Europees Parlement
in actie
Blikvangers 1999-2004

 
Het Europees Parlement
Hervorming van de EU
Uitbreiding
Rechten van de burger
Justitie en Binnenlandse Zaken
Externe betrekkingen
Milieu / Consumenten-
bescherming
Vervoer / Regionaal beleid
Landbouw / Visserij
Economisch
en monetair beleid
Sociaal- en werkgelegenheidsbeleid /
Rechten van de Vrouw
Interne markt / Industrie / Energie / Onderzoek
Telecommunicatie
Internet
Auteursrechten / Informatiemaatschappij
TV en filmindustrie
Vrijmaking
van de energiemarkt
Hernieuwbare energie
Onderzoek
(6de kaderprogramma)
 

EPP-ED PSE Group ELDR GUE/NGL The Greens| European Free Alliance UEN EDD/PDE


Duurzame en intelligente energie tegen het broeikaseffect

In de lijn van het protocol van Kyoto steunt het Europees Parlement het zoeken naar alternatieve oplossingen voor klassieke energiebronnen en wil het hernieuwbare energiebronnen als wind, zon of biogas promoten. Het idee van een rationeler energieverbruik wint terrein bij het grote publiek maar de lidstaten zijn huiverig om zich op precieze streefdoelen vast te pinnen. Toch zijn de Europese Parlementsleden erin geslaagd om het beoogde beleid meer body te geven.

Over 50 jaar beginnen de fossiele brandstoffen als aardolie en aardgas op te raken. Bovendien zijn deze energiebronnen momenteel voor een groot deel verantwoordelijk voor de uitstoot van CO2 en het als gevolg daarvan optredende broeikaseffect. Europa heeft er dan ook belang bij om nu reeds duurzame energiebronnen aan te boren, ook omdat hierdoor honderdduizenden arbeidsplaatsen ontstaan en de investeringen in de ontwikkeling van nieuwe technologieën van levensbelang zijn voor onze concurrentiepositie in de toekomst. Ondanks al deze argumenten hebben de leden veel moeite moeten doen om de lidstaten tot actie te bewegen.

In een Witboek uit 1997, getiteld "Energie voor de toekomst", heeft de Europese Commissie algemene streefdoelen geformuleerd voor de exploitatie van duurzame energiebronnen en de productie van elektriciteit uit alternatieve bronnen. In 1998 vroeg het Parlement de Europese Commissie met een wetsvoorstel te komen ter bevordering van de productie van elektriciteit uit duurzame energiebronnen.

In een in maart 2000 goedgekeurd verslag pleitten de leden voor wetgeving die alternatieve energiebronnen een eerlijke kans geeft ten opzichte van de traditionele bronnen. De leden vonden de voorstellen van de Commissie niet ambitieus genoeg en verlangden een richtlijn waarin voorrang wordt gegeven aan elektriciteit die wordt geproduceerd uit duurzame bronnen en waarin een financieel kader wordt geschapen voor communautaire steun, aan te vullen door de lidstaten, voor onderzoek naar en bevordering van duurzame energiebronnen.

Streefdoel 2010: 20% duurzame elektriciteit

In mei 2000 kwam de Commissie met een initiatief om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen door het aandeel van duurzame energiebronnen (DEB) in het bruto binnenlands verbruik van energie te verhogen. De lidstaten werden verzocht hun inspanningen te vergroten, maar zonder al te veel verplichtingen.

Tijdens de gehele medebeslissingsprocedure heeft het Parlement aangedrongen op bindende doelstellingen, maar de Raad heeft zich hiertegen verzet. Tot slot hebben de twee instellingen een compromis bereikt. Uiteindelijk zullen de nationale doelstellingen voor het verbruik van elektriciteit die is geproduceerd uit DEB slechts een streefdoel zijn waarvoor de lidstaten verantwoordelijk blijven. Maar dit streefdoel moet wel in lijn liggen met het algemene streefdoel van de Gemeenschap voor 2010, namelijk 12% van het bruto verbruik aan energie uit DEB (d.w.z. een verdubbeling in tien jaar) en 22,1% van de elektriciteitsproductie. Tegen 2010 levert dit een besparing aan brandstofkosten van 3 miljard euro per jaar, een vermindering van de uitstoot van CO2 met 400 miljoen ton per jaar en een verlaging van de invoer van brandstoffen met 17,4% op.

Iedere lidstaat moest in oktober 2002 een eerste verslag uitbrengen over de verwezenlijking van de nationale doelstellingen. Op basis hiervan zal de Commissie in oktober 2004 de algemene stand van zaken opmaken. De leden hebben ervoor gezorgd dat als de lidstaten onvoldoende vooruitgang hebben geboekt bij de verwezenlijking van hun doelstellingen de Commissie met veeleisender voorstellen zal komen.

Het gebruik van "intelligente" energie aanmoedigen

In april 2002 heeft de Commissie een kaderprogramma voor 2003-2006 voorgesteld onder de naam "Intelligente energie voor Europa" om een slimmer verbruik van energie aan te moedigen en duurzame ontwikkeling te bevorderen. Dit programma moet communautaire steun bieden (tot maximaal 50% van de kosten) voor concrete maatregelen en projecten. Een rationeler en efficiënter verbruik van energie biedt een enorm economisch potentieel dat naar schatting kan oplopen tot circa een vijfde van het totale jaarlijkse verbruik.

Het Parlement heeft voor de afronding van de procedure gestreefd naar een compromis met de Raad om een snelle start van het programma mogelijk te maken. De Raad is akkoord gegaan met de meeste amendementen van het Parlement waarmee werd beoogd de kandidaatlanden bij het programma te betrekken en de transparantie bij de selectie van deelnemers te vergroten. Het Parlement en de Raad zijn het eens geworden over een budget van 200 miljoen euro.

Met dit budget kunnen diverse speciale programma's worden gefinancierd: verbetering van de energie-efficiëntie in de bouw en de industrie (SAVE); bevordering van nieuwe en hernieuwbare energiebronnen voor gecentraliseerde en gedecentraliseerde productie en de integratie ervan in het stedelijk milieu (ALTENER); diversificatie van brandstoffen en bevordering van duurzame brandstoffen en energie-efficiëntie in het vervoer (STEER); bevordering van duurzame energiebronnen en energie-efficiëntie in ontwikkelingslanden (COOPENER).

De Raad is echter niet akkoord gegaan met de oprichting van een Europees Agentschap voor intelligente energie noch met de instelling van een Task Force bij de Commissie voor de coördinatie tussen de verschillende actiegebieden van dit programma en de overige communautaire beleidsterreinen.



  
Rapporteurs:
  
Elektriciteit uit duurzame energiebron: Claude Turmes (Greens/EFA, L)
Bevordering van de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen: Mechtild Rothe (PES, D)
"Intelligente energie voor Europa": meerjarenprogramma (2003-2006): Eryl Margaret McNally (PES, UK)
  
Publicatieblad - definitieve besluiten:
  
Elektriciteit uit duurzame energiebron - door het Parlement aangenomen tekst
Bevordering van de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen
"Intelligente energie voor Europa": meerjarenprogramma (2003-2006)

 

 

 
  Publishing deadline: 2 April 2004