Europees Parlement
in actie
Blikvangers 1999-2004

 
Het Europees Parlement
Hervorming van de EU
Uitbreiding
Rechten van de burger
Justitie en Binnenlandse Zaken
Externe betrekkingen
Milieu / Consumenten-
bescherming
Vervoer / Regionaal beleid
Landbouw / Visserij
Economisch
en monetair beleid
Sociaal- en werkgelegenheidsbeleid /
Rechten van de Vrouw
Werkgelegenheidsstrategie
Bescherming
van werknemers
Gelijke rechten op het werk
Gezondheid en veiligheid
op het werk
Vrouwen en gezondheid
Arbeidstijd
Socialezekerheidsstelsels
Vrouw en maatschappij
Interne markt / Industrie / Energie / Onderzoek
 

EPP-ED PSE Group ELDR GUE/NGL The Greens| European Free Alliance UEN EDD/PDE

> Better funding for public health
> Hygiene and health: two important topics in life
> Research in Europe
> Employment Policy


Meer veiligheid en betere bescherming van de gezondheid op het werk

Elk jaar zijn ongeveer 1000 Europeanen het slachtoffer van een dodelijke val op de werkplek. Ook komen jaarlijks werknemers om bij explosies. Tienduizenden werknemers leiden onder de gevolgen van blootstelling aan lawaai, trillingen of kankerverwekkende stoffen als asbest. De Europese Unie kan minimumnormen vaststellen ter verbetering van de veiligheid en gezondheid van werknemers. In de nu ten einde lopende zittingsperiode hebben verscheidene richtlijnen hebben het licht gezien en is het Europees Parlement er vaak in geslaagd de voorgestelde bepalingen aan te scherpen in het voordeel van de werknemers.
Ook al is het aantal ongevallen op de werkplek tussen 1994 en 1998 met bijna 10% gedaald, toch blijven de cijfers hoog: jaarlijks bijna 5500 doden en 4,8 miljoen arbeidsongevallen met een daaruit voortvloeiende arbeidsongeschiktheid van meer dan drie dagen. Verscheidene nieuwe richtlijnen hebben de geldende communautaire wetgeving aangescherpt. Zij bevatten minimale voorschriften, met dien verstande dat de lidstaten de vrijheid behouden om strengere maatregelen te treffen.

Asbest:

Longkanker en longvlieskanker komen bij personen die zijn blootgesteld aan asbest respectievelijk tien en twintig keer vaker voor dan bij de rest van de bevolking. Sommige studies voorspellen dat de komende 30 jaar verscheidene honderdduizenden werknemers zullen worden getroffen door de gevolgen op lange termijn van het inademen van asbest. In 2002 zijn nieuwe Europese voorschriften vastgesteld. Deze zijn een aanvulling op en versterking van de eerste voorschriften, die dateren van 1983, en zullen uiterlijk april 2006 moeten zijn omgezet in nationale wetgeving. Vanaf deze datum zijn alle werkzaamheden die werknemers blootstellen aan asbestvezels verboden, met uitzondering van sloopwerkzaamheden en werkzaamheden in verband met het opruimen van afval van asbestsanering.

Op aandringen van het Parlement zijn de limietwaarden voor blootstelling van werknemers aanzienlijk verlaagd, zijn preventiemaatregelen aangescherpt en is de opleiding verbeterd. De leden van het Europees Parlement hebben ook weten te bereiken dat is voorzien in bijzondere rustperioden in verband met de bijzonder zware arbeidsomstandigheden die het verplicht dragen van een ademhalingsmasker met zich meebrengt. Voor het eerst heeft het Parlement in een richtlijn over de veiligheid van werknemers gedaan gekregen dat de lidstaten zorgen voor "doelmatige, evenredige en ontmoedigende" straffen in geval van overtreding van de regels.

Lawaai: maximum 87 decibel

Blootstelling aan lawaai kan het gehoor beschadigen maar brengt ook risico's met zich mee voor de algemene gezondheid van werknemers. Lawaai vergroot daarnaast het risico van ongevallen, aangezien waarschuwingssignalen of mechanische storingen soms niet kunnen worden gehoord. Volgens een studie van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk wordt 28% van de communautaire werknemers blootgesteld aan een zodanig lawaainiveau dat gesprekken worden bemoeilijkt. In 2002 heeft het Parlement een richtlijn goedgekeurd die de dagelijkse blootstellingslimiet vaststelt op 87 decibel, een waarde die lager ligt dan aanvankelijk was voorgesteld. Voorts brengt deze richtlijn bepaalde verplichtingen met zich mee voor de werkgever. De parlementsleden hebben tevens bereikt dat werknemers worden onderworpen aan een preventief audiometrisch onderzoek en dat zij in een eerder stadium dan aanvankelijk door de Raad was voorzien in aanmerking komen voor individuele gehoorbescherming. Het Parlement heeft daarnaast een bepaling geïntroduceerd die recht doet aan de specifieke kenmerken van de muziek- en vermaakssector.
 
Een op de vier werknemers krijgt te maken met trillingen
In de aanloop naar een nieuwe Europese wetgeving kwam uit gegevens naar voren dat 24% van de werknemers in de Unie te maken krijgt met trillingen. In steengroeven of kolenmijnen, in de bouw, in het vervoer of in de landbouw kunnen mechanische trillingen van werktuigen of motoren leiden tot gewrichtsklachten, neurologische problemen of kwetsuren aan de wervelkolom. De in 2002 vastgestelde richtlijn zal in juli 2005 moeten zijn omgezet in nationale wetgeving. In deze richtlijn worden de limietwaarden vastgesteld voor trillingen die worden overgebracht op handen, armen en het lichaam in zijn geheel. Het EP heeft een verlaging bewerkstelligd van de toegestane drempelwaarden en heeft tevens nieuwe verplichtingen geïntroduceerd met betrekking tot voorlichting van de werknemers en controle op hun gezondheid.

Explosiegevaar

Een nieuwe richtlijn, die in 1999 werd vastgesteld en in juni 2003 moest zijn omgezet in nationale wetgeving, legt de minimale voorschriften vast voor verbetering van de bescherming van werknemers die zijn blootgesteld aan explosiegevaar, en harmoniseert deze voorschriften. Deze richtlijn biedt voor het bedrijfsleven een kader voor bescherming tegen explosies en bevat een aantal verplichtingen voor werkgevers op het gebied van veiligheid, controle, risico-evaluatie en classificering van risicozones. Zo wordt in de richtlijn bijvoorbeeld een Europees waarschuwingsbord voor gevaarlijke zones verplicht gesteld. Overeenkomstig de wens van het Parlement moet de Commissie richtsnoeren vastleggen in een leidraad van best practice, waarmee de lidstaten zoveel mogelijk rekening moeten houden bij de formulering van hun veiligheidsbeleid op dit gebied.
 
500.000 vallen per jaar
Bijna 10% van alle ongelukken op het werk wordt veroorzaakt door een val. Voor de Europese Unie wordt het jaarlijks aantal valpartijen op het werk geschat op 500.000, als gevolg van onzorgvuldig gebruik van steigers of ladders. Als gevolg hiervan doen zich jaarlijks 40.000 ernstige verwondingen voor en komen 1000 mensen te overlijden. Daarom heeft het Europees Parlement in 2001 een richtlijn goedgekeurd waarin de wijze waarop deze uitrustingsstukken door de werknemers kunnen worden gebruikt onder de veiligste omstandigheden, wordt gespecificeerd. Dankzij de inspanningen van het EP is in deze richtlijn, die uiterlijk juli 2004 moet zijn omgezet in nationale wetgeving, meer aandacht besteed aan risico-evaluatie, opleiding van werknemers en het veiligheidsniveau van bepaalde uitrustingsstukken.
 
Ook zelfstandigen beschermen
Zelfstandigen vallen zelden onder de wetgevingen die betrekking hebben op gezondheid en veiligheid op het werk, ondanks het feit dat zij vaak aan dezelfde risico's blootstaan. Bovendien werken veel zelfstandigen in sectoren met een hoog risico, zoals de landbouw, visserij, de bouw of het vervoer, terwijl zij vaak niet onder de toepassingssfeer van de bestaande wetgeving vallen. Daarom zijn de lidstaten door de Unie aangemoedigd om vrijwillig de nodige maatregelen te treffen om de situatie van zelfstandigen te verbeteren. De leden van het Europees Parlement hebben dit initiatief ondersteund, doch betreuren dat men hierin niet ver genoeg is gegaan. In de ogen van het Europees Parlement mag niet worden gediscrimineerd tussen werknemers in loondienst en zelfstandigen als het gaat om gezondheid en veiligheid op het werk. De aanbeveling aan de lidstaten is in februari 2003 geformuleerd. De leden van het Europees Parlement zijn van oordeel dat, indien deze aanbeveling binnen vier jaar onvoldoende resultaat heeft opgeleverd, de Unie alsnog dwingende maatregelen zal moeten treffen.
 
Een globale strategie
In een resolutie van oktober 2002 heeft het Parlement het plan goedgekeurd voor een globale communautaire strategie om zich aan te passen aan de veranderingen in het werk en de maatschappij, en heeft hierbij duidelijke prioriteiten kenbaar gemaakt. De leden van het EP willen met name dat de wetgevingen inzake veiligheid en gezondheid van de werknemers worden uitgebreid tot alle tot nog toe hierbuiten vallende categorieën, zoals militair personeel, zelfstandigen, huispersoneel en thuiswerkers. Zij roepen op tot nieuwe wetgevingsvoorstellen inzake de ergonomie op de werkplek, onderhoud en chemische en biologische risico's. De leden van het Europees Parlement willen voorts dat wordt gestreefd naar omzetting en toepassing van het acquis communautaire in de toetredingslanden, waar de situatie op het gebied van veiligheid en gezondheid van de werknemers onbevredigend is.


  
Rapporteurs:
  
Asbest : Elisa Maria Damião (PES, P)
Lawaai : Helle Thorning-Schmidt (PES, DK)
Trillingen : Helle Thorning-Schmidt (PES, DK)
Explosieve omgevingen : Bartho Pronk (EPP-ED, NL)
Uitrusting : Peter Skinner (PES, UK)
Zelfstandigen : Manuel Pérez Álvarez (EPP-ED, E)
Nieuwe communautaire strategie : Stephen Hughes (PES, UK)
  
Publicatieblad - definitieve besluiten:
  
Asbest
Lawaai
Trillingen
Explosieve omgevingen
Uitrusting
Zelfstandigen
Nieuwe communautaire strategie

 

 

 
  Publishing deadline: 2 April 2004