Interfractiewerkgroepen in het Europees Parlement

Interfractiewerkgroepen zijn een forum voor informele gedachtewisselingen tussen verschillende fracties over specifieke kwesties en voor contacten tussen leden van het Europees Parlement en het maatschappelijk middenveld. Elke interfractiewerkgroep bestaat uit EP-leden van ten minste drie verschillende fracties.

Interfractiewerkgroepen zijn geen officiële organen van het Parlement, maar worden wel door het Parlement erkend. Ze worden aan het begin van elke zittingsperiode in onderling overleg tussen de fractievoorzitters opgericht.

Lijst van interfractiewerkgroepen

Dit is de lijst van interfractiewerkgroepen voor de huidige zittingsperiode. Interfractiewerkgroepen mogen niet worden verward met niet-officiële groeperingen of vriendschapsgroepen, die niet officieel worden erkend en daarom niet in deze lijst zijn opgenomen.

Regeling van interfractiewerkgroepen

De interfractiewerkgroepen worden geregeld in artikel 35 van het Reglement en andere interne regels.

Omwille van de transparantie mogen alleen belangenvertegenwoordigers die in het transparantieregister staan, deelnemen aan de activiteiten die door de interfractiewerkgroepen in het Parlement worden georganiseerd (d.w.z. het bijwonen, ondersteunen of mede-organiseren van vergaderingen of evenementen). Daarnaast moet elke interfractiewerkgroep een jaarlijkse opgave van financiële belangen publiceren, waarin alle in geld of in natura ontvangen steun (financiën, personeel en materiaal) wordt vermeld.

Bovendien is het interfractiewerkgroepen verboden om:

  • namen of logo’s van het Parlement of de fracties te gebruiken;
  • namens het Parlement een mening te geven;
  • activiteiten uit te oefenen die kunnen worden verward met de officiële activiteiten van het Parlement of parlementaire organen;
  • activiteiten uit te oefenen die een negatief effect kunnen hebben op de betrekkingen met EU-instellingen of derde landen; en
  • evenementen in derde landen te organiseren die samenvallen met een missie van een officieel orgaan van het Parlement, met inbegrip van verkiezingswaarnemingsmissies.

De quaestoren zijn verantwoordelijk voor het toezicht op interfractiewerkgroepen.

Niet-officiële groeperingen

Niet-officiële groeperingen zijn qua werkingssfeer en doel vergelijkbaar met interfractiewerkgroepen, maar behandelen andere onderwerpen dan de erkende interfractiewerkgroepen. Zij hebben geen juridische bestaansvorm en worden niet erkend door het Parlement. Het Parlement verzamelt geen informatie over niet-officiële groeperingen en hun leden.

EP-leden die externe steun ontvangen in het kader van een niet-officiële groepering, moeten dit vermelden in hun opgave van particuliere belangen. Deze informatie is gecentraliseerd in het openbare register hieronder.

Niet-officiële groeperingen vallen onder artikel 36 van het Reglement. Voor hen gelden dezelfde beperkingen met betrekking tot hun activiteiten als voor interfractiewerkgroepen. Daarnaast kunnen niet-officiële groeperingen die zich bezighouden met derde landen waarvoor in het Parlement een delegatie bestaat voor hun activiteiten geen gebruik maken van faciliteiten van het Parlement (vergaderzalen, vertolking enz.).

Register van niet-officiële groeperingen die opgave doen van ontvangen steun