Europees Parlement
in actie
Blikvangers 1999-2004

 
Het Europees Parlement
Hervorming van de EU
Uitbreiding
Rechten van de burger
Justitie en Binnenlandse Zaken
Externe betrekkingen
Milieu / Consumenten-
bescherming
Vervoer / Regionaal beleid
Landbouw / Visserij
Economisch
en monetair beleid
Sociaal- en werkgelegenheidsbeleid /
Rechten van de Vrouw
Werkgelegenheidsstrategie
Bescherming
van werknemers
Gelijke rechten op het werk
Gezondheid en veiligheid
op het werk
Vrouwen en gezondheid
Arbeidstijd
Socialezekerheidsstelsels
Vrouw en maatschappij
Interne markt / Industrie / Energie / Onderzoek
 

EPP-ED PSE Group ELDR GUE/NGL The Greens| European Free Alliance UEN EDD/PDE

> Press Release (Herman Schmid)
> Report (Herman Schmid) - 22/5/2003 - Employment Guidelines
> Plenary Speech (Herman Schmid)
> Report (Herman Schmid) 31/5/2002 - Strengthening the local dimension of the EES
> Report (Herman Schmid) 12/9/2002 - Assessment of the 1st 5 years of the employment strategy


Europese strategie voor de werkgelegenheid

Sociale zaken en werkgelegenheidsbeleid zijn lange tijd het ondergeschoven kindje geweest van de Europese integratiepolitiek, die altijd de prioriteit heeft gelegd bij het economisch beleid. Maar geleidelijk wordt de achterstand ingelopen. Vooral met het Verdrag van Amsterdam van 1997 is de werkgelegenheid een belangrijk thema geworden van het communautaire beleid. In 1997 is ook de Europese strategie voor de werkgelegenheid (ESW) van start gegaan: in dit kader coördineren de lidstaten hun werkgelegenheidsmaatregelen. De richtsnoeren voor dit beleid worden jaarlijks voorgelegd aan het Parlement, dat zo zijn prioriteiten kan laten gelden: het scheppen van nieuwe, goede banen en non-discriminatie van vrouwen of oudere werknemers.

In november 2003 waren 14,3 miljoen Europeanen in de Unie van 15 lidstaten werkloos, oftewel 8% van de actieve bevolking. In de nieuwe lidstaten is de situatie nog erger: daar bedraagt de gemiddelde werkloosheid 14,4 %. Reden genoeg om een zich nog meer in te spannen voor de sociale cohesie van de Unie. Want vanaf 1 mei 2004 maken de nieuwe lidstaten volledig deel uit van de Europese strategie voor de werkgelegenheid, waarin de cohesie een sleutelrol speelt.

Een collectieve bewustwording

Ook al lopen de concrete situaties in de lidstaten uiteen, elke regering ziet zich voor dezelfde soort problemen geplaatst: vergrijzing van de bevolking, welvaartsverschillen tussen de regio's, noodzaak om continuïteit van de sociale verzekering te waarborgen terwijl het economisch tij niet altijd mee zit... Het Europese sociaal model wordt soms bekritiseerd maar blijft met betrekking tot deze uitdagingen een gemeenschappelijk referentiepunt, en wordt ook bevestigd in de ontwerpgrondwet die is opgesteld door de Conventie. Dit model omvat velerlei aspecten zoals onderwijs en opleiding, non-discriminatie, overleg tussen werkgevers en werknemers, pensioenverzekering en sociale verzekering.

Met het oog op de handhaving en modernisering van dit model en de bevordering van de werkgelegenheid en de sociale insluiting hebben de lidstaten op een speciale Europese Top in Luxemburg in 1997 hun goedkeuring gehecht aan de Europese strategie voor de werkgelegenheid (ESW). Deze strategie is gericht op de bevordering van de convergentie van het arbeidsmarktbeleid en de structurele verbetering van deze markten alsook op het scheppen van meer en betere banen.

Tijdens de Top van Lissabon in maart 2000 is besloten een ingrijpender beleid te gaan voeren, dat niet alleen beoogt van Europa de meest concurrerende economie ter wereld te maken maar ook een economie die in staat is tot een duurzame groei en gepaard gaat met een kwantitatieve en kwalitatieve verbetering van de werkgelegenheid en een grotere sociale samenhang. Het doel dat men zich heeft gesteld is volledige werkgelegenheid.

Een bemoedigend resultaat, maar het doel is nog niet bereikt

In 2002 wordt een eerste balans van de ESW opgemaakt. De resultaten zijn bemoedigend: de totale arbeidsparticipatie is gestegen van 62,4% in 1999 naar 64,2% in 2002, maar blijft nog steeds te laag. In de toetredingslanden bedroeg de arbeidsparticipatie in 2002 56,1%. Het doel dat men zich in Lissabon heeft gesteld is om voor de hele Unie 70% te bereiken in 2010. In 2003 halen vier landen dit cijfer: Denemarken, Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Naar aanleiding van de eerste evaluatie in 2002 is tevens besloten de inspanningen te richten op drie hoofddoelen: volledige werkgelegenheid, arbeidskwaliteit en productiviteit, cohesie en maatschappelijke integratie.

Veel lidstaten worden geconfronteerd met langdurige werkloosheid, waardoor mensen op den duur uitgerangeerd worden. In 2002 was 3% van de actieve bevolking van de Unie langer dan 12 maanden werkloos. De Europese Strategie stimuleert de lidstaten om actieve maatregelen te nemen die ervoor moeten zorgen dat alle werklozen voor de twaalfde maand van de werkloosheid, en jongeren voor de zesde maand, een nieuwe start kunnen maken via een opleiding of omscholing.

De prioriteiten van het Parlement

Het Europees Parlement spreekt zich elk jaar uit over de richtsnoeren. Het laatste verslag ging vooral in op de noodzakelijke uitbreiding van kinderopvang (om een van de barrières te slechten die vrouwen ervan weerhoudt te gaan werken), ontwikkeling van plaatselijke en regionale strategieën, verlaging van de fiscale lasten (vooral voor het MKB), scholing binnen bedrijven, opleiding van oudere werknemers en terugdringen van zwart werk.

Het Parlement heeft er steeds op gewezen dat het niet voldoende is om banen te creëren maar dat ook gelet moet worden op de kwaliteit van deze banen. Dit aspect is in de strategie opgenomen. De lidstaten hebben toegezegd meer te gaan investeren in menselijke hulpbronnen, opleiding en permanente educatie, volgens de wens die het EP herhaaldelijk naar voren heeft gebracht. Een van de huidige doelstellingen is dat in 2010 het percentage personen van 22 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd ten minste 85% bedraagt.

Maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke integratie moeten gesteund worden met voldoende financiële middelen. Daarnaast moet het opleidingenbeleid inspelen op de behoeften van de mensen die het meeste kans lopen op maatschappelijke uitsluiting: ouderen, gehandicapten en migranten. Volgens de strategie van Lissabon moet de arbeidsparticipatie van oudere werknemers (van 55 tot 64 jaar) omhoog met 50 % in 2010. In 2003 hebben 4 landen (Denemarken, Portugal, Zweden en het Verenigd Koninkrijk) deze doelstelling gehaald, maar in 5 andere landen blijft de participatiegraad onder oudere werknemers onder de 33%. In de toetredende landen ligt het percentage op 30,6% in 2002.

Sinds jaar en dag dringt het Parlement aan op meer maatregelen om de voortdurende ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt aan te pakken. In november 2003 bedroeg de werkloosheid onder vrouwen 8,9 % en onder mannen 7,3 % in de EU-15. In 2001 werkte een op de zes vrouwen tussen de 25 en de 54 jaar niet buitenshuis vanwege gezinstaken. De Europese strategie mikt op een arbeidsparticipatie van vrouwen van meer dan 60% in 2010. In 2003 wordt deze doelstelling slechts in vier landen gehaald, namelijk Denemarken, Nederland, Oostenrijk en Portugal (zie ook onze informatie over gelijke rechten op het werk).

Is coördinatie van maatregelen wel genoeg?

De vrijwillige coördinatie tussen de lidstaten van maatregelen op bepaalde terreinen zonder dat bindende Europese wetgeving wordt vastgelegd - op een gebied waar vooral een nationale en regionale competentie geldt - wordt "open coördinatiemethode" genoemd. Dit soort coördinatie wordt ook toegepast bij het economisch beleid. In een verslag in 2003 heeft het Europees Parlement zijn bedenkingen uitgesproken over het gebrek aan democratische controle van deze procedure, waarin het EP geen rol heeft. Daarom heeft het Parlement erop aangedrongen dat in het primaire recht deze methode een duidelijke plaats krijgt naast de andere communautaire instrumenten, en dat ook de rol van de verschillende betrokkenen wordt verduidelijkt.

Voor het EP heeft de ontwerpgrondwet op dit punt geen bevredigend antwoord gegeven. Weliswaar besteedt het ontwerp veel aandacht aan zaken als werkgelegenheid, gelijke kansen voor mannen en vrouwen en duurzame ontwikkeling maar de open coördinatiemethode is onverkort gehandhaafd, zonder deelname van het EP. En inzake de eigenlijke richtsnoeren heeft het Parlement nog steeds niet meer dan een adviserende rol.



  
Rapporteurs:
  
Uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid in de lidstaten: Herman Schmid (GUE/NGL, S)
Uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid in de lidstaten in 2002: Barbara Weiler (PES, D)
Uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid in de lidstaten in 2001: Luigi Cocilovo (EPP-ED, I)
Uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid in de lidstaten in 2000: Winfried Menrad (EPP-ED, D)
Werkgelegenheid: richtsnoeren voor 2002 - Gezamenlijk verslag 2001: Barbara Weiler (PES, D)
Werkgelegenheidsbeleid in 2001 - Gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2000: Luigi Cocilovo (EPP-ED, I)
Maatschappelijke integratie: Ilda Figueiredo (GUE/NGL, P)
Open coördinatiemethode: Miet Smet (EPP-ED, B)
  
Overzicht van de wetgveingsprocedure
  
Uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid in de lidstaten
Uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid in de lidstaten in 2002
Uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid in de lidstaten in 2001
Uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid in de lidstaten in 2000
Werkgelegenheid: richtsnoeren voor 2002 - Gezamenlijk verslag 2001
Werkgelegenheidsbeleid in 2001 - Gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2000
Maatschappelijke integratie
Open coördinatiemethode
  
Publicatieblad - wetsbesluiten
  
Uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid in de lidstaten
Uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid in de lidstaten in 2002
Uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid in de lidstaten in 2001
Uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid in de lidstaten in 2000
Werkgelegenheid: richtsnoeren voor 2002 - Gezamenlijk verslag 2001 - door het Parlement aangenomen tekst
Werkgelegenheidsbeleid in 2001 - Gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2000 - door het Parlement aangenomen tekst
Maatschappelijke integratie
Open coördinatiemethode- door het Parlement aangenomen tekst

 

 

 
  Publishing deadline: 2 April 2004