Europees Parlement
in actie
Blikvangers 1999-2004

 
Het Europees Parlement
Verkiezingen voor het EP
Organisatie en werking
van het EP
Medebeslissing
en andere procedures
Begrotingsbevoegdheden
Begrotingscontrole
Democratische controle
Statuut van de Leden en van
de Europese politieke partijen
Tijdelijke commissies
en onderzoekscommissies
Overige EU-instellingen
Hervorming van de EU
Uitbreiding
Rechten van de burger
Justitie en Binnenlandse Zaken
Externe betrekkingen
Milieu / Consumenten-
bescherming
Vervoer / Regionaal beleid
Landbouw / Visserij
Economisch
en monetair beleid
Sociaal- en werkgelegenheidsbeleid /
Rechten van de Vrouw
Interne markt / Industrie / Energie / Onderzoek
 

EPP-ED PSE Group ELDR GUE/NGL The Greens| European Free Alliance UEN EDD/PDE


Gerichte controle voor meer democratie

Door het aftreden van de Europese Commissie onder Jacques Santer in 1999 en de Eurostat-affaire van 2003 zijn de controlerende taken van het Europees Parlement volop in de schijnwerpers komen te staan. Deze twee opzienbarende gevallen laten zien hoe de leden van het EP de werkzaamheden van de Europese Unie kritisch volgen en vooral controle uitoefenen op de Commissie.

De begrotingscontrole die het EP in de affaire met betrekking tot de fraudeverdenkingen bij het Bureau voor de Statistiek Eurostat uitoefent is een klassiek recht van parlementsleden. Sinds het allereerste begin van de Europese eenwording hebben de leden van het Europees Parlement steeds meer controlerechten verworven.

Schriftelijke en mondelinge vragen aan de Commissie en de Raad nemen een belangrijke plaats in bij de werkzaamheden van het Parlement. Elke maand is er bovendien een vragenuur, ook aan de Raad en de Commissie. Zo kunnen de leden diegenen aan de tand voelen die de EU beheren en de EU vertegenwoordigen. In de jaren 2000 tot eind 2003 stelden de leden van het Europees Parlement meer dan 20.000 vragen, de meeste schriftelijk.

Om meer licht te werpen op overtredingen van het Gemeenschapsrecht kan het EP enquêtecommissies instellen. Dergelijke enquêtecommissies hebben er mede toe geleid dat na de BSE-crisis een veterinair orgaan voor de EU en in verband met de begrotingscontrole een fraudebestrijdingsbureau OLAF werden opgericht.

Het vertrouwensvotum: het sterkste wapen van het EP

De kracht van de politieke controlemogelijkheden van alledag komt voort uit het sterkste wapen dat het EP heeft: wanneer het erop aankomt, kunnen zij met hun vertrouwensvotum de hele Europese Commissie dwingen om af te treden. Tot dusverre was er zeven keer een vertrouwensvotum, maar in geen van die gevallen werd de Commissie naar huis gestuurd. Voor de goedkeuring van een dergelijk besluit is een meerderheid nodig van tweederde van de uitgebrachte stemmen en de meerderheid van de leden van het Parlement; de Commissie moet dan als college aftreden. De altijd weer bepleite mogelijkheid om individuele leden van de Commissie of de voorzitter van Commissie te dwingen tot aftreden, heeft het EP niet. Romano Prodi, de voorzitter van Commissie, heeft evenwel bij zijn officiële aantreden in 1999 voor het Parlement toegezegd dat hij, wanneer het Parlement geen vertrouwen meer zou hebben in een lid van Commissie, de mogelijkheden voor diens ontslag zou onderzoeken.

Geen Commissie zonder instemming van het Parlement

Stukje bij beetje en Verdrag na Verdrag heeft het Parlement zijn controlerende functie verder uitgebreid. Al sinds 1981 wordt de Commissie door het Parlement quasi in zijn ambt bevestigd. Eerst alleen maar op informele basis doordat de leden zich uitspraken over het programma van de Commissie. Maar sinds het in 1993 van kracht geworden Verdrag van Maastricht moeten de door de lidstaten van de EU voorgestelde voorzitter van de Commissie en de leden van Commissie door het Parlement worden goedgekeurd. Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam in 1999 tenslotte hechten de leden van het EP bovendien eerst afzonderlijk hun goedkeuring aan de voorzitter van Commissie, alvorens de overige leden van de Commissie worden benoemd. Daartoe moeten alle leden van de Commissie, met inbegrip van hun voorzitter, zich naar het voorbeeld van de gang van zaken in het Amerikaanse Congres onderwerpen aan een hoorzitting van meerdere uren met de bevoegde commissies van het Parlement. In aansluiting daarop debatteert het EP achter gesloten deuren over het optreden en het programma van de toekomstige leden van de Commissie en leggen zij een aanbeveling voor aan de plenaire vergadering.

Politieke strijd met Raad en Commissie

Het Parlement controleert ook die gebieden waar het geen besluitvormingsbevoegdheden heeft. Bij het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid en vraagstukken in verband met de samenwerking op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken is sprake van een informatieplicht van de zijde van Raad en Commissie tegenover het Parlement. Bovendien kunnen de leden van het EP vragen stellen en aanbevelingen doen, waarbij het halfjaarlijks wisselende voorzitterschap van de Raad naar behoren rekening moet houden met de standpunten van het Parlement. Bovendien kan het Parlement via de toewijzing van kredieten in de jaarlijkse begroting met nadruk wijzen op zijn politieke prioriteiten.

Andere vormen van de verantwoordingsplicht van de Raad en de Commissie tegenover het Parlement zijn de debatten waarin het fungerend voorzitterschap zijn programma voor de lopende zes maanden voorlegt, aan het einde van het voorzitterschap de balans opmaakt en tussentijds verslag uitbrengt over de topbijeenkomsten. De Raad en de Commissie gaan gemeenschappelijk de politieke strijd met de leden van het EP aan, wanneer het jaarverslag over de ontwikkeling van de EU wordt ingediend. De Commissie doet dat van haar kant met haar jaarlijkse algemene verslag en met haar wetgevingsprogramma voor het komende jaar. Dit zijn allemaal gelegenheden voor de leden van het EP om de intenties, de inhoud en de resultaten van de werkzaamheden van de Raad en de Commissie politiek te beoordelen en kritisch te volgen.

De verantwoordelijkheid van de Europese Centrale Bank tegenover het Parlement

Ook de onafhankelijke Europese Centrale Bank (ECB) is verantwoording schuldig aan het Parlement. De Bank heeft alleen taken met betrekking tot de stabiliteit van de euro. De ECB-president brengt het Europees Parlement in de plenaire vergadering een keer per jaar verslag uit. Bovendien verschijnt hij regelmatig voor de Economische en Monetaire Commissie van het Parlement om vragen van de leden te beantwoorden.

De leden van het EP als schakel tussen burgers en EU-instellingen

Bij zijn controle op de werkzaamheden van de EU is het Parlement niet alleen vertegenwoordiger van, maar ook aanspreekpartner voor de burger. De burgers kunnen ook verzoekschriften indienen bij de leden van het EP, die deze vervolgens behandelen en daarover van gedachten wisselen. Bovendien benoemt het Parlement de Europese Ombudsman, die onafhankelijk klachten van burgers over onbehoorlijk bestuur behandelt.
Door burgers bij leden van het EP ingediende klachten kunnen ook leiden tot controle van de EU-lidstaten door het Parlement. Het komt steeds vaker voor dat leden van het EP de hoedster van de Verdragen, de Europese Commissie, aanwijzingen geven dat afzonderlijke lidstaten Europese kaderwetgeving niet hebben omgezet. Dit kan dan leiden tot aanmaningen van de Commissie of zelfs de opening tegen de lidstaten van een procedure wegens schending van het Verdrag, ten einde handhaving van het EU-recht af te dwingen.



  
Reports
  
Verdragsteksten
Europese Commissie
Raad van de EU
Europese Ombudsman
Portaal van de burgers van het Europees Parlement

 

 

 
  Publishing deadline: 2 April 2004