzake de interne markt”.
In onderzoek van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (IMCO) uit 2016 wordt benadrukt dat de economie van de EU verschuift in de richting van digitaal, groen en sociaal beleid[1]. Op basis hiervan drong het Parlement aan op een meer innovatieve, diepere en eerlijkere eengemaakte markt. Ter verbetering van de online toegankelijkheid tot informatie en diensten voor burgers en bedrijven heeft het Parlement op 13 september 2018 zijn standpunt in eerste lezing vastgesteld over het voorstel voor een digitale toegangspoort. Bedrijven, vooral in andere EU-lidstaten, vinden het vaak moeilijk om de toepasselijke regels te begrijpen. De digitale toegangspoort is bedoeld om te helpen. Verordening (EU) 2018/1724 is vastgesteld op 2 oktober 2018, met verschillende toepassingsdata tot 12 december 2023.
Uit onderzoek in 2019 blijkt dat de beginselen van vrij verkeer van goederen en diensten en de wetgeving op dit gebied jaarlijks naar schatting 985 miljard EUR aan voordelen opleveren[2]. In een studie van november 2020, getiteld “Legal obstacles in Member States to Single Market rules”[3], werd evenwel vastgesteld dat de eengemaakte markt van de EU weliswaar een zeer geslaagd geval van marktintegratie was, maar dat er in de lidstaten nog steeds obstakels zijn die verhinderen dat het potentieel van de eengemaakte markt ten volle wordt benut. In de studie werd opgeroepen tot een meer lokale toetsing van voorgestelde nationale regels die mogelijk in strijd zijn met de regels en beginselen van de eengemaakte markt.
Een van die conflictgebieden is het vrije verkeer van diensten. Op 20 januari 2021 keurde het Parlement een resolutie goed over het versterken van de eengemaakte markt, waarin het benadrukt dat de regels van de eengemaakte markt voor diensten moeten worden toegepast en dat de handhavingsmaatregelen van de Commissie moeten worden verbeterd.
Het Parlement heeft de voordelen erkend van een kader voor e-overheid, dat de administratieve processen stroomlijnt, de kwaliteit van de dienstverlening verbetert en de efficiëntie van de publieke sector bevordert. Digitale overheidsdiensten zijn bedoeld om de administratieve lasten te verlichten, de interactie met de overheid te versnellen en de kosten te verlagen, waardoor de economische en sociale voordelen van de eengemaakte markt worden gestimuleerd. Bijgevolg heeft de Commissie IMCO een eindverslag aangenomen met strategieën om de digitalisering van overheidsdiensten te versnellen, dat het Parlement vervolgens op 18 april 2023 heeft goedgekeurd.
B. Te boven komen door de eengemaakte markt van COVID-19
De COVID-19-pandemie heeft grote gevolgen gehad voor het vrije verkeer van goederen op de interne markt. In deze context keurde het Parlement op 17 april 2020 een resolutie goed over gecoördineerde EU-maatregelen om de COVID-19-pandemie en de gevolgen ervan te bestrijden, waarin het erop wees dat de interne markt de bron is van onze collectieve welvaart en ons collectieve welzijn, en een wezenlijk element is van de onmiddellijke en aanhoudende respons op de COVID-19-uitbraak. In een webinar van de Commissie IMCO van november 2020[4] werd de impact van COVID-19 op de interne markt en consumentenbescherming geanalyseerd en werden suggesties gedaan wat kan worden ondernomen om een goed werkende interne markt nu en in toekomstige crises te waarborgen.
Op 22 februari 2021 werd in de Commissie IMCO een studie[5] over hetzelfde onderwerp gepresenteerd. Uit het onderzoek is gebleken dat de initiële sluiting van de grenzen en andere maatregelen van de lidstaten niet alleen het vrije verkeer van goederen, maar ook dat van diensten en personen binnen de interne markt aanzienlijk hebben beperkt. In dezelfde maand heeft het Parlement samen met de Raad de faciliteit voor herstel en veerkracht ingesteld, die stelt dat het duurzame herstel van een goed functionerende interne markt moet worden verwezenlijkt met de betrokkenheid van robuuste kmo’s. De resolutie van het Parlement van 17 februari 2022 over het aanpakken van niet-tarifaire en niet-fiscale belemmeringen op de eengemaakte markt is in dit verband zeer relevant, aangezien het niet alleen betrekking heeft op algemene en hardnekkige belemmeringen voor de vrijheid van goederen en diensten, maar ook specifiek ingaat op de vraag hoe COVID-19 en beleidsreacties op de pandemie een belemmering vormden voor de vier vrijheden.
C. De digitale eengemaakte markt (2.1.7)
Net als de Commissie heeft het Parlement de afgelopen 10 jaar steeds meer aandacht besteed aan de uit de digitalisering voortvloeiende uitdagingen en kansen voor de eengemaakte markt. Op 11 december 2012 nam het Parlement twee niet-wetgevingsresoluties met betrekking tot de interne markt aan: een resolutie inzake het voltooien van de digitale eengemaakte markt en een andere over een strategie voor digitale vrijheid in het buitenlandbeleid van de EU. In deze resoluties wordt gepleit voor digitale vrijheid in het buitenlands beleid van de EU en wordt de nadruk gelegd op netneutraliteit, om ervoor te zorgen dat aanbieders het internetgebruik niet op oneerlijke wijze beperken. De resoluties hadden tot doel het beleid inzake de digitale markt in de hele EU te harmoniseren. Dit initiatief heeft geleid tot wetgevingsmaatregelen voor een eengemaakte markt voor elektronische communicatie, met inbegrip van netneutraliteit en de afschaffing van roamingtarieven.
Op 20 mei 2021 keurde het Parlement een resolutie over de digitale toekomst van Europa goed, waarin het de kritieke rol van de digitale ontwikkelingen op de eengemaakte markt onderkent en aangeeft dat de obstakels die de werking van de digitale eengemaakte markt bemoeilijken, moeten worden geëlimineerd. De digitalemarktenverordening Digital Markets Act (DMA) en de digitaledienstenverordening Digital Services Act (DSA) dragen bij tot een concurrerende, billijke, geharmoniseerde en veiliger digitale eengemaakte markt. In een reeks studies van beleidsondersteunende afdeling Economische Zaken, Wetenschapsbeleid en Levenskwaliteit werd gekeken naar de kansen en uitdagingen voor de digitale eengemaakte markt in het licht van de DMA en de DSA.
In oktober 2022 organiseerde de Commissie IMCO een hoorzitting ter gelegenheid van de 30e verjaardag van de interne markt van de EU en de realisaties hiervan. Gezien de huidige moeilijke situatie benadrukten de sprekers ook hoe belangrijk het is om verder groeipotentieel na te streven en de eengemaakte markt te consolideren, waarbij zij wezen op het wetgevingsvoorstel over het noodinstrument voor de eengemaakte markt.
Op 23 november 2022 ondertekenden het Parlement en de Raad Verordening (EU) 2022/2399 betreffende de éénloketomgeving van de EU voor de douane. De verordening beoogt de internationale handel te vergemakkelijken door de administratieve rompslomp en kosten te verminderen met behulp van digitale instrumenten. Ondernemingen en handelaren zullen in een gegeven lidstaat de douane- en niet-douanegegevens die nodig zijn voor de inklaring van goederen, kunnen indienen en formaliteiten kunnen afwikkelen bij één loket.
In juli 2023 hechtte IMCO in haar verslag over het voorstel voor een verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt haar goedkeuring aan het noodinstrument voor de eengemaakte markt, waarbij zij voorstelde de titel ervan te veranderen in “Verordening tot vaststelling van maatregelen voor noodsituaties op en ter vergroting van de veerkracht van de interne markt”, om beter voorbereid te zijn op toekomstige crises. Deze wetgeving, die geïnspireerd is op de uitdagingen als gevolg van de pandemie, is bedoeld om het vrije verkeer binnen de EU te beschermen en stelt verschillende alarmniveaus vast om dreigende crises proactief te beheren. De Commissie zou op basis hiervan toezicht houden op de crisismaatregelen van de lidstaten met het oog op het waarborgen van consistentie en wettigheid, en bij sluiting van de grenzen versnelde routes vaststellen voor kritieke werknemers en goederen. Daarnaast zou zij de bevoegdheid krijgt om prioritaire bestellingen voor essentiële goederen uit te vaardigen, met het oog op het voorkomen van tekorten. Na het bereiken van een interinstitutioneel akkoord in februari heeft het Parlement op 24 april 2024 zijn standpunt over het voorstel voor een verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt vastgesteld.
In oktober 2023 werd een studie over markttoezicht in de EU gepubliceerd; waarin werd benadrukt dat markttoezichtautoriteiten een cruciale rol spelen bij de bescherming van consumenten door ervoor te zorgen dat producten voldoen aan de gezondheids-, veiligheids- en milieunormen. Er worden lacunes in het markttoezicht in vastgesteld die nog worden verergerd door de groei van de elektronische handel en door de pandemie, bijvoorbeeld wat de traceerbaarheid van producten betreft en de uitdaging om onlineverkoop te monitoren. Belangrijke aanbevelingen zijn onder meer het uitbreiden van de testvoorzieningen in de EU, het versterken van de digitale infrastructuur, het vergroten van de verantwoordingsplicht voor onlinemarktplaatsen en het verbeteren van de grensoverschrijdende samenwerking en informatie-uitwisseling tussen markttoezichtautoriteiten en douaneautoriteiten. Deze maatregelen zijn erop gericht de praktijken op het gebied van markttoezicht te harmoniseren, het toezicht op online verkochte producten te verbeteren door onlinemarktplaatsen te verplichten maatregelen uit te voeren om de naleving van de EU-regelgeving te waarborgen en een consistente consumentenbescherming in de hele EU te waarborgen.
Meer informatie over dit onderwerp vindt u op de website van de Commissie interne markt en consumentenbescherming.
Barbara Martinello